In 2034 zou er een populistische revolte opsteken. Daarvan was Labour-ideoloog Michael Young al in de jaren vijftig diep overtuigd. In 2034 zou een ‘rechteloze onderklasse’ een samenleving zat zijn die puur op eigen verdienste (iq en inspanning) is gebaseerd. Waarbij een ‘verdienstelijke elite’ de lakens uitdeelt. Die voorspelling bleek loepzuiver, op één ding na: de populistische revolte kwam tien jaar eerder: in 2024.
2024: populistische revolte
2024 was het jaar van de herverkiezing van Trump. Nu met een duidelijk scenario van een populistische revolte in de achterzak. 2024 was het ook het jaar van de verzilvering van de gigantische verkiezingsoverwinning van Wilders in Nederland. De populistische revolte zal zich in 2025 verder ontrollen. Waarbij duidelijk is dat dit gepaard gaat met een autoritaire ruk naar rechts. En op links? Links likt opnieuw zijn wonden en heeft het knap lastig met een onderlinge krachtenbundeling. Dit terwijl de nieuwe sociale én democratische kwestie van de 21ste eeuw voor het oprapen ligt.
Meritocratie
Vanuit de (linkse) volkspartijen is een lange strijd geweest dat het niet uitmaakt waar je wieg staat. Minder klassebelemmeringen en een toegankelijk onderwijs hebben ruim baan gemaakt voor eigen verdienste, oftewel meritocratie. Met een knappe kop kom je nu maatschappelijk verder dan eeuw geleden. Het oude sociaal-democratische ideaal van het arbeiderskind dat opklom tot schoolmeester, is in de loop van de twintigste eeuw gevolgd door een enorme toestroom en toegang tot HBO en universiteit. Dat is een politieke verdienste geweest.
Tegelijk heeft dit een keerzijde gekregen. Het is namelijk in toenemende mate gepaard gegaan met een hard oordeel over de achterblijvers. Want tja, heeft iemand het niet ‘aan zichzelf te danken’ als hij of zij niet gebruik maakt van de (onderwijs)kansen die worden geboden? Het houdt geen rekening met dat zelfs in het ideale geval dat wanneer alle kansen gelijk zijn, de uitkomsten dat niet zijn. Bovendien zijn andere talenten dan iq en ijver evenzeer van maatschappelijk belang. We zien wel degelijk dat Young gelijk heeft gekregen, mensen die hogeropgeleid zijn en betere banen hebben, zijn in staat hun eigen kroost meer kansen in de meritocratie te bieden. Evenals meer macht. Niet voor niets kennen we al 10 jaar het woord: diplomademocratie.
Lakmoesproef
Het antwoord hierop is in mijn ogen de lakmoesproef voor een linkse krachtenbundeling. Natuurlijk blijft kansengelijkheid, lage drempels tot het onderwijs een belangrijk uitgangspunt. Tegelijk schiet dat tekort. Het moet gepaard gaan met meer oog en honorering van andere kwaliteiten zoals praktische vaardigheden, zorg- en onderhoud en ook creativiteit. Het rechtvaardigt ook het aan banden leggen van een ontketend big tech kapitalisme. Want als er een ding duidelijk is in de rechtse revolte dan is het dat de Elon Musks van deze wereld geen strobreed in de weg worden gelegd, integendeel. In naam tegen de elite, dreigt de rechtse revolutie te ontaarden in een machtsgreep van een ultra meritocratische elite, waarbij de democratische instituties, macht en tegenmacht, worden ontmanteld. De rechtse revolte vreet haar eigen vermeende kinderen op. Dit vraagt om een sociaal én democratisch antwoord.
Bloemendaal en Oude Pekela
In die zin stelt het pleidooi van Ad Melkert (‘Met de Partij van de Arbeid voorwaarts via het politieke centrum’) mij nog wat teleur. Eerst citeert Melkert, René Cuperus: “Het is veelzeggend dat de PvdA, ooit de partij van de arbeiders, woensdag 22 november winst boekte in Bloemendaal en enorm verloor in Oude Pekela. Dan verzaak je als oude volkspartij.” In antwoord daarop stelt hij dat hij “vóór het overbruggen van de onderwijskloof is met sociale mobiliteit als herkenbare ambitie. Dat is van nature meer PvdA dan GroenLinks”. Dit zie ik als méér van hetzelfde, als inzetten op kansengelijkheid, zonder oog voor de keerzijde van de meritocratie. Een eenzijdige inzet op ‘sociale mobiliteit’ baart bij velen een nog groter gevoel van verlies en disrespect. En het meer honoreren van andere kwaliteiten als praktische vaardigheden, zorg en onderhoud is al met al wat Oude Pekela meer raakt dan Bloemendaal.
Bleekneusjes en rode kaken
Verder stelt Melkert: “dat de coalitie opties in ons land zich voor links beperken tot het (zo mogelijke gestretchte) compromis in het midden.” Dat zijn de herkenbare smalle marges in de politiek van Joop Den Uyl. Dit dient echter een uitkomst te zijn van… en niet een bij voorbaat ingebouwde strategische keuze. Een compromis is een uitkomst van een inzet en niet andersom.
Want wat in de analyse ontbreekt is dat de oorzaak van de wegvluchtende kiezer op links (met 2002 als een belangrijk breekpunt) juist zit in een kleurloze en technocratische middenpositie, het eindproduct van de Paarse kabinetten in het ultra gestretchte compromis met de (neo)liberalen. Het aan banden leggen van een ontaard kapitalisme, een verzachting van de meritocratie, het stutten van de democratische instituties, vraagt om een rode kleur op de wangen, geen bleke neuzen.
Het antwoord op de populistische revolte, de meritocratie als dé sociaal én democratische kwestie van nu, overstijgt het belang van een al dan niet fusie van de PvdA en GroenLinks. Niet alleen omdat het om bredere krachten op links en in de samenleving gaat, maar ook omdat dit bij beide partijen tot nu toe nog niet de volledige aandacht heeft gehad die het wél verdient.