Het vele woon-werkverkeer in Nederland is geen natuurverschijnsel, maar gewoon een resultaat van beleid
“Goed idee om de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer te gaan belasten.” Deze zin viel bijna nergens te horen of te lezen sinds de hype over dit punt uit het lente-akkoord losbrak. Hoe kan dat nou?
Een paar weken was het rustig, en toen brak de kritiek los op de vijf partijen en hun begrotingsakkoord voor 2013 – vaak op wat smalende toon. Niemand lijkt blij dat bijvoorbeeld de hoge btw voor de podiumkunsten de prullenbak ingaat, dat het passend onderwijs gespaard wordt, dat ontwikkelingssamenwerking niet nòg meer hoeft te bezuinigen. De vijf partijen moeten hun gedrag bezuren – voor zo lang als het duurt, de publicitaire wind kan natuurlijk zomaar weer omslaan.
Nu zijn ‘we’ dan boos over de belasting van de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer. Vooropgesteld: die treft mij niet. Op weg naar mijn werk moet ik 13 traptreden op, dan eerste links en dan ben ik er. Nooit spits, geen files. Voorheen woonde ik verder van mijn werk, wel 9 kilometer. De fiscale tegemoetkoming ging echter pas gelden boven de 10 kilometer! Sterker nog, sinds het belastingplan van 2004 krijgen mensen die meer dan 30 kilometer van hun werk wonen zelfs een extra tegemoetkoming. Ze worden beloond! En dat terwijl al dat autorijden voor niemand goed is (gezondheid, luchtkwaliteit, schade aan de economie, schade aan het landschap).
Kijken we met wat meer distantie dan blijkt dat de overheid met haar beleid ingrijpt in de markt van reizen, wonen en werken en parkeren. Maar wat is de situatie nu? Er is overdrachtsbelasting die verhuizen ontmoedigt, er is de belastingvrijstelling voor vergoedingen voor woon-werkverkeer, én er is – wie beseft dit? – het gratis of zeer goedkoop parkeren (sinds ik weet wat een parkeerplaats werkelijk kost betaal ik fluitend mijn parkeergeld).
Het gaat hier werkelijk niet om een natuurverschijnsel, zoals de NRC het onlangs noemde, het is gewoon beleid. Nederland, ons kleine land, is willens en wetens koploper in Europa als het gaat om de autokilometers voor woon-werkverkeer. Nergens wordt zoveel geforensd als bij ons. Willen we misschien gewoon uren reizen om op ons werk te komen, willen we misschien gewoon in de file staan, willen we onszelf afmatten achter het stuur? Hele volksstammen gaan de deur uit voor hun kinderen wakker zijn en komen thuis als ze alweer op bed liggen. En o wat is de hardwerkende Nederlander gelukkig in de auto. Ik kan me er niets bij voorstellen.
Deze verstoorde markt kan wel wat liberalisering gebruiken. Mijn voorzet: bouw de fiscale tegemoetkoming voor forensen af, desnoods in tien jaar. Schaf de overdrachtsbelasting af. Stimuleer hooguit – met een tijdelijke regeling – dat mensen dichter bij hun werk gaan wonen. Vraag een reëlere prijs voor parkeren en bouw het openbaar vervoer verder uit. Bedrijven: stimuleer lopen of fietsen naar het werk, dat scheelt vast en zeker ook ziekteverzuim en zorgkosten. Ons land, zeker de Randstad, is gewoon te klein voor dat al maar groeiende verkeer.