co-auteur: Ginny Mooy
Rood aangelopen Tweede Kamerleden die er op beschuldigende toon en met veelzeggende mimiek een ware inquisitie van maken; de parlementaire enquête vormt steeds vaker het decor voor politieke profilering en politieke afrekening. Het brengt grote schandalen voort en een hoop spektakel. De vraag rijst echter of er nog wel écht waardevolle lessen uit voortkomen.
De coronacrisis was de grootste crisis in de Nederlandse geschiedenis sinds de Tweede Wereldoorlog en de Tweede Kamer vindt het dan ook zeer belangrijk dat het coronabeleid onderzocht wordt. Vorige week maakte de Kamer bekend dat de commissieleden voor de Parlementaire Enquête Corona zijn benoemd en dat doet je vrezen. Gaat dit de meest waanzinnige parlementaire enquête worden die we in Nederland ooit hebben gezien?
De enquête werd vorig voorjaar nog uitgesteld omdat de meeste partijen geen Kamerleden wilden leveren om plaats te nemen in de commissie. Nu is het dan toch gelukt. VVD, NSC, BBB, PVV, GL-PvdA en FvD leverden Kamerleden. Opvallend is dat CDA en D66, partijen die beide deel uitmaakten van het coronabeleid, geen kandidaten beschikbaar stelden. Ruimte voor Pepijn van Houwelingen (FvD) dus, hoewel de Tweede Kamer er zelf voor vreest dat dit veel gedoe op zal leveren.
De tijdelijke commissie was al eerder uit elkaar gevallen vanwege de moeizame samenwerking met Van Haga en Van Houwelingen. Over Van Houwelingen zeiden de commissieleden dat het leek alsof hij zijn conclusies al klaar had. Bij de voorbereidingen voor de enquête, en toen stond er niet eens een camera op, bleek de agitator al niet in bedwang te houden: Tijdens een voorbereidend gesprek met Pieter Klok – hoofdredacteur van de Volkskrant – moesten de andere commissieleden hem meermaals terugfluiten omdat hij vragen stelde, die niet in het gesprek thuishoorden.
Van Houwelingen liet eerder al weten de parlementaire enquête als een soort tribunaal te beschouwen. Volgens hem staat één ding als een paal boven water: De andere partijen hebben niets geleerd van de coronacrisis en FvD blijkt in alles gelijk te hebben gehad. Geflankeerd door ‘s lands meest beruchte coronasceptici als Willem Engel, Jeroen Pols, Jan Bonte en Els van Veen kan FvD, zogenaamd, bewijzen dat de er democide (massamoord) is gepleegd, dat de pandemie draaide om een staatsgreep door Homeland Security en ook de CIA zou er mee te maken hebben. Hun onderzoeksplan klinkt als het script van de gelijknamige HBO Max serie. Het belooft de overtreffende trap van spektakelpolitiek te worden.
Nu is de suggestie dat het om een tribunaal gaat zorgwekkend genoeg, maar dat is niet het enige probleem rond deze enquête. Als commissielid behoren Kamerleden hun politieke overtuigingen opzij te schuiven en gezamenlijk op zoek te gaan naar feiten. En aangezien de Tweede Kamer zelf een grote rol speelde in het coronabeleid, is de enquête er dan niet vooral voor bedoeld om de eigen fouten te onderzoeken en er lering uit te trekken? Hoe ondermijnend is eigenlijk het gedrag van het FvD en zijn Vrijheidskaravaan geweest? Welk precedent hebben zij geschapen door ín het parlementsgebouw met alle provocatie van dien de coronaregels omstandig aan de laars te lappen? Hoe kan de Kamer toestaan dat hun eigen leden, die een dubieuze rol hadden tijdens de coronacrisis, anderen kritisch gaan bevragen en de maat gaan nemen? Het FvD dient niet te ondervragen, maar ondervraagd te worden. De parlementaire enquête wordt met deze opzet niet alleen een instrument voor politiek spektakel, maar ook voor machtsmisbruik, intimidatie en het moedwillig (laten) schandpalen van betrokkenen.
De parlementaire enquête is het zwaarste middel dat de Tweede Kamer tot haar beschikking heeft om beleid te bevragen en lessen te leren uit grote crises. Als de Kamer meent zo’n zwaar middel in te moeten zetten, dan moet zij dat ook met bijbehorend verantwoordelijkheidsgevoel doen en de eigen onmacht onderzoeken. Kan deze kleine commissie de eigen onafhankelijkheid waarborgen met VVD’er Daan de Kort als voorzitter, wiens eigen partij het land door de crisis moest leiden? Politiek Den Haag is steeds vaker het epicentrum van onrust en bedreigingen. De kans dat dit een hoogtepunt bereikt in de parlementaire enquête is voorspelbaar.
De Parlementaire Enquête Corona zou voor de Kamer het aanknopingspunt moeten zijn om onder ogen te zien dat het zelf met een groot probleem zit. De Kamer is niet alleen tijdens de crisis niet in staat gebleken adviseurs te beschermen tegen ernstige bedreiging en reputatieschade, maar durft er met de parlementaire enquête nog een schepje bovenop te doen door de kat op het spek te binden en haar ambtenaren, instituten, adviseurs en wetenschappers over te leveren aan de van galgen en guillotines dromende hooivorkenbrigade. Tel daarbij op dat de commissie zichzelf moet gaan onderzoeken en de chaos is compleet.