Opheffing briefgeheim pakketjes is de volgende stap naar de inefficiënte controlestaat
Het openbaar ministerie is een campagne begonnen om de laatste resten van het briefgeheim op te ruimen. De officieren van justitie kunnen al met een beroep op de veiligheid en de bestrijding van de criminaliteit vrij ongestoord telefoons afluisteren en privécommunicatie via het internet volgen. Nu willen ze ook zonder rechterlijke tussenkomst in postpakketten kijken want zo onderschep je meer drugs en wapens. Zeggen ze. Verzekeren ze. Fluisteren ze in het oor van de Buma´s die altijd zo fulmineren tegen “die rótzooi”.
Juichen en klappen Dit bericht komt naar buiten op dezelfde dag dat de NRC een hoogst verontrustend artikel publiceert over de manier waarop het Openbaar Ministerie omgaat met strafbeschikkingen. Sinds 2008 heeft een juichende en klappende volksvertegenwoordiging op SP en Groen Links na ingestemd met een wetsvoorstel van de bekende mensenrechtenactivist Piet Hein Donner om het openbaar ministerie de bevoegdheid te geven om overtredingen en misdrijven af te doen met een zogenaamde strafbeschikking. Behalve als er meer dan zes jaar op staat.
Wie zo’n beschikking ontvangt, wordt dan meestal opgeknapt met een strafblad dat later tal van moeilijkheden kan opleveren bijvoorbeeld bij het verkrijgen of behouden van een baan. Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur heeft de NRC het Openbaar Ministerie gedwongen allerlei gegevens en onderzoeken openbaar te maken waaruit blijkt dat menig officier er een potje van maakt en mensen zonder veel onderzoek of bewijs een stevige straf oplegt met als extra bonus dat strafblad. Wie niet binnen veertien dagen op de juiste wijze reageert, zit eraan vast en kan een snel beroep op de rechter vergeten.
Er zijn sinds de inwerkingtreding van deze wet, die volgens de Raad van State op gespannen voet staat met de constitutie, 267.210 van die stafbeschikkingen uitgedeeld. In 2017 deed het Openbaar Ministerie zelf een onderzoek naar de resultaten. In 6% van de gevallen was er, zo constateerde het, geen sprake van een adequate schuldvaststelling. Met andere woorden: er lag geen bewijs. Ongeveer 16% van de veroordeelden gaat in beroep tegen de strafbeschikking. Zij krijgen van de rechter gelijk. Het artikel in de NRC geeft aan dat het Openbaar Ministerie zeer slordig met deze bevoegdheid omgaat. “Rommelige straffabriek,” zo luidt de conclusie. Het artikel illustreert dit met enkele voorbeelden van schreeuwend onrecht.
Tegelijkertijd komt datzelfde Openbaar Ministerie wegens tijd- en personeelsgebrek vaak niet toe aan het vervolgen van zaken waarvan de politie het bewijs wel aanlevert. Daaruit rijst het beeld op van een organisatie die niet opgewassen is tegen zijn taken net zoals dat momenteel het geval is met zijn belastingen. Een uitbreiding van de bevoegdheden kan niet anders dan tot veel fouten leiden en wellicht misbruik.
Bevoegdheden Dit falen van het Openbaar Ministerie brengt de rechtszekerheid in gevaar. Laten de officieren in hemelsnaam met hun vingers van de postpakketten afblijven. Er worden zo genoeg fouten gemaakt. Dit alles gaat gepaard met een rechterlijke macht die zelf keer op keer zegt overbelast te zijn. Dat blijkt wel uit de lange duur van gerechtelijke procedures en de opeenhoping van zaken op de griffies. De uitvoerende macht doet bepaald geen pogingen om de rechterlijke macht voldoende voor zijn werk te equiperen met mensen en materieel. Aan protest – tot en met een voor rechters toch wel uiterst middel als een demonstratie – gaat men in navolging van de premier schaterlachend voorbij. Aan de andere kant deelt de overheid wel steeds meer bevoegdheden uit aan het openbaar ministerie zodat er steeds minder terecht komt van de scheiding der machten, toch het fundament van elke rechtsstaat. En de meeste Kamerleden vinden het allemaal prachtig want dan kunnen zij tegenover hun achterban doen of zij snoeihard zijn tegen terroristen en mafiosi.
Tegelijkertijd doet Sander Dekker, die nota bene minister voor Rechtsbescherming is, pogingen om de gratis rechtshulp voor mensen met een kleine beurs te ontmantelen omdat anders het klootjesvolk de toegang tot de rechtsgang verstopt. De rechter is er niet voor Jan Lul. Voor hem is de strafbeschikking. De politie is ondertussen in een rampzalig reorganisatieproces gestort – het zoveelste in een kwart eeuw – dat de dienders met steeds meer bureaucratie en steeds minder tijd voor surveillance en opsporing opzadelt, zodat duizenden en nog eens duizenden kansrijke zaken blijven liggen. Ook dat nog.
Wat is het antwoord van de overheid? Zij ontneemt de burgers de rechten, die hen ooit door Thorbecke in de grondwet zijn gegarandeerd. In plaats van veiligheid krijgen wij een inefficiënte surveillancestaat die fout op fout maakt en daardoor zelf een belangrijke oorzaak wordt van onveiligheid en rechtsonzekerheid. Dat is ook wel een reden om een geel hesje voor aan te trekken.