Nico schrijft een serie over oorlog. Dit is aflevering 20.
Kunnen evenementen als de Olympische Spelen de kans op vrede vergroten? Terwijl ik nog een beetje nationalistisch zit na te genieten van onze hoge plek in de eind-ranking, komt die vraag bij me op.
Toen ik naar de indrukwekkende openingsceremonie in Parijs keek was ik zo dom om daar even in te geloven. Er werd direct en indirect tot vrede opgeroepen, in grote teksten en via muziek. Ik zag de duizenden atleten uit al die landen die liever op een sportieve manier de strijd met elkaar aan leken te gaan dan elkaar vijandig te bejegenen.
Rusland was van deelname uitgesloten. Je betrapte jezelf erop om dit sportevenement te ondergaan als een welkome afleiding in een tijd en wereld vol dreiging en klimaatellende. De Volkskrant (12/8/2024) schreef dat de Spelen de wereld in deze zorgelijke tijd een superieure vorm van escapisme boden. En Bas Heijne schreef in de NRC (13/8/2024) ‘dat het leek alsof ik in een onwerkelijk alternatief universum was beland. Ik heb niet eerder zoveel collectieve vrolijkheid meegemaakt, zoveel hartelijke welwillendheid van grote groepen mensen onder elkaar.’
Maar mijn optimisme bleef niet lang hangen. Als Rusland niet mee mag doen aan de Spelen waarom Israël dan wel? Ik moest ook terugdenken aan de aanslag van de Palestijnen tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München, waarbij elf Israëliërs werden vermoord. Als VPRO-verslaggever maakte ik dat mee. Het was het zoveelste bewijs van dat je sport en politiek niet los van elkaar kunt zien.
Interessant is de opinie van Eric Storm van de Universiteit Leiden (de Volkskrant 12/8/2024) die glashelder uitlegt waarom de Spelen in Parijs de mensen niet dichter bij elkaar hebben gebracht. Hij schrijft: ‘Deze zomer leek de precaire balans tussen nationalisme en internationalisme verder uit het lood te raken’ De publieke omroepen volgden vooral hun ‘eigen’ sporters. Nieuwssites maakten het nog bonter door alleen het programma en de uitslagen van Nederlandse atleten te presenteren. ‘Op deze manier, aldus Storm, wordt de natie boven de sport geplaatst en drijven landen uit elkaar, ieder in een eigen nationalistische bubbel. Dit lijkt banaal, maar dit helpt verklaren waarom het denken in nationale categorieën de laatste jaren zo dominant is geworden.’
Parijs als gemiste kans om wat vredelievender met het thema oorlog om te springen.
Volgende keer: Oekraïne en de sabotage van de Nord Stream pijpleiding.