De Obama van 2008 is te lang weggeweest
• 15-05-2012
• leestijd 3 minuten
Misschien is het harde gevecht nog het enige wat Obama rest
Nu de campagne van Barack Obama voor een tweede termijn in het Witte Huis echt van start gegaan is, wordt langzaam duidelijk met welke strategie hij en zijn team herverkiezing willen bewerkstelligen. Na de woorden ‘Yes we can’, ‘hope’ en ‘change’ van 2008, is het credo nu ‘forward’. Obama wil dat Amerika vooruitkijkt en niet te veel terugblikt op de afgelopen vier jaar, die moeizamer verliepen dan menigeen op de avond van 4 november 2008 had kunnen bevroeden. Op die avond vierde Obama in Chicago de vierkiezingszege en was hij voor het oog van een overweldigende menigte eens temeer de eloquente, bescheiden, briljant sprekende, zwarte man die de Verenigde Staten zou verlossen na acht jaar George W. Bush. Dat imago liep in Obama’s eerste termijn grote deuken op. Of beter: dat imago lieten de Democraten door de vingers glippen.
In zijn overwinningstoespraak in 2008 in het Grant Park in Chicago benadrukte Obama dat zelden een Amerikaanse president voor grotere problemen stond aan de vooravond van zijn eerste termijn. Er moest hard worden gewerkt en dat is precies wat de nieuwe regering vanaf de eerste dag deed. In de politieke strijd die Obama dagelijks moest leveren om zijn beloofde veranderingen teweeg te brengen, verloor het Witte Huis echter uit het oog waarom de wereld zich in het najaar van 2008 achter de voormalig senator uit Chicago schaarde.
Zijn spreektalent, zijn inspirerende woorden en zijn vermogen om mensen te verenigen en te motiveren bleven na de verkiezingen te vaak ongebruikt. David Axelrod, het strategisch brein achter de campagnes van Obama en in de eerste twee jaar van diens presidentschap één van zijn belangrijkste adviseurs, stipte dat probleem vorig jaar in een interview in Chicago Magazine al eens aan: “We hebben Obama te veel voor doodnormale overheidsmededelingen gebruikt.
Die ‘overheidsmededelingen’ waren bovendien lang niet altijd leuk. Zo moest Obama praten als brugman om zijn voornemen tot hervorming van de gezondheidszorg toe te lichten, slaagde hij er niet in zijn belofte om het gevangenenkamp op Guantánamo Bay te sluiten, na te komen en had hij te maken met een immer broze economie en verontrustende werkeloosheidscijfers. Kiezers uitten hun teleurstelling in de president al tijdens de tussentijdse verkiezingen van 2010. De Democraten verloren door een forse nederlaag hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden, wat de macht van Obama aanzienlijk inperkte.
De uitschakeling van Osama Bin Laden is ontegenzeggelijk een sterk bewijs van daadkracht voor Obama, maar het lijkt niet voldoende om het ongelijk van zijn criticasters aan te tonen. Zijn eerste termijn als president blijft zijn achilleshiel, zo bleek eens temeer toen zelfs zijn Republikeinse opponent Mitt Romney zich onlangs de quote “ook ik had hoge verwachtingen toen Obama in 2008 de verkiezingen won”, liet ontvallen. De oud-gouverneur van Massachusetts zal de komende maanden blijven benadrukken hoe tegenvallend de afgelopen vier jaar zijn geweest en dat nieuwe beloften geen banen creëren.
Hoewel de Obama van 2008 in de laatste vier jaar nog zelden opdook om het verloren vertrouwen terug te winnen, gelooft zijn campagneteam dat het enthousiasme en de geestdrift van toen kunnen terugkeren. Een vernieuwde versie van de Obama van vier jaar geleden moet mensen overtuigen dat door de blik op de toekomst te richten, in een tweede termijn nog steeds heel veel bereikt kan worden. Maar het is laat en Amerikanen wachten op de zomer, waarin ze vaak de neiging hebben zich iets minder met politiek bezig te houden. Obama haalde in de afgelopen weken zowel in spots als in toespraken al enkele keren hard uit naar zijn republikeinse tegenstander en misschien is dat wel het enige dat hem rest; het harde gevecht, in plaats van een poging om iets van zijn glans van 2008 terug te krijgen.