Het nietsisme heeft zich niet alleen uitgesmeerd over de Nederlandse polders, maar over heel het Westen. Niets lijkt ons meer te raken
Afgelopen maandag was het Blue Monday, de meest depressieve dag van het jaar. Het besef dringt op Blue Monday door dat er van voornemens definitief niks terecht is gekomen, de zomer te ver weg is en de rekeningen binnenstromen. Maar met chocola of een zonvakantie komen we deze depressie echt niet zo makkelijk uit. Want het probleem ligt veel dieper.
Kijk bijvoorbeeld eens naar wat wij het afgelopen jaar hebben gedaan in dit land. We hadden een mislukte Project X, die leidde tot 2000 randdebielen die flipten omdat hun kinderfeestje niet doorging, terwijl er in het Midden-Oosten gevochten werd voor de vrijheid van het volk. In Amerika hield Obama na zijn overwinning een inspirerende speech over vrijheid en dromen, terwijl onze premier Rutte werd toegezongen door LA the Voices. In Pakistan werd een meisje door het hoofd geschoten omdat ze simpelweg naar school wilde, terwijl wij naar de flubberende kont van een duikende Patty Brard keken.
Asielzoekers worden voor onze ogen zonder pardon teruggestuurd naar een land dat op gatenkaas lijkt en wij houden een stille tocht voor Johannes de Bultrug. We krijgen liever levenslessen van ex-crimineel Holleeder dan dat we kijken naar de Gazastrook, waar elke dag gratis levenslessen worden uitgedeeld. Waar the fuck zijn wij mee bezig? Of Nederland wordt dommer, of we zijn uit pure verveling continu op zoek naar een zinloos doel, naar iets achterlijks om ons mee bezig te houden.
Waar is de tijd gebleven dat we nog een doel hadden, dat we voor iets vochten? Mijn ouders kijken dromerig terug naar de tijd dat mensen voor een gemeenschappelijk doel samen konden komen. Het lijkt wel of alle motivatie is weggerot in de hippietijd, waar de babyboomers samen schreeuwden voor verandering en rond een kampvuur bespraken wat ze wilden met de wereld. Diezelfde hippies hebben we tijdens Occupy vluchtig aangekeken. Ik hoor mijn tante praten over hoe ze in de oorlog in de kelder met haar buren bijeenkwam bij de kachel en vrienden werden, terwijl ze elkaar daarvoor haatten. Onze leeftijdsgenoten in het Midden-Oosten staan zij aan zij te vechten voor een vrije toekomst, terwijl ik zo lui ben dat ik m’n vriendin app om te vragen of ze naar beneden wil komen.
Het is fijn dat we in een land leven waar individualisme zo heerst dat iedereen het recht heeft op een eigen mening en denkwijze, maar dit heeft ook een keerzijde. Als jij je eigen waarheid hebt en ik ook, en wij accepteren dit heel burgerlijk van elkaar, welke waarheid geldt dan nog? Waar is dan nog ons gemeenschappelijke doel? Het enige wat ons lijkt te interesseren zijn onze updates op Facebook, waar een like voor 3FM als voldoende betrokkenheid wordt gezien. Dit nietsisme heeft zich niet alleen uitgesmeerd over de Nederlandse polders, maar over heel het Westen. Niets lijkt ons te raken. We scollen zielloos door slecht nieuws, zonder enige emotie. Een zombieapocalyps is niet meer iets om te vrezen, hij is allang bezig.
We zijn dringend toe aan een doel. Aan samenzijn. Een apocalyps zou nog best de oplossing kunnen zijn. Of op z’n minst een oorlog. Weg met de beleefde ja-knikkers, met de leeggezogen lanterfanters, met de doelloze rukkers. Als we teruggaan naar die hippietijd, naar dat zweverige idealisme dat we nu zo schuwen, kunnen we misschien uit deze depressie komen. Kijk naar Banksy , naar Anonymous, naar Life on Wheels, naar de vechters in de Arabische Lente. Wij horen de nieuwe generatie te zijn, die de wereld beter maakt dan hij nu is. Dus laten we dan verdomme ook wat doen. Van de niksnutgeneratie naar de nutgeneratie.