© cc-foto: ScotGov Rural
Ons kabinet heeft duidelijk gemaakt dat de grootschalige veeteeltindustrie niet meer houdbaar is; de maatschappelijke kosten zijn té hoog. Maar er is onvoldoende perspectief voor een écht mens-, dier-, natuurvriendelijk ondernemend alternatief.
De vraag die zo snel mogelijk beantwoord moet worden is: wat is de business case voor een natuurvriendelijk boerenbedrijf in Nederland? Welke gewassen kunnen werken, hoe ziet die markt er uit, wat zijn de kosten en opbrengsten van productie, welke machines zijn er nodig, welke financieringsmogelijkheden zijn er, welke risico's en kansen zijn er?
In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, zijn consumenten zich gelukkig steeds bewuster van de noodzaak van een plantaardig dieet. In Europa vermindert 40% van de consumenten actief hun consumptie van dierlijke producten, ofwel identificeren ze zich als flexitariër, pescetarisch, vegetarisch of veganistisch.
In opkomende markten neemt de vraag naar dierlijk eiwit overigens toe. Sterker nog, onze overheid draagt hier met miljoenen euro's aan bij, via diverse vlees en zuivelindustrie ontwikkelingsprogramma's; bijvoorbeeld in Ethiopië. Misschien is het tijd voor beleidscoherentie, nu we wél onze eigen sector hervormen?
In een recent rapport van Proveg International zijn verschillende innovatieve alternatieven voor veeteelt in kaart gebracht, die kansen kunnen bieden voor boeren:
• het telen van alternatieve eiwithoudende gewassen, als soja of bonen;
• het produceren van plantaardige melk met behulp van ter plaatse geteelde gewassen;
• van fermentatie afgeleid eiwit;
• kweekvlees;
• verticale landbouw;
• aquacultuur van algen;
• regeneratieve landbouw;
• CO2-credits voor alternatief landgebruik.
Helaas zijn deze opties zijn niet zomaar interessant voor elke boer. In het rapport wordt realistisch stilgestaan bij allerlei bezwaren. Zo blijkt er een soort monopolie te zijn op de machines die bonen pellen en ben je als boer tonnen kwijt voor de aanschaf van de juiste landbouwmachine. Of is het lastig om lange termijn contracten te krijgen, om de investeringscase rond te maken.
Hoe kunnen overheden, banken, supermarkten, handelaren, consumenten partneren in deze transitie? De transitie wordt zoveel makkelijker als we echte prijzen rekenen. Niet alleen consumenten kunnen dan zien welk product het meest duurzaam is. Ook investeringen in duurzamere landbouw kunnen dan uit.
Het is de hoogste tijd voor een gedetailleerd, gedragen plan voor een toekomstbestendige landbouweconomie zónder maatschappelijke kosten, mét baten voor iedereen.
Wie pakt de handschoen of klomp op?
cc-foto: ScotGov Rural