De Nederlandsche Bank (DNB) stelt een onderzoek in naar de eigen rol in het Nederlandse slavernijverleden. Dat meldt Vrij Nederland dat vrijdag een onderzoek publiceerde waaruit blijkt dat de handelshuizen van twee oud-DNB-presidenten betrokken waren bij de mensenhandel.
Behalve directe betrokkenheid bij de handel in slaafgemaakte mensen, waren ook diverse oud-directeuren van DNB betrokken bij de compensatieregeling van de Nederlandse overheid na de formele afschaffing van de slavernij in 1863. De Nederlandse staat betaalde 200 tot 300 gulden per tot slaafgemaakte aan de plantage-eigenaren en hun aandeelhouders om het verlies te compenseren. Tegelijkertijd werden de “bevrijde” slaafgemaakten gedwongen nog tien jaar lang op de plantages te blijven werken.
DNB laat in een reactie aan Vrij Nederland weten:
"We zijn ons bewust van de huidige discussie over het Nederlandse slavernijverleden en daarom is mede naar aanleiding van het onderzoek bij de Bank of England besloten tot een historisch onderzoek naar de relatie tussen DNB en slavernij. Daarbij zal worden gekeken naar de rol van DNB als instelling in de beginjaren van haar bestaan en naar toenmalige presidenten en directieleden."
Ook ING gaat onderzoek doen naar de eigen rol in het slavernijverleden. Barings Bank, tegenwoordig onderdeel van de ING Group, was betrokken bij de financiering van de slavernij.