Wie zijn oren dicht stopt voor muziek uit de twintigste eeuw, mist veel
Thierry Baudet wordt omgeven door klassieke muziek, zo valt uit zijn woorden op te maken. Het is dan ook geen wonder dat hij dit weekend de prelude op de opera Parsifal van Richard Wagner met zijn twittervolgers deelde. En wel met de bijvoeging ‘Het stuk der stukken’. Baudet kiest voor een uitvoering uit 1979 door de Berliner Philharmoniker, onder directie van Herbert von Karajan, een muziekbeest dat je inderdaad met goed gevolg op de geweldenaar van Bayreuth kon loslaten.
Het is niet de slechtste keuze. Richard Wagner is zonder meer een van de belangrijkste Europese componisten. Dat de nazi’s een halve eeuw na zijn dood misbruik maakten van zijn muziek voor propagandistische doeleinden, kun je hém niet kwalijk nemen. Natuurlijk, zijn Engelse schoondochter Winifred viel als een blok voor de charmes van Adolf Hitler, maar dat valt de grote componist net zo min aan te wrijven. Wie Wagner veroordelen omdat ze wel eens oude films uit Bayreuth hebben gezien met Goebbels en Goering in de loge, zijn dom, bevooroordeeld en benepen.
Als je in de Führer zijn ziel keek ontdekte je trouwens dat hij veel meer had met de romantische operettes van Franz Lehar. Liever dan Heil dir Sonne hoorde hij Meine Lippen, sie küssen so heiss. Tot op de huidige dag weten de groten uit het muziektheater, zoals Ana Netrebko daar wel raad mee. En terecht.
Culturele toeëigening Zou het ook mijn keus zijn, dat Parsifal? Zou ik het ook als ‘het stuk der stukken’ met de wereld delen? Thierry Baudet stopt – zo heeft hij menigmaal laten blijken – zijn oren dicht voor muziek uit de twintigste eeuw. Anders hoort hij de klanken van het verval. Deze opvatting past wel bij zijn gesloten visie op de westerse beschaving, die zich tegen invloeden van buitenaf moet beschermen in plaats van die op eigen wijze te verwerken. Daardoor mist Baudet veel. Hij is in zijn radicaliteit nauw verwant aan de moderne dwaalleer van de culturele toeëigening.
Volgens die ideologie is het witte diefstal als een blanke geïnspireerd raakt door de producten van andere beschavingen op deze planeet en zulks in zijn eigen kunst laat merken. Ook dat leidt tot afsluiting, ommuring en culturele oogkleppen.
Parsifal is mooi genoeg. Toch: geef mij maar Darius Milhaud die in zijn composities de muziek verwerkte van de landen die hij bezocht. Tijdens de eerste wereldoorlog was hij diplomaat in Brazilië waar hij zijn oren goed de kost gaf. Het resultaat was het ballet Le Boeuf sur le toit , dat een schandaalpremière beleefde waarbij reactionaire muziekliefhebbers letterlijk de zaal afbraken.
In 1922 bezocht Milhaud de jazzkroegen van Harlem. Daarna componeerde hij, geïnspireerd door Afrikaanse scheppingsmythes en mede geleid door het muzikale idioom dat hij in New York had leren doorgronden, la Création du Monde. De première in 1923 veroorzaakte opnieuw een enorme ophef. Ja, dat zou mijn keuze zijn, La Création du Monde. En mijn aanbeveling: wat een rijkdom!
Naschrift: voor wie net als die staatsman uit de twintigste eeuw liever operette heeft, hier is de Kangaroo Fox uit de jazzoperette Ball im Savoy van Paul Abraham, die om zijn joodse afkomst uit Berlijn verjaagd werd en al zijn muziek als ontaard verboden zag. Es singt de geniale Katharina Mehrling: