Je mag hopen dat deze openbare poging tot waarheidsvinding haar niet nog kwetsbaarder maakt dan ze soms al lijkt
Voor wie haar NRC-columns en anti-Zwarte Piet-acties kent, is dit geen nieuws: journalist en programmamaker Clarice Gargard is een moedig mens.
In de documentaire ‘De waarheid over mijn vader’ die afgelopen week op het Movies that Matter festival in wereldpremière ging, bewijst ze dat opnieuw. Gargard, in 1988 geboren in de Verenigde Staten uit Liberiaanse ouders en sinds haar vierde in Nederland opgegroeid, gaat op zoek naar het verleden van haar vader. Hij liet het jonge gezin achter en keerde terug naar Liberia. Is hij een held, idealist of wereldverbeteraar zoals ze als kind altijd dacht? Was hij ‘slechts’ een hoge ambtenaar bij het staatsbedrijf voor telecommunicatie die tijdens de Liberiaanse burgeroorlog ‘gewoon’ zijn plicht deed zoals Martin Gargard zelf zegt? Of heeft hij als rechterhand van rebellenleider en president-dictator Charles Taylor, die tot 50 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, ook boter op zijn hoofd? En wat heeft hij dan precies gedaan?
In de luttele dertien dagen dat Clarice Gargard samen met filmmaker Shamira Raphaëla (Deal with it, 2014) onderzoek in Liberia doet, lukt het haar niet om alle feiten boven water te krijgen. Ze bezoekt overheidsinstanties, waaronder het nationaal archief en de rechtbank die haar vader ooit vrijsprak wegens gebrek aan bewijs. Ze bestookt haar vader met een spervuur aan vragen (“Daddy?”), maar die blijkt een meester in cryptische blikken en diplomatiek ontwijken. Ze interviewt zijn vroegere lijfwacht, overheidsfunctionarissen, een journalist, ex-president Amos Sawyer die haar vader voor de rechter sleepte, slachtoffers uit de burgeroorlogen. Sommigen zijn vol lof en respect voor ‘Old Man Gargard’. Anderen vertellen over hun vermoedens, de geruchten die de ronde doen. Weer anderen schudden hun hoofd en zwijgen. Mogelijk is de oorlog nog te dichtbij, de waarheid te pijnlijk.
Wat je zou verwachten, toont de film niet. Geen impressies van Liberia of hoofdstad Monrovia. Geen beelden van kapotgeschoten huizen, exotische markten, tropische strand of regenwoud. Ook de obligate filmpjes met uitzinnig uitgedoste, gedrogeerde kindsoldaten krijsend en schietend op een Monroviaanse brug ontbreken. Je moet het doen met wat summiere straatbeelden, vaak vaag en out of focus. En met de gruwelijke getuigenissen van oorlogsslachtoffers die buiten beeld of onherkenbaar vertellen over wat de burgeroorlogen voor hen betekenden: angst, honger, alsmaar op de vlucht, ontberingen, verkrachting, buitensporige wreedheid en geweld, de dood.
Doordat vrijwel elke concrete verwijzing naar het land en zijn geschiedenis ontbreekt – veel blijft in het vage, zelfs de meest basale informatie zoals enkele jaartallen, een tijdlijn en wie is wie wordt de kijker niet geboden – kun je je afvragen of de film wel over Liberia gaat. Niet dat land staat in de schijnwerpers, noch de relatie tussen daddy Martin Gargard en warlord Charles Taylor zoals de Engelstalige titel Daddy and the Warlord doet vermoeden. Maar de persoonlijke queeste van een dochter die haar vader sinds haar jongste jaren heeft moeten missen en vermoedelijk nog steeds naar diens erkenning en aandacht hunkert.
Mogelijk hebben de filmmakers zich dat gerealiseerd. Bij de wereldpremière onthulde Raphaëla dat hen aanvankelijk een andere film voor ogen had gestaan. Op basis van het beschikbare materiaal had haar deze persoonlijke invalshoek echter interessanter geleken – iets waartoe ze tijdens het monteren had besloten en waarover zij Gargard pas had geïnformeerd, toen de film klaar was.
Ook deze titel dekt de lading echter niet. Want hoeveel mensen Gargard ook in Liberia heeft geïnterviewd, aan harde feiten heeft niemand haar kennelijk kunnen helpen. ‘De waarheid over mijn vader’ verbeeldt dit prachtig met shots van een onbemand kantoor, een lege bureaustoel, een typemachine en een flinterdun dossier op een verder kaal bureau. Gordijnen bollen op, alsof er net iemand door het open raam is weggeglipt, terwijl een man die zelf onzichtbaar blijft, zegt: “Papieren verdwijnen. Mensen ook. Alles is weg.”
Verder dan een vaag en vreselijk vermoeden komt Gargard dan ook niet. Ondertussen registreert de camera genadeloos hoe zij de kleine plukjes informatie incasseert, worstelt om het te bevatten, liever niet wil weten, dapper blijft proberen, hapert, stilvalt, zwijgt. Als toeschouwer ben je getuige van een uiterst confronterend en pijnlijk verwerkingsproces. Waar andere mensen (als ze er al aan beginnen) vele jaren en deskundige begeleiding nodig hebben om zo ver te komen, ziet Gargard het beeld van haar geliefde, op handen gedragen vader – de held van haar jeugd – voor het oog van de camera en in dertien dagen tijd aan gruzelementen vallen. Niet elk kind zal zijn eigen vader zo volhardend tegen het licht durven houden, zelfs zonder camera’s erbij.
Wat Clarice Gargard (de dochter, niet de objectieve journalist) omwille van de zoektocht naar haar vader heeft gedaan, getuigt van lef en grote moed. Tegelijk mag je hopen dat deze openbare poging tot waarheidsvinding en de verfilming van haar meest persoonlijke zieleroerselen haar niet nog kwetsbaarder maken dan ze soms al lijkt. Ook is het te hopen dat Martin Gargard, die Daddy and the Warlord nog niet heeft gezien, met alle onthullingen over zijn verleden kan instemmen. In alle gevallen wens je de moedige Clarice Gargard toe dat zij – voor zichzelf of in relatie met haar vader – met deze documentaire zal bereiken wat ze ervan hoopte, toen ze met dit avontuur begon. Dat is haar van harte gegund.