Omdat de anonimiteit op sociale media nog groter is dan in een fysieke groep zijn uitingen ook vaak extremer, en toont de mens zich makkelijker van zijn slechtste kant.
We zijn als mensensoort minder rationeel dan we vaak denken. Ons leven wordt bepaald door veel factoren. Sommige factoren, zoals de opleiding die we volgen of de partner die we kiezen hebben we grotendeels in eigen hand, op andere factoren, zoals onze fysieke uitrusting hebben we nauwelijks invloed, weer andere factoren, zoals onze gezondheid en onze veiligheid zijn enigszins stuurbaar.
Ook voor de groepen waar we deel van uitmaken geldt dat we die enigszins kunnen beïnvloeden. Maar zoals we uit de massapsychologie en de sociologie weten, hebben groepen een eigen dynamiek, waardoor individuen zich in een groep of massa anders kunnen gedragen dan ze op zichzelf zouden doen. Het verantwoordelijkheidsgevoel verandert. Men laat zich leiden door de autoriteit van de groep. Het kan zover gaan dat persoonlijke opvattingen en belangen worden opgeofferd aan de collectieve opvattingen en belangen. Het individu krijgt er de bescherming en goedkeuring van de groep voor terug. Dat proces heeft altijd al gespeeld.
Nieuw in de huidige tijd is dat virtuele groepen en massa’s een steeds grotere rol gaan spelen. Daardoor kan in korte tijd wereldwijd rondom een idee of belang een groep gevormd worden. Omdat de anonimiteit op sociale media nog groter is dan in een fysieke groep zijn uitingen ook vaak extremer, en toont de mens zich makkelijker van zijn slechtste kant. Zonder feiten te checken daalt men af naar de kelder van de beschavingsladder.
Groepsvorming en discriminatie De neiging tot groepsvorming kan leiden tot discriminatie wanneer men de kenmerken of eigenschappen van de eigen groep al dan niet bewust boven die van andere groepen stelt. Het kan om zeer diverse kenmerken gaan, zoals huidskleur, intelligentie, kracht, geloof, sekse, enz. Door te discrimineren wordt een ander niet als gelijkwaardig gezien en behandeld. Er zijn samenlevingen waarin dat normaal wordt gevonden, denk aan het kastesysteem in India of sommige orthodoxe stromingen binnen christendom en islam.
In onze samenleving is het streven om iedereen gelijkwaardig te behandelen. Dat kan worden geformaliseerd op basis van de nationale wetgeving, internationale rechten van de mens en diverse verdragen. Maar het is belangrijk dat het ook wordt geïnternaliseerd in het denken en doen van mensen en groepen. Daarvoor is het nodig dat er bewustwording plaatsvindt. Groepen die zich gediscrimineerd en achtergesteld voelen spelen daarin een belangrijke rol. Zij laten, gelegitimeerd door berichtgeving en regelgeving steeds meer van zich horen. Dat is wat Tocqueville bedoelt als hij zegt dat onrecht heftiger wordt gevoeld als de afstand in achterstelling kleiner wordt. Mensen beseffen dan dat ongelijkwaardigheid geen natuurlijk gegeven is, maar dat het mensenwerk is, en dat men recht heeft op gelijkwaardige benadering en behandeling.
Gelijkwaardigheid is niet hetzelfde als gelijkheid. In de natuur is er geen gelijkheid, ieder wezen, dier, mens, plant is anders. Het gaat er dan ook niet om ieder wezen gelijk te maken, maar wel om recht te doen aan de eigenheid van elk wezen. In de ontmoeting en behandeling van de ander kan er sprake zijn van gelijkwaardigheid. Maar feit is dat uit de ongelijke verdeling van karaktertrekken, talenten, intelligentie, handigheid, fysieke gesteldheid, gevoelens voortvloeit dat in het samenleven altijd sprake is van ongelijkheid en hiërarchie. Op zich hoeft dat niet te leiden tot discriminatie en achterstelling, zolang mensen geen voorrechten of zeggenschap over anderen ontlenen aan eigenschappen waarover ze beschikken of meer beschikken dan anderen. Discriminatie en ongelijkwaardige behandeling zijn niet acceptabel, maar op verschillende gebieden moet er in de praktijk nog een strijd worden gevoerd om het uit te bannen.
Gemeenschap en globalisering Het humanisme predikt de gelijkwaardigheid van alle mensen. We kunnen streven naar wereldburgerschap, zoals dat al door de filosoof Kant werd gepropageerd. Toch hebben veel mensen meer het gevoel dat ze deel uitmaken van een regionale of nationale gemeenschap en minder van een Europese of wereldgemeenschap. Een wereldwijde verbondenheid is te groot en te abstract voor de meeste mensen.
Gedeelde identiteit speelt zich eerder af in de kleine wereld, waar mensen dezelfde taal spreken, dezelfde wortels hebben, vaak ook dezelfde ervaringen, doelen en denkbeelden hebben en elkaar gemakkelijk kunnen vinden. In de loop van de geschiedenis is het identiteitsgevoel stap voor stap uitgebreid, van stad naar regio en van regio naar land. Nu leven we in een tijd waarin het er op lijkt dat nationale gebondenheid plaats moeten maken voor de wereldstaat, willen we aan de dreiging van een ecologische of sociale catastrofe ontsnappen.
En we zien ook steeds meer tekenen dat nationale grenzen niet langer een scheidslijn vormen voor bepaalde transacties en gemeenschappen. Zo vinden wetenschappers elkaar gemakkelijk wereldwijd, maar ook mensen met belangstelling voor kunst, lhbt-ers, werkgemeenschappen, handel en markten enz. Engels wordt steeds meer onze wereldtaal, en internet ons voertuig. Dat biedt mogelijkheden om ondanks de verschillen met betrekking tot cultuur, religie en afkomst te werken aan een gemeenschap die samen moeilijke collectieve of individuele problemen oplost.
Denk aan de coronapandemie, voedseltekort, vervuiling, armoedebestrijding, gezondheidszorg, bevolkingsexplosie, de wereld stopt niet meer bij nationale grenzen. De combinatie van sociale, wereldwijde en nationale solidariteit biedt de mogelijkheid om belangen te bundelen en te richten op behoeften die er voor iedereen toe doen zoals betaalbare woningen, ziekenverzekering voor allen, basisinkomen, coöperatieve schone energie, gratis onderwijs, betaalbaar en gezond voedsel, nivellering arm en rijk.
Om tot een mondiale of zelfs Europese verbondenheid te komen, zal voor veel mensen een stapsgewijze aanpak nodig zijn. Startpunt is de sociale solidariteit in de directe leefomgeving.
Perspectief en uitdaging Het eigenbelang en de belangen van de meest nabije groepen waartoe we behoren, zoals gezin, familie, lokale club of vereniging is voor veel mensen belangrijker dan het grote en abstractere wereldbelang. Het ene is direct in het hier en nu merkbaar, het andere speelt zich veel verder van ons bed af in een ongewisse toekomst.
Het is de uitdaging om het wereldbelang hier en nu concreet te maken voor mensen zodat ze daar betrokkenheid bij krijgen. Dat kan door levendige scenario’s te presenteren die goed voorstelbaar en niet afschrikwekkend zijn. Verhalen die voeding geven aan het natuurlijke streven van de mens om gezond te willen blijven voortleven. Daarbij komt het gevoel van ongemak bij de keuze tussen individueel genotsmaximum en het behoud van de bedreigde aarde op behapbare manier naar voren, zodat mensen zichzelf af gaan vragen: wat kan ik doen om humaan leven voor iedereen op deze wereld te blijven garanderen?