Het is 20 augustus 1983 als Kerwin, een 15-jarige jongen, samen met een vriend op straat loopt. Hij krijgt daar een aanvaring met een paar skinheads. Uiteindelijk lopen Kerwin en zijn vriend een snackbar binnen omdat ze geen last meer willen hebben van deze groep jongens. Als Kerwin iets later toch weer naar buiten gaat, wordt hij opgewacht door een van de skinheads, een 16-jarige jongen, Nico Bodemeijer. Deze schreeuwt tegen Kerwin: ‘Vuile ni****! Ga terug naar je eigen land!’ De zestienjarige skinhead met de tatoeage 100% white op zijn arm, haalt een mes tevoorschijn en steekt de andere jongen in zijn buik.
Hevig bloedend loopt Kerwin naar een taxi. De taxichauffeur weigert hem mee te nemen naar het ziekenhuis, omdat hij niet wil dat zijn taxi vies wordt. Hij legt hem neer naast de taxi. Omstanders kijken vervolgens toe hoe de jongen langzaam maar zeker doodbloedt.
Dit is het Nederland van begin jaren tachtig. Een land waarin zinnen als ‘vol is vol’ regelmatig klinken, maar ook de tijd waarin mensen die dít soort dingen roepen zich nog voor de rechter moeten verantwoorden. De tijd van Hans Janmaat, Joop Glimmerveen, toen de vrijheid van meningsuiting nog begrensd was en deze grenzen door de rechter werden gehandhaafd. Het was de tijd dat ik zelf regelmatig uitging in Den Haag en zelf ook vaak de kale klootzakken tegenkwam die een hekel hadden aan iedereen die in hun ogen niet wit genoeg was. Net als Kerwin kon en wilde ik ook mijn mond niet houden wanneer ik door zo’n kale naarling belachelijk werd gemaakt of als één van deze lafbekken de kruk opeiste waar ik op dat moment op zat.
Door de dood van Kerwin Duinmeijer werd ik flink door elkaar geschud en voor het eerst in mijn leven was ik bang, doodsbang… zelfs bang voor mensen die je blijkbaar haten omdat je huidskleur hen simpelweg niet aanstaat. Ik merkte dat ik voorzichtig werd, mijn woorden binnenhield en als ik ergens een groepje skinheads zag en ik de mogelijkheid had, ik dan toch maar liever niet vlak langs ze liep.
Met het verstrijken van de tijd werd de angst langzaam maar zeker minder, maar echt onbevangen was ik niet meer en altijd bleef ik mij bewust van het feit dat mijn huidskleur en afkomst voor sommige mensen reden is om mij te haten.
20 augustus 2018 De skinheads van toen zijn de politici van nu en het gedachtegoed dat toen extreemrechts en strafbaar was is tegenwoordig de taal van het redelijke midden. Het gedachtegoed dat toen behoorlijk rechts was heet tegenwoordig vrij links. Nee, dit zijn zeker geen skinheads, want de meeste mensen met extreemrechtse gedachten weten zich tegenwoordig echt wel beter te verpakken. Ze verpakken zich zelfs met grote regelmaat in driedelig pak. Zeker diegenen die een baan op kantoor of in een aantal gevallen zelfs een plek in de Tweede Kamer hebben.
Het is 2018 en de minister die ons land moet vertegenwoordigen in het buitenland durft gewoon te beweren dat verschillende etnische groepen nou eenmaal niet vreedzaam samen kunnen leven en spreekt over een genetische blokkade voor het samenleven van verschillende culturen.
Dan zou je hopen dat men in politiek Den Haag direct en keihard aan de noodrem trekt en aangeeft dat iemand die bewust dit soort onversneden racistische uitspraken gestoeld op de rassenleer doet met onmiddellijke ingang zijn functie moet neerleggen. Maar niets van dit alles. Op wat voorzichtig en zacht gefluister na blijven de landelijke politieke partijen van links tot rechts zo goed als stil. Ja, nu, na de vakantie komen er wat reacties en afwijzingen maar gaat dit consequenties hebben? Ik geloof er helemaal niets van. Als mij iets duidelijk is geworden na de uitspraken van minister Blok is dat van witte Nederlanders in de politiek niet op steun en bescherming hoeft te worden gerekend.
De president van alle Nederlanders Mark Rutte heeft al laten weten dat minister Blok zijn fouten heeft rechtgezet omdat hij heeft aangegeven dat hij ‘zijn woorden ongelukkig en onzorgvuldig heeft gekozen en terugneemt.’ Waarmee hij dus eigenlijk zegt dat de boodschap die Stef Blok afgeeft niet verkeerd is maar dat deze gewoon anders verpakt had moeten worden.
In het jaar dat het 35 jaar geleden is dat Kerwin Duinmeijer vanuit blinde haat is vermoord is duidelijker dan ooit zichtbaar en hoorbaar dat wat altijd al aanwezig was maar meestal verborgen bleef. Racisme, discriminatie en vreemdelingenhaat verpakt in een lekker populistische boodschap die bij een groot aantal mensen best prettig in het gehoor ligt. Stap voor stap is met name de laatste 15 jaar racisme en het doen van racistische uitspraken ‘normaal’ geworden. Het benoemen van dit gedrag? Dat is en blijft een ander verhaal want dat is absoluut not done.
Ik schreef het al eerder en nog steeds is het een feit dat het grootste probleem dat Nederland heeft met racisme is dat men dit ten kost van alles wil blijven ontkennen. Het echte probleem met dit grote zwijgen tegen de omgeving die er racistische opvattingen op na houdt, is het feit dat je door dit zwijgen actief bijdraagt aan het in stand houden van racisme.
Journalisten, mediamakers en BN’ers zijn op die manier medeplichtig aan het (verbale)geweld en de bedreigingen waaraan niet witte mensen onderhevig zijn. En nee, dan gaat het niet alleen om de usual suspects als de in snel tempo radicaliserende Telegraaf columnist en de gesjeesde politicus en consorten die van het schrijven van racistische bagger hun dagelijkse werk hebben gemaakt maar juist over diegene die dat werk steeds maar weer nuanceren en marginaliseren.
Je zal verdomme maar puber zijn in deze tijden en opgroeien in de wetenschap dat je vaak niet meer gezien wordt als mens, maar alleen nog maar wordt beoordeeld zal worden op je religieuze achtergrond en huidskleur. Iedere dag weer horen niet-witte mensen op alle mogelijke manieren dat ze minder, dommer en crimineler zijn. Dat ze kunnen doen wat ze willen maar dat je nooit een ‘echte’ Nederlander zult zijn. Dat je kunt knokken zo hard je kunt maar dat jouw leven nou éénmaal altijd minder waardevol is.
Dacht ik toen in 1983 nog dat ik hier in Nederland ondanks de skinheads en racisten toch altijd veilig zou zijn en blijven, tegenwoordig ben ik daar alles behalve zeker van. Maar wat kan ik als individu doen? Ik kan het blijven benoemen, o.a. door mensen steeds weer aan te spreken en erover te schrijven ,terwijl ik schrijf al wetend wat de reacties zullen zijn. “als je het zo slecht hebt hier dan rot je toch op?’, als je dit al racisme noemt dan gaan mensen echt niet meer luisteren als er echt iets racistisch is, hier in Nederland valt het allemaal wel mee hoor, moet je eens naar de USA kijken, door dit te schrijven zorg je er juist voor dat mensen racistischer worden’ enz. enz. Waarom het dan toch doen? Waarom dan niet net als zoveel anderen zwijgen en wegkijken? Stukken rustiger en veel veiliger tenslotte.
Omdat ik het niet kan, omdat het gaat om mijn leven, mijn bestaansrecht en dat van al die anderen die soms op mij lijken en soms helemaal niet, maar wie net als ik in hun bestaan bedreigd worden. En misschien ook wel in de hoop dat die zwijgende meerderheid waar men het steeds weer over heeft eindelijk eens wakker zal worden en ziet dat de tijd van zwijgen al lang voorbij is en we onze longen uit het lijf moeten schreeuwen in een poging het tij te keren.