Hoe vreemd toch dat ‘de pers’ zich steeds vaker indekt met het triomfantelijke: “Wij beschikken over één of meerdere vertrouwelijke documenten..”.
Bronnenbescherming, prima. Dat er naar de pers ‘gelekt’ wordt is uiteraard ook van alle tijden, dat is het spel van strategie, manipulatie en politieke slimmigheden. Dat men dat prominent vermeldt in het artikel, als ware het een trofee, is een stap verder. Hier word iets gelegitimeerd, we hebben te maken met schijnbaar onweerlegbare feiten. Uiteraard ben ik niet zo naïef te denken dat men zich niet zou bedienen van ‘lekkende bronnen’, maar waarom dat tegenwoordig zo ruimhartig met ons lezers gedeeld?
Strijden met open vizier is één, maar het zo duidelijk onderstrepen is als een goochelaar die nog tijdens de act roept dat het ‘allemaal maar gezichtsbedrog’ is. Wat bedoelt het journaille hier eigenlijk te zeggen? ‘Mocht u aan de inhoud van dit artikel twijfelen, dan hoeft dat niet. De redactie beschikt immers over bewijsvoering’ (al dan niet legaal verkregen)? Een wel zeer bijzondere wijze van waarheidsvinding en/of nieuwsgaring.
Voelt die journalist zich werkelijk geruggesteund door het ‘grote gelijk’ van ‘documenten’ aangaande ‘de waarheid’ en verschaft hij/zij zich zo een alibi voor een slecht stukje journalistiek? Want daarvan is hier overduidelijk sprake. Vrijheid-Blijheidstukjes geschreven onder die veilige, wollen deken van ‘documenten-in-het-bezit-van-de-redactie’.
Wie waarborgt ons, de argeloze lezer, de legitimiteit van die documenten? Laat staan dat wij achting kunnen opbrengen voor die luie journalist die blijkbaar research en eigen netwerk heeft ingeruild voor klokkenluiders, betaalde informanten, slimme voorlichters en politici die uit eigenbelang notulen en andere documenten ‘lekken’.
Krantenartikelen met teksten als ‘Onze redactie beschikt over…’ zou men eigenlijk moeten mijden als de pest. Schrijvers die zo weinig fiducie in eigen journalistiek talent hebben dat hij/zij zich moet verschuilen achter gejatte danwel gelekte documenten zijn nauwelijks serieus te nemen of heiligt het doel weer eens alle middelen? Het weggevertje ‘..in bezit van de redactie..’ laat feitelijk zien dat hier sprake is van een inkoppertje. Ernstiger misschien, ‘een voorzetje’ van de oppositie die baat heeft bij een beetje vuilspuiterij of onrust wil zaaien in het vijandig kamp. Domme, luie journalistiek dus waar ieder serieus nieuwsorgaan zichzelf mee buiten spel zet. Toch zijn die verschuivende gedragscodes niet alleen laakbaar, ze zijn bovendien levensgevaarlijk. Niets is immers zo makkelijk vervalsbaar als ‘onomstotelijk documentenbewijs’, dat heeft de journalistiek gelukkig zelf al vele malen bewezen. Raar ook, dat men zich zo frank en vrij in de kaart laat kijken en aan het publiek mededeelt dat men in het bezit is van gestolen goed, want zo mag je gelekte documenten natuurlijk best noemen. De redactie als heler van ‘verboden papieren’ die vervolgens met vermelding daarvan gebruikt worden als basis van een artikel. Of… hebben we hier soms weer te maken met één of ander open protocol van de er-zou-zich-misschien-iemand-benadeeld/beledigd-kunnen-voelen-politie?
Een openbaar document, op het internet, van één der grotere landelijke dagbladen bied duidelijkheid. “Onze journalistiek moet controleerbaar zijn. De lezer mag van de krant verwachten dat we anonieme bronnen zoveel mogelijk vermijden en ons bij de uitzondering aan extra zorgvuldigheidseisen houden..”. “..ook kan overwogen worden in of onder het artikel de toevoeging op te nemen dat de volledige namen van de geïnterviewde personen bij de redactie bekend zijn”.
Inderdaad een vrijwel alledaags verschijnsel dat wat mij betreft in dezelfde categorie valt als “Wij beschikken over één of meerdere vertrouwelijke documenten..” .“Soms wil de redactie de lezers vertellen hoe er, bijvoorbeeld in de Tweede Kamer, off the record over personen of onderwerpen wordt gesproken”. Ja uiteraard willen wij dat allemaal weten, maar waarom in godsnaam met deze ‘disclaimer’ van vijf pagina’s, waarin de romantiek van de journalistiek aan flarden word gelegitimeerd en geanalyseerd?!
Straks hangt mijn groenteboer ook nog een bordje op met het bij voorbaat excuus ‘dat hij na toiletbezoek niet altijd zijn handen wast voor het afwegen van de groenten’.
Ik lees duizend keer liever: ’Deze info werd bij ons ten burele aangetroffen in een ongeadresseerde viezige envelop’ of ‘Deze info verkregen wij via een onguur type in de steeg naast onze redactie’. Vuile regenjassen, sigarettenpeuken, informanten dronken voeren en doorzagen, legitieme jatterij voor ‘het grote goed’. Bestaat dat vak van journalist eigenlijk nog wel of zijn het schrijvende onheilsprofeten geworden die, bang voor ‘critique de public’, alleen nog veile controleerbare stukkies voor eigen parochie schrijven? ‘Waarheidsvinding’ heet die nieuwe heilige koe. Getverderrie!
Geef mij maar een stuk good oldfashioned onderzoeksjournalistiek waar ook wel eens een stukje gezonde overdrijving danwel verbeelding doorheen fietst. Leest een stuk lekkerder dan al die risicoloos dichtgetimmerde en doodgecheckte brave hendrik-stukkies.
En voor wat betreft die heilige ‘Waarheid’ dames en heren journalisten, die blijkt toch altijd pas vijftig jaar later, dus laat je nu niet van de wijs brengen.