© Beeld: Laumachri, Nederland
Stop, beweging. Stop, beweging. Stop, beweging. Stop, beweging. Geen kernachtiger omschrijving van een der allerschoonste kunsten van mensenhand. Letterlijk 24 plaatjes per seconde, minutieus gemanipuleerd zodat bij het versneld afdraaien er beweging wordt gesuggereerd. En van die kunst is het wonderschone resultaat, de stop-motionfilm nog maar een onderdeel. Het productieproces van deze speelfilm(-pjes) op mini poppen-formaat is zodanig dat begrippen als ‘monnikkenwerk’ en ‘engelengeduld’ erbij verbleken. Het vereiste meesterschap om niet levende materie in beweging te krijgen is dungezaaid. De totale toewijding die de makers kenmerkt gutst van het scherm, dat kan eigenlijk ook niet anders. Stop-motionfilm kan men niet anders ondergaan dan met het daarvoor verzette werk in het achterhoofd.
Film maken duurt lang, tekenfilm nog langer en stop-motion een eeuwigheid. Een ieder die enigszins weet heeft van de productie van een speelfilm en zich de hoofdbrekens van de makers kan voorstellen, zal zich altijd weer blijven verbazen over de Godsonmogelijkheid van deze vorm van animatie.
De popjes, met uiterste precisie vervaardigd, de rekwisieten, de sets, de belichting, de ‘onzichtbare’ bewegingen waar visgaren een hoofdrol spelen en dat alles op mini-formaat, doen het publiek al tijdens het kijken verzuchten; “Wat een werk”. Zowel het arbeidsproces als het kunstwerkje zelf worden gelijkwaardig gewaardeert.
De bakermat van al dat moois ligt in Tsechië. Oude theater- en poppentraditie is daar diep geworteld en de Barandovstudio’s, Krátký en vooral het beroemde Trnka-studio’s produceerde al sinds de dertiger jaren een ongelooflijk aantal producties van zeer hoge kwaliteit. In de vroege jaren maakte vooral het communistisch systeem het zeer arbeidsintensieve vakmanschap tot een heuse industrie. Elk pruikje werd haartje voor haartje geknoopt. Boompjes, beestjes, kleertjes, alles handgemaakt en soms zelfs volledig functioneel.
Een geweertje van zo’n 10 cm lang had een echt bewegende trekker. Het telefoontoestel ter grootte van een Euro met echt draaiende schijf én los afneembare hoorn. Het wereldsucces van Pat en Mat, bij ons bekend als ‘Buurman en Buurman’ is mede te danken aan dat ongelooflijk oog voor detail. Iedereen kreeg hetzelfde en weinig betaald en dus waren er hele batterijen arbeiders die aan deze magistrale producties werkten. Na de val van het communisme was het dan ook snel gedaan, werden producties onbetaalbaar en hedentendage moeten we juichen als er weer eens een project wordt aangekondigt. 2008 bracht ons het gitzwarte ‘Mary and Max’, stop-motion voor volwassenen en in 2012 vierde de Belgische Emma de Swaef triomfen met haar meer dan 70 maal bekroonde ‘Oh Willy’. Drie jaar werk met een kleine ploeg leverde deze 17 minuten durende parel. Geheel uit stof, wol en textiel. In de Swaef’s eigen woorden resulteert dat “..In een zachtere en stillere wereld”.
Grote producties als ‘The Nightmare before Christmas’ (1993) werden gelukkig wereldsuccessen. Ruim honderd mensen werkten drie jaar aan deze klassieker maar zelfs de vermaarde Aardmanstudio’s (Wallace and Grommit) gingen in 2000 op dermate grote schaal produceren dat een significant deel van de stopmotion werd ingeruild voor CGI (Computer generated imagery)
Inmiddels zijn stop-motionprojecten vaak kleinschalig en zwoegen animators en een relatief kleine ploeg technici jaren aan het eindresultaat. ‘Wander to Wonder’ draait nu in de bioscoop. De (voor-)film van Nina Gantz duurt 14 minuten en dat kleine wondertje kostte haar zo’n acht (!) jaar om te produceren.
Ook in eigen land was er eind negentiger jaren nog ruimte voor het, weliswaar wat rudimentaire, maar toch erg amusante ‘Egoland’ van Martin Jan van Santen en tot slot won ‘Knor’ van Mascha Halberstad recentelijk zelfs nog een Gouden Kalf voor beste film. Hoop gloort.
Jan Svankmeyer, net als Jirí Trnka godfather van de stop-motionwereld, werd ooit gevraagd naar goede raad voor beginnende animators en antwoordde kort: “Begin er niet aan”. Fijn dat er altijd van die onverzettelijken blijven opstaan die hun eigen wijze weg gaan en ons verblijden met het sprookjesachtig resultaat van hun noeste arbeid.