Nederland stopt voorlopig niet met investeringen in olie en gas. Tijdens de klimaattop in Glasgow besloot een groep landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Denemarken dat wel te doen. Ook de Verenigde Staten sluit zich waarschijnlijk aan bij deze zogenoemde “kopgroep”. Rutte, die tijdens de COP26 nog zei zich graag bij de kopgroep aan te sluiten, haakt toch af. Dat meldt Nu.nl.
Het leek ook al te mooi om waar te zijn: demissionair premier Rutte die in eigen land door de rechter gedwongen moest worden om zich aan de CO2-doelstellingen te houden ( en het vonnis aan z’n laars lapte ), verkondigde op de klimaattop in Glasgow dat Nederland voorop moest gaan in de strijd tegen de klimaatcrisis. Gedurende een dag of twee leek de VVD-leider zich bewust van de catastrofe die inmiddels onafwendbaar lijkt, maar eenmaal terug in Den Haag is van die plotse bezinning weinig meer over.
Fossiele brandstoffen zijn de grootste aanjager van de CO2-uitstoot verantwoordelijk voor de opwarming van de planeet en daarmee de vernietiging van het leefklimaat. Dat de kopgroep nu het initiatief neemt om de investeringen in deze energie te stoppen, is gerust een doorbraak te noemen. Tijdens het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken de opwarming te beperken tot 1,5 graden, maar op de huidige koers stevent de aarde af op maar liefst 2,7 graden opwarming.
Nederland investeert jaarlijks zo’n 1,5 miljard euro in fossiele energie. Dat gebeurt via kredietverzekeraar Atradius die onder meer zorgdraagt voor financiële dekking van Nederlandse gas- en oliewinningsbedrijven in het buitenland. En er zijn geen plannen daarmee te stoppen, zoals bijvoorbeeld pensioenfonds ABP onlangs wel al deed. Pieter Pauw van de Frankfurt School of Finance zegt daarover tegen Nu.nl : ‘Dat Nederland niet meedoet in deze coalitie, onderstreept weer eens dat het veel praat maar weinig doet op het gebied van klimaat. Dat is bovendien strijdig met het Parijsakkoord.’
Tijdens een krachtige toespraak in Glasgow, noemde de premier van Barbados Mia Mottley de opwarming ‘een doodsvonnis’ voor eiland- en kustgemeenschappen. Ze riep de aanwezige wereldleiders op om meer te doen dan nu het geval is: