Het nijpende tekort aan sociale huurwoningen heeft niets te maken met migratie, en alles met een verwoestend effect van kabinetsbeleid onder de VVD van Mark Rutte op de sector. Dat blijkt eens te meer uit cijfers van branchevereniging Aedes, verzameld door EenVandaag. Tussen 2014 en 2020 verdwenen maar liefst 80.000 sociale huurwoningen bij de corporaties.
'Ik ben de eerste VVD'er die een heel ministerie heeft doen verdwijnen', sprak VVD’er Stef Blok trots nadat hij als minister van Wonen en Rijksdienst in het kabinet-Rutte II vakkundig de volkshuisvesting de nek om had gedraaid. Een van de maatregelen die funest hebben uitgepakt is het instellen van de verhuurdersheffing, waardoor verhuurders gezamenlijk miljarden aan belasting moesten afdragen over hun sociale woningvoorraad. Hoogleraar woningmarkt Marja Elsinga van de TU Delft legt uit:
De verhuurdersheffing is een heffing op woningen met een huur tot 763 euro. Er is geen heffing op woningen met een hogere huur. In de praktijk is dat natuurlijk voor commerciële verhuurders en woningcorporaties een stimulans om woningen te liberaliseren en over die grens van 763 euro heen te trekken.
Niet alleen bij de corporaties verdwenen sociale huurwoningen. Bovenop de eerdergenoemde 80.000 huurwoningen die naar de vrije sector of in de verkoop gingen, komt ook nog het deel bij particuliere verhuurders: ‘Uit een recente analyse van de Autoriteit Woningcorporaties blijkt dat vanaf 2015 alleen daar al 100.000 sociale huurwoningen minder zijn.’
Een groot deel van de Tweede Kamer is inmiddels voor het afschaffen van de verhuurdersheffing. De VVD is nog altijd tegen. De partij van Mark Rutte zegt open te staan voor eventuele aanpassingen, maar vindt afschaffen van de heffing ‘te ver’ gaan.