Dat de vier partijen het samen gaan proberen is hoe dan ook geen garantie voor de goede afloop
Na het even spectaculaire als onnavolgbare bochtenwerk van D66 kunnen de onderhandelingen voor een nieuw kabinet dan eindelijk, eindelijk beginnen. De vier beoogde coalitiepartijen zeggen nu haast te willen maken. Dat mag ook wel; de verkiezingen vonden immers al bijna zeven maanden geleden plaats. Maar of het ook zal lukken Rutte IV snel op het bordes te krijgen is nog helemaal niet gezegd. VVD, D66, CDA en ChristenUnie stellen zich tal van doelen die ongetwijfeld sympathiek klinken, maar die moeilijk te verenigen zijn.
Zo zeggen de partijen allemaal dat er een einde moet komen aan de jarenlange praktijk van voorbesprekingen in achterkamertjes. ‘Transparantie’ is het nieuwe toverwoord. Torentjesoverleg en andere bijeenkomsten waar de ‘klokken gelijk worden gezet’ zijn voortaan uit den boze. Politieke duidelijkheid zal pas worden geschapen op de daartoe meest geëigende plek: de vergaderzaal van de Tweede Kamer. ‘Dichtgeregelde’, dus lijvige regeerakkoorden zijn daarom niet meer op hun plaats. De coalitie mag wel afspraken maken, maar alleen op hoofdlijnen. Bewindslieden moeten de vrijheid krijgen zelf te bepalen hoe ze hun voornemens willen verwezenlijken. Zoiets dient niet allemaal tot achter de komma te zijn vastgelegd.
Anderzijds houden de vier aanstaande regeringspartners er op een aantal terreinen vergaande ambities op na. Dat geldt vooral voor het tegengaan van de opwarming van de aarde. Alle partijen willen dat dit proces stopt, maar de verlangens van D66 – en trouwens ook van de ChristenUnie – gaan heel wat verder dan die van VVD en CDA. Volgens D66-leider Sigrid Kaag moet Nederland ‘klimaatkoploper in Europa’ worden. Dat vergt gigantische overheidsinvesteringen. Het is zeer de vraag of VVD-leider Mark Rutte en zijn CDA-lakei Wopke Hoekstra daartoe bereid zijn.
Hetzelfde gaat op voor het onderwijs, waarin Kaag enorme bedragen wil steken, en voor het aanpakken van de stikstofcrisis. Alleen al bij dit laatste dreigt er een levensgroot conflict tussen D66 en het CDA. De eerste partij acht een halvering van de veestapel geboden. De christendemocraten, die zeggen op te komen voor de belangen van agrarisch Nederland, zullen zich daar zeker tegen verzetten. Ze zullen de VVD en de ChristenUnie (ook een plattelandspartijtje tenslotte) aan hun zijde vinden. De orthodoxe christenen zullen dan weer uiterst moeilijk gaan doen als D66 de medisch-ethische dossiers op tafel gooit.
Hoe je al deze en andere aspiraties kunt combineren met een ‘regeerakkoord op hoofdlijnen’ is mij een raadsel. De kabinetsformatie mag dan in een andere fase beland zijn, ik vrees dat dat nog lang niet de eindfase is. Als Rutte IV nog vóór Kerstmis de eed kan afleggen, mogen we vermoedelijk niet mopperen.
Dat de vier partijen het samen gaan proberen is hoe dan ook geen garantie voor de goede afloop. D66 kan nog altijd weglopen. Ook de kleine, maar voor een meerderheid onmisbare ChristenUnie zou zich recalcitrant kunnen gaan gedragen. Partijleider Gert-Jan Segers heeft zich het voorbije half jaar meermalen een moeilijk in te schatten gesprekspartner getoond. Van consistentie heeft de man die eerst wel, toen absoluut niet, en uiteindelijk toch weer wel met Rutte wilde samenwerken in elk geval weinig last.
Natuurlijk, ook als alles misloopt blijft het mogelijk een wankel minderheidskabinetje van VVD en CDA op de been te helpen. Maar mocht het zover komen, dan zal zelfs de rasoptimist Rutte een bijzonder lang gezicht trekken.