Extreem rechts in Nederland leest weinig. Het komt meestal niet verder dan tweets en blogjes. Daarom denken ze dat De Volkskrant nog steeds het levensgevoel van de jaren zestig verwoordt. Dat noemen ze in zulke kringen “zuur links”. Daarom hebben die onnozele halzen het nog steeds over de “Azijnbode”
Vrijdag 1 oktober is niet alleen de verjaardag van mijn vader zaliger maar ook van De Volkskrant als dagblad. Het eerste nummer verscheen precies een eeuw geleden. De uitgave was een initiatief van de katholieke vakbonden, die meenden dat hun specifieke geluid in de rest van de roomse pers onvoldoende tot zijn recht kwam. Tegelijk moest de krant het lijfblad worden van de eigen achterban. Dat laatste lukte niet erg. De katholieke arbeiders bleven in grote meerderheid hun plaatselijke krantje trouw. De Volkskrant drong hoogstens tot de kaderleden van de vakorganisatie door.
Een echte doorbraak kwam pas na de bevrijding in 1945 toen de door de Duitse bezetter al in een tamelijk vroeg stadium verboden Volkskrant een doorstart maakte als ochtendblad. Die had je toen nauwelijks in Nederland. Bovendien werd de basis van de krant verbreed. De politiek leider van de Katholieke Volkspartij Carl Romme werd staatkundig hoofdredacteur. Hij schreef langademige commentaren waaruit je kon opmaken hoeveel ruimte de rooms rode regeringscoalitie in Den Haag kreeg. De algemene hoofdredacteur was de journalist Joop Lücker die de fijne kneepjes van het vak in Londen had geleerd en vervolgens zijn sporen verdiende bij De Telegraaf.
Die Volkskrant lazen wij thuis. Mijn vader was een zeer overtuigd lid van de Nederlands Katholieke Grafische Bond. Hij volgde de politiek en verlangde dat na de bevrijding de arbeiders eindelijk serieus werden genomen. Daarom zou hij zijn kinderen laten doorleren. Doorleren was niet langer het voorrecht van de rijkelui die voorin de kerk een vaste plaats hadden met een eigen naambordje. Op de een of andere manier sterkte De Volkskrant hem in dat voornemen.
Mijn moeder was tégen de Volkskrant omdat er geen ruimte was voor plaatselijk nieuws..Dat stond wel in de Nieuwe Schiedamsche Courant , een suf afleggertje van de conservatief katholieke Maasbode , die in 1959 uit armoede moest fuseren met De Tijd. Mijn vader vond het ontbreken van stadsnieuws juist een pre. Hij was immers niet geïnteresseerd in fietsendiefstallen maar vooral in landelijke politiek en wereldnieuws. De berichtgeving daarover stak in de Nieuwe Schiedamsche Courant maar bleekjes af tegenover de heetst-van-de-naald-verhalen die volgens Lücker de kracht van zijn Volkskrant hoorde te zijn.
Toen ik eenmaal had leren lezen, steunde ik mijn vader in deze strijd want in De Volkskrant stonden Tom Poes en op zaterdag een getekende rubriek over bijzondere dingen in Nederland, het Merckwaerdigste meyn bekent. Op de columns van Godfried Bomans, die Lücker op de voorpagina plaatste, lette ik nog niet. Dat kwam pas op het Sint Franciscus College, waar mijnheer Van Wely, onze leraar Nederlands, er op zaterdagochtend – dan verschenen ze – er een heel enkele keer eentje van voorlas. Mijnheer Van Wely had dus ook de Volkskrant. Hij was op mijn school een uitzondering, want daar lazen ze allemaal De Tijd-Maasbode, winkelierskinderen als zij zo vaak waren . Thuis hadden mijn vader en ik de strijd verloren want de Volkskrant werd nogal lapidair bezorgd. Daarom dwong mijn moeder uiteindelijk de overstap af naar de Nieuwe Schiedamsche Courant en de opvolgster daarvan Het Nieuwe Dagblad. Ik bleef nu verstoken van Tom Poes en het Merckwaerdigste meyn bekent.
Op het Sint Franciscus College hoorde ik dat er bij de Volkskrant en paleisrevolutie had plaatsgevonden. Als gevolg van het tweede Vaticaanse College wilde het merendeel van de redactie de oude Roomse plunje door een moderner kostuum vervangen. Joop Lücker – onder ons gezegd en gezwegen als baas een klootzak pur sang – werd verdreven. Op school zei pater Sanders, die we in plaats van meneer van Wely hadden gekregen: “Je kunt het aan de voorpagina zien. Die is een stuk sensationeler geworden”. Meneer Geerlings van Grieks was woedend dat de onderkop “Katholiek dagblad voor Nederland” werd afgeschaft. Het was een treurig teken des tijds, vond hij. Als hij in de stemming was, besteedde hij een groot deel van de les aan prachtig geformuleerde tirades tegen de modernisering van de katholieke kerk en dan moest De Volkskrant het meestal ook ontgelden.
Het Nieuwe Dagblad gaf de geest. Zo zag mijn vader kans De Volkskrant weer in huis te halen.
Na het verdwijnen van Lücker was de krant een linkse koers gaan varen. De redactie, nu onder leiding van Jan van der Pluijm, snoof de tijdgeest van de jaren zestig op en handelde dienovereenkomstig. De Volkskrant waaide met de heersende wind mee en dat legde bedrijfsmatig geen windeieren. De oplage – die in de tijd van Lücker niet over de grens van 170.000 heen kwam – begon steeds sterker te stijgen. Ook het karakter van de lezersschare veranderde. Van een ochtendblad voor het katholieke volk werd de Volkskrant hét lijfblad van de babyboomers die net als ik hadden mogen doorleren en zich nu als een culturele en politieke voorhoede beschouwden. De Volkskrant schreef hen consequent naar de mond. Het succes van de vernieuwde krant was net zo goed te zien aan de vele personeelsadvertenties. Elk zaterdagnummer bevatte vele pagina’s met vacatures bij onderwijs- en overheidsinstellingen.
Nu De Volkskrant afscheid had genomen van zijn katholieke karakter, bleef alleen het talent over de geur van de tijdgeest tijdig op te snuiven. Als daarvan het aroma veranderde, veranderde De Volkskrant mee. In de jaren zestig en zeventig gold ze als de spreekbuis van links. Daar liep je als kind van de nieuwe tijd mee onder je arm met in je zijzak Vrij Nederland of de Haagse Post. En op zondagavond keek je naar de VPRO.
De redacteuren zelf vonden zich héél wat. Ze liepen bij wijze van spreken over het water van de Amstel naar hun werkplek op de Wibautstraat. Dat is niet veranderd blijkens de uitgebreide zelfbewieroking die op de dag van het eeuwfeest werd gepubliceerd.
Iets anders is wel veranderd. De krant begon zich in de jaren negentig een beetje te generen voor al dat linkse levensgevoel. Dat kwam door de invloed van de yuppies en het managersvolk. Die verandering van de tijdgeest maakte de Volkskrant qualitate qua mee.
Ook de opkomst van het Fortuynisme liet de krant niet onberoerd. Nu rechts steeds meer de agenda bepaalde en de geest der eeuw een behoudende en xenofobe richting insloeg, bewoog De Volkskrant mee. In 1999 verliet de conservatieve journalist Hendrik Jan Schoo Elseviers Magazine om adjunct hoofdredacteur te worden. En in 2006 kreeg Chris Rutenfrans, criminoloog van de harde lijn en behoudend denker, de leiding over de opiniepagina. Dit soort benoemingen geven er blijk van dat sinds de eeuwwisseling het personeelsbeleid is veranderd. De krant geeft sindsdien nadrukkelijk ruimte aan een rechts geluid. Sprekende voorbeelden daarvan zijn Martin Sommer en Arthur van Amerongen.
Dat maakt de huidige Volkskrant nogal hybride want er is ook nog plaats voor progressieve geluiden zoals die van Sheila Sitalsing of Bert Wagendorp.
Extreem rechts in Nederland leest heel weinig. Het komt meestal niet verder dan tweets en blogjes. Daarom denken ze in die hoek dat De Volkskrant nog steeds het levensgevoel van de jaren zestig verwoordt. Dat noemen ze in zulke kringen “zuur links”. Tegelijk hebben die onnozele halzen het nog steeds over de “Azijnbode” terwijl er op de akkers van de Volkskrant toch genoeg ideologisch stinkende gouwe bloeit waar ze hun snuit graag in zouden steken als ze maar wisten dat er zoveel van hun gading te vinden was.
Wat er ook gebeurt, de Volkskrant blijft altijd in het spoor van de geest des tijds.
Daarom kan dat eeuwfeest nu gevierd worden zonder zorgen voor de toekomst. Dat ene, maatgevende talent van ze raakt de redactie nooit kwijt.
Het verschil tussen de Volkskrant en de Nieuwe Schiedamsche Courant , willekeurige voorbeelden zonder bijzonder nieuws. De kranten van de zaterdag daarna meldden dat de Russen een satelliet in een baan om de aarde hadden gebracht. Daarmee was het ruimtevaarttijdperk begonnen.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over de politiek van nu en geschiedenis.