Een oordeel houdt geen veroordeling in. Het gaat erom wat je ervan kunt leren voor als de nood aan de man komt
De dramatische serie "De Joodse Raad" nadert zijn einde. Aan het eind van de vierde aflevering, die op eerste paasdag werd uitgezonden, zien we Abraham Asscher en professor David Cohen zélf op de trein stappen naar Westerbork. Bij wijze van beloning werd Cohen niet naar Asuchwitz gedeporteerd maar naar Theresienstadt in Tsjechië. Asscher kwam in Bergen-Belsen terecht. Daar was voor zulke bijzondere gevallen de overlevingskans groter ook al liep je net zo goed kans dat je naar een tijdje toch doorgestuurd werd naar Polen.
Theresienstadt of Terezín was een historische vestingstad die keizer Jozef II in 1780 had laten bouwen. Mede dankzij de kazernegebouwen kon je er duizenden en nog eens duizenden mensen op elkaar proppen. De toestanden waren er veel slechter dan in Westerbork. Er heersten honger en epidemieën.
Het kan niet anders of Cohen is in Theresienstadt Kurt Gerron tegen het lijf gelopen. Die kende hij uit Amsterdam. Hij was een Duits joodse acteur en filmmaker die zijn loopbaan in Nederland probeerde voort te zetten na een schitterende carrière in Berlijn. Bij ons regisseerde hij de succesfilms Merijntje Gijzens Jeugd en het Mysterie van de Mondscheinsonate. Tijdens de bezetting was hij directeur van de Hollandsche Schouwburg, het enige theater dat nog joden mocht toelaten. Hij organiseerde daar de ene voorstelling na de andere tot die fatale avond waarop Sturmbahnführer Ferdinand aus der Fünten persoonlijk op het toneel verscheen om te melden dat de grote zaal voortaan doorgangshuis zou zijn voor vertrekkende joden.
In Theresienstadt kreeg Gerron een bijzondere opdracht: hij moest een film maken over het prettige leven van de joden, die zich bezig hielden met kunst, cultuur en sport. Titel: der Führer schenkt den Juden eine Stadt. Alles werd tot in de puntjes in scène gezet. Alles was leugen en bedrog. Aan een eindmontage is Kurt Gerron niet toegekomen. Na afloop van de opnamen werden hij en iedereen die aan de film had meegewerkt of erin voorkwam naar Auschwitz gedeporteerd en daar onmiddellijk vergast. De ware toedracht van de film mocht immers nooit naar buiten komen.
In hun propaganda versluierden de nazi's de Holocaust achter woorden als "definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk" of – in Nederland - "werkverruiming in het oosten". Toen de Russen in de buurt van Auschwitz kwamen, deden de nazi's hun best de gaskamers en de crematieovens zoveel mogelijk weg te halen. Het bevel aan Gerron om die nepdocumentaire te maken was kennelijk ook een element in de strategie de Holocaust zoveel mogelijk verborgen te houden.
Over het algemeen slaagden de nazi's in hun opzet. Ook in Nederland. Het was bekend dat joden massaal naar "het oosten" werden afgevoerd en dat je daarna niets meer van hen hoorde. De meeste mensen dachten er liever niet over door. Ook had men in de zware bezettingsjaren andere dingen aan het hoofd. Na hun verdwijning vergat men de joden snel. Zo moet het wel gegaan zijn.
De afgelopen weken is Rob Oudkerk, oud politicus van de PvdA en kleinzoon van professor Cohen regelmatig in de media verschenen. Hij heeft als klein kind nog bij opa op schoot gezeten, want de beide voorzitters van de Joodse Raad kwamen na de bevrijding heelhuids in Amsterdam terug. Daarbij filosofeerde hij regelmatig over de schuldvraag. Waren Asscher en Cohen collaborateurs of hadden zij onder gruwelijke omstandigheden toch geprobeerd hun verantwoordelijkheid te nemen en het beste te doen? Oudkerk sprak daarbij smalend over de koningin en de regering die de benen namen naar Engeland en – zo impliceerde hij – iedereen met de gebakken peren-lieten zitten.
Al direct na de oorlog kwam het drama van de Joodse Raad in de goed-fout discussie terecht. De geschiedschrijver des rijks Loe de Jong en Jacques Presser, auteur van het nog steeds schokkende en magistrale Ondergang, hadden destijds geen goed woord over voor deze instantie. Dr. Bart van der Boom, docent aan de Universiteit Leiden, kwam in 2022 tot een genuanceerder oordeel in zijn De Politiek van het kleinste Kwaad. Hij is ervan overtuigd dat Asscher en Cohen goede bedoelingen hadden. In een eerder werk, Wij weten niets van hun Lot, betoogt Van der Boom dat er in Nederland nauwelijks een vermoeden bestond over de Holocaust.
Het is heel voorstelbaar dat iemand als Rob Oudkerk worstelt met vragen rond de schuld van zijn eigen grootvader. Datzelfde geldt misschien voor veel meer nazaten van medewerkers van de Joodse Raad. De vraag is of de maatschappij als geheel voor het huidige tijdsgewricht erg veel aan een goed-fout-discussie heeft. Van groter belang is de vraag wat Asscher, Cohen en de Joodse Raad met hun aanpak hebben veroorzaakt. De conclusie is onmiskenbaar: zij hebben een grote bijdrage geleverd aan de succesvolle afwikkeling van de Holocaust in Nederland. Zij speelden precies de rol die de nazi's voor hen in petto hadden. Dat gold ook voor de meeste Nederlandse instanties die bij de isolatie, uitplundering en wegvoering van de Nederlandse joden betrokken waren. Zij hebben nauwgezet hun taken vervuld en hun rol gespeeld zonder zich te bekreunen om de gevolgen. Na de bevrijding gingen zij daarmee door, bijvoorbeeld door teruggekeerde joden allerlei aanslagen op te leggen wegens achterstallige belastingbetaling.
Uit Duitsland keerden 5000 weggevoerde joden terug. De rest is omgebracht of omgekomen. Verreweg het grootste deel van de overlevenden dankten dit aan een tijdige onderduik. Het enige wat zoden aan de dijk zette, was sabotage en het heimelijk dwarszitten van de Duitsers. Openlijk verzet, zoals tijdens de Februaristaking, was heroïsch maar leverde niets op. Wat dat betreft bood de aanslag van Gerrit van der Veen en de zijnen op het Amsterdamse bevolkingsregister meer perspectief. Zij staken dit in brand in de hoop dat de Duitsers het niet meer konden gebruiken om personen op te sporen. Helaas verkoolden alleen de randen van de steekkaarten. Voor het allergrootste gedeelte bleven zij leesbaar.
Tijdens zijn laatste collegereeks – over wat je tegen kwam als je de opdracht kreeg de massamoord op de Nederlandse joden te beschrijven en wat dit met je deed – zei Presser destijds al dat sabotage de meeste kans op succes bood. Documenten vervalsen, ontsnappingsroutes en onderduikplekken creëren, voorbijlopen en niet handhaven. De gedachten van de moderne burger gaan hierbij uit naar Schindler's List of Bankier van het Verzet, die laat zien hoe de gebroeders Van Hall de Nederlandsche Bank op frauduleuze wijze van tientallen miljoenen guldens beroofde ten behoeve van het verzet.
Dit is de les voor als straks in Nederland opnieuw de vrijheid teloorgaat en mensen vervolgd worden om hun mening of hun afkomst.
Ook op Pasen verspreidde de historicus Johan Snel via X een foto die alles zegt en in ons geheugen gegrift hoort te blijven:
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: Holocaust in de tijd van Gaza.