Als God werkelijk groot is, is hij niet zo kleinzielig om zich aan een kinderfeest te storen
Onder de rook van de NPO in Hilversum exploiteert imam Abou Hafs een succesvol YouTube-kanaal. Zeer regelmatig houdt hij preken over de manier waarop moslims zich in onze samenleving dienen te gedragen. De islam is volgens hem namelijk niet alleen een geloof maar een complete levenswijze die het totale bestaan bestrijkt. Dezer dagen ging het over Sinterklaas.
Mogen moslims dat feest meevieren? Het antwoord van Hafs luidt nadrukkelijk: ‘Neen’. Dat heeft te maken met tawheed en shirk. Tawheed is het geloof in één god en de overtuiging dat er geen enkel ander wezen bestaat met goddelijke eigenschappen. Wie er anders over denkt maakt zich schuldig aan shirk. Dat is het toekennen van goddelijke eigenschappen aan anderen dan God.
Dit is met Sint Nicolaas het geval, aldus Abou Hafs. De kinderen wordt immers verteld dat hij alles ziet en alle wandaden van de mensen in zijn Grote Boek opschrijft. Uitsluitend God is echter de alziende en de alhorende. In de Koran staat: “Niemand is gelijk aan hem”. Daarom moet de moslim, aldus Abou Hafs, ver van het Sint Nicolaasfeest blijven. Je bedrijft anders shirk en volgens de Koran heeft God dan de deuren van het paradijs voor je verboden en het eeuwig vuur zal je verblijfplaats zijn. Het is aan islamitische ouders om niet alleen zichzelf maar ook hun kinderen tegen dit gevaar te beschermen.
Abou Hafs heeft daarnaast een praktische reden om zich te verzetten tegen het Sinterklaasfeest. Het is gebaseerd op leugen en bedrog, waarvan de moslim ver dient te blijven. Dat niet alleen: als het kind heeft ontdekt dat die hele toestand rond Sint Nicolaas maar flauwekul was, gaat het misschien denken, dat dit met God, de alwetende, de alziende ook het geval is.
Is het aan mij om mij met deze zaken te bemoeien, terwijl ik geen moslim ben en alleen nog maar in de kerk kom bij sommige begrafenissen? Jazeker. Ik heb in deze columm consequent het woord God gebruikt en Allah vermeden. Allah is namelijk het Arabische woord voor God, niet meer. Moslims christenen en joden vereren dezelfde god, namelijk die van Abraham, Isaäk en Jacob uit de Bijbel. Ze zijn er allemaal van overtuigd dat er slechts één God bestaat en geen andere.
Deze god heeft een aantal eigenschappen: hij kent geen begin en geen einde, hij is volmaakt, hij is overal, hij is alwetend. Hij is alziend. Hij is alhorend. Hij is alvoelend. Hij is almachtig. Hij is goedertieren. Hij is barmhartig. Hij is genadig. Hierover zijn de joden, de christenen en de moslims het eens. Zo heeft iedereen die is opgevoed met deze God het als kind geleerd. Het geloof in God is bij mij langzaam weggeëbd maar het blijft mijn God en ik het recht een oordeel te hebben over wat anderen hém toedichten want of hij nu bestaat of niet, God maakt deel uit van mijn opvoeding.
Abou Hafs is een echte boeteprediker ‘van Hollandse potaard’, zoals Bakhuysen van den Brink het honderdvijftig jaar geleden al zei. Hij verheft zijn stem in een land waar al eeuwen voor hem orthodoxe dominees de gelovigen de mantel uitveegden en katholieken zaten te rillen als gespecialiseerde paters – vaak Redemptoristen – op de kansel in het kader van vastenmeditaties hel en verdoemenis preekten. De tóón ook. Helemaal ds. Vroegindewei of pater Borromeüs de Greeve.
Heeft hij gelijk? Stopt God de Sinterklaasvierders in de hel? In de Bijbel en in de Koran wordt het vereren van andere goden dan God inderdaad verboden. De Bijbel is geschreven onder goddelijke inspiratie maar van de Koran is de Almachtige persoonlijk de auteur. Het is duidelijk wie dan bedoeld worden: Baäl, de goden van de Mekkanen uit de tijd van de Profeet, en in onze contreien Wodan op zijn achtvoetig paard of Thor, of Freya.
In de Bijbel staat een verhaal over het offer van Abraham, dat ook een grote rol speelt in de islam. God eist van Abraham dat hij zijn enig zoon Isaäk offert. Abrahams hart krimpt ineen maar als hij al klaar staat met het mes, stuurt God een engel die hem tegenhoudt. In plaats daarvan offeren vader en zoon een ram. Dit verhaal stamt uit een tijd dat kinderoffers in het Midden-Oosten heel gebruikelijk waren. Het is in de wereld gebracht om glashelder te maken dat God van kinderoffers niet gediend is. Nooit. Om geen enkele reden. En de geschiedenis van Abraham en Isaäk heeft ongetwijfeld talloze zuigelingen het leven gered.
Als God voorschriften geeft, gaat het over grote zaken, niet over kleinigheden. Waarom zou Hij in hemelsnaam problemen hebben met een maskerade, die door de mensen in het leven is geroepen om kinderen een avond per jaar glinsterende ogen te geven, om hun hart vol verwachting te laten kloppen? Een God die daar een drama van maakt is niet alwetend, barmhartig of goedertieren. Die is kleinzielig. Die is een mierenneuker. Die is een pretbederver.
Zo’n God is derhalve net zo min algoed of volmaakt. En dan bestaat hij niet want – daar zijn de christenen, de moslims en de joden het ook over eens – die volmaaktheid is een essentiële eigenschap voor een eeuwig wezen, dat hemel en aarde geschapen heeft. Anders hebben we te maken met een hersenschim. Of in het ergste geval met Satan, de gevallen engel die de belichaming is van het kwaad.
Wie zijn de mensen om de werkelijke betekenis achter Gods woord te kunnen achterhalen? Ze moeten wel. De teksten van de Almachtige zijn niet eenduidig. Zij zijn voor verschillende interpretaties vatbaar en er bestaan onder de gelovigen in God dan ook tal van scholen, die onderling van mening verschillen over Gods bedoelingen en ook Gods natuur.
De mensen moeten wel. Als Bijbel en Koran wel volstrekt duidelijk waren en voor één uitleg vatbaar, zouden beide boeken volstrekt gedateerd zijn. Dan waren ze maar op een situatie in een bepaalde tijd op een bepaalde plek toepasbaar. Nu biedt vrijwel elke tekst een rivierbedding aan betekenissen. Dat maakt de boeken tijdloos. Om er iets bruikbaars uit te halen, om te weten wat God wil, is het belangrijk om Zijn natuur in aanmerking te nemen bij de interpretatie van Zijn Woorden. Welnu, een genadige, barmhartige God kan alleen maar aardigheid hebben in het Sinterklaasfeest. Abou Hafs ziet het verkeerd. Wie zegt: ‘God is groot’, mag hem geen kleinzieligheid toedichten.
Overigens wil de imam Sinterklaas niet verbieden. Hij vindt dat alle volkeren hun eigen feesten moeten vieren, de moslims hun Suiker- en Offerfeesten, de christenen hun Pasen en Kerstmis. Ook dat is niet aantrekkelijk. Sympathieker is de praktijk in Suriname, waar moslims, hindoes en christenen elkaars feesten meevieren.