© Il Quarto Stato van Giuseppe Pellizza da Volpedo, 1901
Bij de val van de Muur in 1989, en ook later bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie eind 1991, was er zowel in het Westen als het Oosten bij velen de hoop op een nieuwe samenleving op basis van rechtvaardigheid, solidariteit, voorspoed, vrijheid en gelijkheid. Nu, ruim 30 jaar later, moeten we erkennen dat het ideaalbeeld van toen nergens is gerealiseerd.
De mantra van de vrije markt en de neoliberale dominantie laat over de hele wereld zijn sporen na. De kloof tussen arm en rijk neemt alsmaar toe. Er wordt gesproken over kansen die je krijgt en over eigen verantwoordelijkheid, maar de voorwaarden om kansen te benutten of verantwoordelijkheid te nemen worden steeds meer beperkt. Een aantal grote en machtige spelers op de wereldmarkt bepaalt de spelregels, en wie niet aan die spelregels kan of wil voldoen valt buiten de boot. In het algemeen krijgen mensen die zich niet kunnen of willen conformeren te weinig om te leven en te veel om te sterven, hoewel velen zelfs te weinig krijgen om te leven.
De kloof tussen arm en rijk manifesteert zich niet alleen bij het vervullen van primaire behoeften, maar ook op alle terreinen van participatie in de samenleving. Denk aan zorg, sport, kunst en cultuur, onderwijs, recreatie, sociale contacten. Verschillende groepen hebben daardoor hun eigen bubbel met eigen denkbeelden en informatiekanalen. Het onbegrip tussen de groepen neemt toe. Er treedt polarisatie op van meningen op basis van geruchten en emoties. Dit kan een voedingsbodem zijn voor geweld en normoverschrijdend gedrag zowel van de 'haves' als de 'havenots'. Als daarop anarchisme dreigt, wordt de roep om en de acceptatie van sterke autoritaire leiders groot. Dit proces is thans ín vele landen in volle gang.
In de voormalige communistische staten komt daarbij nog het gegeven dat er van oudsher maar weinig zelfregulatie bestond. De omwenteling naar eigen verantwoordelijkheid heeft diep ingegrepen in bestaande sociale structuren en tot grote onzekerheid en ontheemding geleid. Bij veel mensen is na een eerste euforie van beleving van vrijheid het verlangen naar de oude structuren weer opgelaaid, want van vrijheid zonder brood kun je niet leven. Er ontstond hier een machtsvacuüm dat ruimte bood aan dictatoriale leiders zoals Orbán, Loekasjenko of Poetin. In plaats van een wereld van democratie en solidariteit is er in veel oude communistische landen in de ontstane leegte een wereld van pakken wat je pakken kan geschapen.
Zowel in de Westerse als in de Oosterse wereld is er hetzelfde effect van de ontwikkelingen. Het marktgeleide neoliberalisme van het Westen en de huidige dictatuur van het Oosten hebben beide geleid tot marginalisatie van hen die niet mee kunnen of mee willen doen. In plaats van een waardegeoriënteerde wereld is er op veel plaatsen een machtsgeoriënteerde wereld gekomen.
In deze woestenij zijn de uitgangspunten van het socialisme met een menselijk gezicht het noodzakelijke alternatief. Gegarandeerde vervulling van primaire levensbehoeften voor iedereen en toegang tot maatschappelijke en culturele voorzieningen voor iedereen. Stimuleren van persoonlijke ontwikkeling, zorg voor elkaar en voor onze omgeving. Het lijken oude idealen, maar ze zijn in deze wereld harder nodig dan ooit. Als dat het karakteristieke beeld is van de rode mens, dan moeten we die weer op een voetstuk plaatsen.