Mona Keijzer, Kamerlid van BBB, haalde deze week de krantenkoppen met een opmerking die, zoals vaak het geval is met populistische uitspraken, even simplistisch als schadelijk is. In een televisie-uitzending beweerde Keijzer dat antisemitisme bijna een onderdeel is van de islamitische cultuur. Hiermee gooide ze niet alleen olie op het vuur van een toch al gepolariseerde samenleving, maar negeerde ze ook de historische werkelijkheid op schokkende wijze.
Keijzers uitspraak roept een aantal pijnlijke herinneringen op aan een verleden dat velen van ons liever niet onder ogen zien. De Holocaust, uitgevoerd door witte, blauwe-ogige Europeanen, was een genocide die niet alleen Joden trof, maar ook Romas, Sinti, LGBTQ+-gemeenschappen en mensen van kleur. De systematische uitroeiing van deze groepen was het werk van een ideologie die zijn wortels vond in Europees antisemitisme en racisme, niet in de islamitische wereld.
In de nasleep van de Holocaust vonden veel Joden toevlucht in landen buiten Europa, waaronder islamitische landen in het Midden-Oosten en Afrika. Deze landen boden onderdak aan hen die door het naziregime vervolgd werden, een feit dat Mona Keijzer blijkbaar liever vergeet. Door te suggereren dat antisemitisme een islamitisch probleem is, verdraait zij bewust de geschiedenis en speelt zij een gevaarlijk spel van demonisering en dehumanisering.
Het is verontrustend dat politici zoals Keijzer de slachtoffers van de Holocaust gebruiken om hun eigen xenofobe agenda te rechtvaardigen. Ze beweren tegen racisme en antisemitisme te zijn, maar gebruiken dezelfde giftige retoriek om hele bevolkingsgroepen te demoniseren. Dit is niet alleen moreel verwerpelijk, maar ook gevaarlijk. Het creëert een vijandbeeld dat de samenleving polariseert en moslimgemeenschappen marginaliseert.
Keijzers woorden hebben geleid tot een aangifte door een groep moslims, bijgestaan door juristen, die haar uitspraken als beledigend en opruiend beschouwen. De initiatiefnemer, Kasim Tekin, benadrukt de pijn en het gevaar van dergelijke retoriek. Het excuus van Keijzer – een halfslachtig "sorry als het zo overkwam" – doet niets af aan de impact van haar woorden.
De kern van het probleem ligt niet alleen in de specifieke woorden die Keijzer gebruikte, maar in het grotere frame dat zij en anderen creëren. Door moslims neer te zetten als inherent antisemitisch, dragen zij bij aan een klimaat waarin discriminatie en haat tegen moslims genormaliseerd worden. Dit heeft directe gevolgen voor de veiligheid en het welzijn van moslimgemeenschappen in Nederland.
Het is van essentieel belang dat we ons bewust blijven van de geschiedenis en de werkelijke bronnen van antisemitisme en andere vormen van haat. Het gemak waarmee politici de geschiedenis herschrijven om hun eigen agenda te promoten, is gevaarlijk en moet worden bestreden. De strijd tegen antisemitisme vereist dat we alle vormen van haat en discriminatie serieus nemen, zonder bepaalde groepen als zondebok te gebruiken.
Mona Keijzer en haar medestanders spelen een gevaarlijk spel. Een spel dat niet alleen schadelijk is voor de moslimgemeenschap, maar voor de hele samenleving. Het is aan ons allemaal om waakzaam te blijven en dit soort retoriek te verwerpen, voordat de verdeeldheid die zij zaaien onherstelbare schade aanricht.