Wat politici van Shakespeare kunnen leren is dat een waar kinderpardon niet alleen humaner, maar ook gewoon veel realistischer en daadkrachtiger is dan dit holle beleid
In het toneelstuk ‘Thomas More’ zet Shakespeare de hoofdpersoon tegenover een groep woedende opstandelingen, die de huizen van immigranten in brand willen steken. Volgens de rebellen is dat vreemde volk alleen gekomen om zich te verrijken op kosten van de Engelsen. More weet ze op andere gedachten te brengen, met een toespraak van een verbluffende actualiteit:
Stel je voor dat je ze het land uit krijgt En dat je kabaal de Engelse majesteit overstemt, En stel je voor dat die miserabele vreemden, Met hun baby’s op hun rug en hun armzalige bagage, Naar havens en kusten sjokken voor hun transport, En dat jij daar zit als een koning in je dromen, De overheid verstomd door jouw gebral, En jij getooid met de plooikraag van je meningen; Wat heb je dan bereikt? Nou, dit: je hebt bewezen Hoe arrogantie en machtsvertoon kunnen winnen, Hoe de rechtsstaat ondermijnd kan worden…
Eén van de ‘miserabele vreemden’ van nu is een meisje op ons gymnasium. Ze is dertien jaar geleden in Nederland geboren en is één van de uitblinkers in haar klas. Ze is nooit zelfs maar in Afrika geweest, maar de kans is reëel dat ze binnenkort daarheen uitgezet wordt. De PvdA heeft zich bij de laatste kabinetsformatie sterk gemaakt voor een Kinderpardon. ‘Als je langer dan acht jaar in Nederland woont en in ons land geworteld bent geraakt,’ schreef Hans Spekman in 2011, ‘dan hoor je hier thuis.’ Op 21 december 2012 twitterde Diederik Samsom: ‘Op laatste ministerraad voor Kerst is besloten tot het Kinderpardon. Ontroerend moment, na al die jaren #trots.’
Toch staat onze leerling op de nominatie om op transport te worden gezet. Net als de autistische Eduard uit Amersfoort en nog veel meer succesvolle, honderd procent geïntegreerde scholieren, die de afgelopen maanden zijn uitgezet, soms met politiegeweld. Je kunt niet bepaald zeggen dat Samsom de Thomas More van deze tijd is geworden. Kan Shakespeare ons helpen om te begrijpen wat hier gaande is? Hij ging gevoelige dossiers als migratie en minderhedenbeleid in elk geval niet uit de weg. Zijn laatste stuk, De storm, gaat over politieke ballingen die dreigen te verdrinken bij het oversteken van de Middellandse Zee en over een inboorling die tot slaaf wordt gemaakt. Een terugkerend thema is dat machtsvertoon en Realpolitik ‘uit dromenstof zijn gemaakt’. Vergiffenis is een echtere daad dan je gram halen of je wil doordrijven, dat is één van de lessen van De koopman van Venetië, Leer om leer, Een wintersprookje en De storm.
De hoofdpersoon van De storm, Prospero, is een tovenaar. Zijn magie staat voor pure macht, het vermogen om de gebeurtenissen naar je hand te zetten en de wereld je wil op te leggen. ‘Nu nadert mijn project zijn voltooiing: mijn spreuken houden stand, mijn geesten gehoorzamen.’ Helaas kan hij zijn eigen beperkingen, zijn onmacht, zijn sterfelijkheid niet wegtoveren. Hij is er goed in om onweersstormen te laten losbarsten, maar niet om zijn bijna volwassen dochter te laten gaan, zijn dienaar in vrijheid te stellen of zijn politieke tegenstanders te vergeven.
Er zijn meer van die tragische figuren in Shakespeares werk, die zichzelf en anderen wijsmaken dat ze met harde maatregelen en snelle, zichtbare resultaten de macht kunnen vasthouden. Zoals Macbeth, die zich afsluit voor twijfels en een man van de daad wil worden: ‘Voortaan zal het eerste dat ik in mijn hoofd haal het eerste zijn dat ik doe.’ Daar kun je zonder veel moeite de populistische verleiding in horen van iemand als Fortuyn: ‘Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg’ (alsof in de politiek de weg van zeggen naar doen niet altijd geplaveid is met vergaderingen en compromissen). De campagne voor de Brexit had trouwens ook veel weg van die machteloze dadendrang, zonder over de gevolgen na te denken, die je bij Macbeth en bij Hamlet vindt (‘Vanaf nu moeten mijn gedachten bloedig zijn, anders zijn ze niets waard’). Wat Shakespeare benadrukt is het onwerkelijke karakter van dit soort daadkracht, die neerkomt op wat psychologen acting out noemen. Koning Lear trotseert een ziedende storm, maar hij doet dat om de storm in zijn eigen hart niet te hoeven voelen. Een demagoog als Halbe Zijlstra ontketent een shitstorm over vluchtelingen, omdat hij de grotere stormen die door de samenleving razen niet wil of kan aanpakken. Net als Prospero tovert hij liever een groep vreemdelingen zonder politieke invloed van hier naar daar dan dat hij de bankensector aanpakt, om maar wat te noemen. ‘Maar die ruwe magie zweer ik nu af. Mijn staf zal ik breken en dieper dan ooit een schietlood peilde, zal ik mijn toverboek verdrinken.’ Aan het einde van De storm heeft Prospero begrepen dat er andere manieren zijn dan het botte theater van de machtspolitiek.
Hoe zou zo’n andere politiek eruit kunnen zien? Wat de PvdA betreft had het kinderpardon het boegbeeld van een humaner beleid moeten worden. Een waar pardon zou inderdaad een authentieke daad zijn geweest, de erkenning dat we een verantwoordelijkheid hebben voor kinderen die hier jarenlang hebben kunnen opgroeien. In plaats daarvan ligt er nu een kabinetsbesluit dat omwikkeld is met het prikkeldraad van de strengste voorwaarden. Van de 1360 aanvragen, die sinds 2013 zijn ingediend, zijn er honderd ingewilligd. De PvdA beloofde ‘coulance’, ‘souplesse’ en een ‘welwillende blik van de IND’ voor kinderen die ‘binnen de geest van het pardon vallen’. Achteraf lijkt dat nog het meest op een misselijke grap. De strenge regels worden in de praktijk nóg strenger toegepast. Kinderen kunnen bijvoorbeeld al uitgezet worden als ze zich één keer niet op een afspraak gemeld hebben. Volgens de interpretatie van de IND hebben ze dan niet meegewerkt aan hun eigen uitzetting en verliezen ze automatisch hun aanspraak op het pardon.
Er dreigen nu twee kinderen in Arnhem te worden uitgezet, omdat de Dienst Terugkeer en Vertrek hun dossier had gesloten. Daardoor voldeden ze niet meer aan de voorwaarden, vond de IND: ze hadden zich ‘langer dan drie maanden aan het Rijkstoezicht onttrokken.’ Kinderen vallen ook af als hun ouders geen asielvergunning hebben aangevraagd, maar bijvoorbeeld een verblijfsvergunning wegens schrijnende omstandigheden. Als onze leerling straks op het vliegtuig wordt gezet, zal het waarschijnlijk op zo’n formele grond zijn. Alsof dat iets afdoet aan het feit dat het meisje hier geworteld is en dat haar ontwikkeling wordt bedreigd. Kortom, deze hele regeling verdient de naam ‘pardon’ niet en heeft niks meer met kinderrechten te maken, zoals vijf hoogleraren jeugdrecht in de Volkskrant schreven. Het is het zoveelste middel dat de regering inzet om Nederland zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor vluchtelingen en vooral om op het electoraat een daadkrachtige indruk te maken. Ook als daarvoor buurten, schoolklassen en de levens van jonge kinderen ontwricht worden.
Wat Samsom en zijn partijgenoten de afgelopen jaren hebben geprobeerd is om de zogenaamde Realpolitik van de VVD een menselijker gezicht te geven (‘sterk én sociaal’). Ze zullen bij de volgende verkiezingen voor die domheid boeten, omdat het nu overkomt alsof de menselijkheid van de PvdA nóg inhoudslozer en onechter is dan het machtsvertoon van de VVD. Niet dat ik met ze te doen heb, want wie echt de dupe zijn, dat zijn kinderen zoals onze leerling.
Wat we van Shakespeare kunnen leren is dat een waar kinderpardon niet alleen humaner, maar ook gewoon veel realistischer en daadkrachtiger is dan dit holle beleid.