Waar VVD en CDA-ministers verantwoording afleggen over hun beleid, duikt Wilders weg voor elke verantwoordelijkheid
In 2010 toonde de PVV twee gezichten. In aanloop naar de verkiezingen sprak Geert Wilders hardvochtige taal richting moslims, maar hij sprak ook warme woorden over de hardwerkende burgers. De PVV zou een sociale partij zijn, die opkomt voor gewone mensen en wil strijden tegen de afbraak van de sociale zekerheid. Het verkiezingsprogramma van de PVV verwoordde op een aansprekende wijze de gevoelens van veel mensen in ons land:
‘De Partij voor de Vrijheid zet zich in voor de verdediging van onze verzorgingsstaat. Onze met veel moeite opgebouwde verzorgingsstaat is een bron van trots. Alleen de PVV komt op voor het behoud van de verzorgingsstaat. De Partij voor de Vrijheid vecht keihard voor behoud van de AOW op 65 jaar. Voor de PVV is de handhaving van deze oudedagsvoorziening het enige breekpunt bij de formatie van een kabinet. Daarnaast wil de PVV een stringent beloningsbeleid voor de (semi) publieke sector, staatsondernemingen en financiële instellingen met staatssteun. Voor hen geldt de Balkenendenorm als maximumsalaris en de bonuscultuur moet verdwijnen.’
Toch krijgen Henk en Ingrid het met de PVV niet gemakkelijk, zo blijkt uit onderzoek dat het Wetenschappelijk Bureau van het SP. Wij hebben het stemgedrag van de PVV sinds het aantreden van de regering onderzocht en kwamen tot de conclusie dat Wilders en de zijnen niet doen wat zij zeggen. Er gaapt een kloof tussen de retoriek en het stemgedrag.
De lijst met gebroken beloften is lang. In strijd met de gewekte verwachtingen stemde de PVV tegen het opstellen van een armoedebeleid en tegen gelijke rechten op WW en ziektewet voor flexwerkers. De PVV stemde voor bezuinigingen op jonggehandicapten en sociale werkplaatsen, voor het afschaffen van de alleenstaandeouderkorting en voor het korten van de huurtoeslag. Dat laatste kost huurders met een laag inkomen zo’n 180 euro per jaar.
De belofte van de PVV om tegen ‘graaiers en profiteurs’ in actie te komen blijkt eveneens loos te zijn. De partij stemde tegen het invoeren van een Balkenendenorm in de cultuursector en in de zorg. En voor de belastingvoordelen van het Koningshuis. Gezinnen met een maandinkomen vanaf 1.950 euro mogen van de PVV niet meer in een sociale huurwoning gaan wonen. Lonen in de publieke sector worden dit jaar bevroren. Voor de verkiezingen eiste de PVV ‘absolute transparantie’ over de ontwikkeling van de koopkracht in Nederland, nu vindt de partij het niet meer nodig dat deze cijfers in de rijksbegroting worden gepubliceerd.
Het is dan ook niet vreemd dat sommige PVV-stemmers nu teleurgesteld zijn. Buschauffeurs in Den Haag noemen hem en zijn partij ‘verraders’. De PVV beloofde de vervoersbedrijven HTM, RET en GVB te beschermen tegen de aanbestedingen, die het lokale vervoer in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zouden uitkleden en de arbeidsvoorwaarden van het personeel zouden verschralen. De PVV zit aan de knoppen, maar laat de buschauffeurs in de steek. En dat geldt voor veel meer mensen die bij de vorige verkiezingen vertrouwden op de sociale beloften van Geert Wilders: huurders, mensen met een handicap en politieagenten. Wilders doet voor hen niet wat hij heeft beloofd.
Waar VVD en CDA-ministers verantwoording afleggen over hun beleid, duikt Wilders weg voor elke verantwoordelijkheid. Hij mijdt publieke debatten en houdt zijn mensen er ook vandaan. On rapport is een open invitatie aan de PVV voor een open debat. Wordt die uitnodiging niet aanvaard, gaan we ervan uit dat wie zwijgt, toestemt in onze bevindingen.