Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De fabel dat de rechter inzake Shell op de stoel van de politiek is gaan zitten

  •  
15-06-2021
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
205 keer bekeken
  •  
buitenhof
Degene die de moeite neemt het hele vonnis in de Shell-zaak te lezen, kan niet anders dan concluderen dat er geen sprake is geweest van een rechter die zijn of haar bevoegdheid te buiten gaat
Bij onwelgevallige uitspraken van rechters horen we steeds vaker dat de betreffende rechter op de stoel gaat zitten van ‘de politiek’ en dat daarmee onze rechtsstaat wordt aangetast. In 2019 zagen we die reactie bijvoorbeeld bij de Urgenda-uitspraak. Afgelopen zondag mocht oud-topman van Shell Jeroen van der Veer bij Buitenhof reageren op de inmiddels internationaal bekende Shell-uitspraak van 26 mei jongstleden. Ook hij beweerde dat het niet aan de rechter was om te oordelen dat Shell zijn CO2-uitstoot zou moeten terugdringen. Bovendien sprak hij uit dat er sprake zou zijn van discriminatie jegens Shell omdat andere bedrijven ook substantieel CO2 uitstoten.
Met deze opvattingen wordt een onjuist beeld geschetst. Degene die de moeite neemt het hele vonnis in de Shell-zaak te lezen, kan niet anders dan concluderen dat er geen sprake is geweest van een rechter die zijn of haar bevoegdheid te buiten gaat. Centraal in de toetsing stond de vraag of Shell met zijn productie van fossiele brandstoffen een onrechtmatige daad pleegt tegenover de inwoners van Nederland, vanwege overtreding van zijn zogeheten rechtsplicht. Een dergelijke rechtsplicht kan voortvloeien uit overtreding van een zorgvuldigheidsnorm, zoals een mensenrechtennorm als recht op leven, die aan een bedrijf kan worden toegerekend en waardoor schade ontstaat.
De rechter heeft dit in zijn vonnis getoetst. Zonder al te veel uit te wijden over de verdere juridische merites van de zaak kan in ieder geval worden gezegd dat de rechter in zijn toetsing binnen de lijntjes van zijn vak is gebleven. Dat ook andere grote bedrijven ongetwijfeld net zo goed een dergelijke onrechtmatige daad plegen tegenover ons, inwoners van Nederland, doet niets af aan de individuele verantwoordelijkheid van Shell en maakt dus niet dat er sprake zou zijn van discriminatie.
Dat het vonnis van de rechtbank Shell onwelgevallig is, is begrijpelijk, gezien de grote gevolgen die deze uitspraak heeft, niet alleen voor Shell zelf, maar ook voor veel andere multinationals die zich schuldig maken aan schending van mensenrechten en geen verantwoordelijkheid nemen die tegen te gaan. Deze bedrijven realiseren zich ongetwijfeld als geen ander dat rechtszaken zoals deze tegen Shell in de toekomst vaker gevoerd zullen gaan worden.
Niet alleen biedt het recente vonnis daar goede juridische aanknopingspunten voor. Zowel in de Tweede Kamer als binnen de EU zijn er initiatieven om de aansprakelijkheid van bedrijven voor mensenrechtenschendingen beter te verankeren. En dit is hard nodig, niet alleen in klimaatzaken, maar ook voor andere mensenrechtenschendingen zoals kinderarbeid of moderne slavernij. Op dat punt zijn Jeroen van der Veer en ik het met elkaar eens: laat ‘de politiek’ snel met wetgeving komen zodat resterende twijfel over de aansprakelijkheid van bedrijven wordt weggenomen.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.