Eenzelfde munteenheid in meerdere landen is feitelijk alleen geschikt voor economieën die min of meer gelijkwaardig aan elkaar zijn.
Bijna alle partijen zijn het eens over het op Europees niveau aanpakken van grensoverschrijdende problemen, zoals het immigratievraagstuk en de klimaat- en energieproblematiek. Europa zal dan ook een belangrijk gespreksonderwerp zijn bij de komende formatiegesprekken. Pro-Europese partijen hoor je tot nu toe weinig over het euro-vraagstuk. Een voor Nederland belangrijk onderwerp. Zeker waar het gaat om de overdracht van vermogen aan Zuid-Europese lidstaten met zwakke economieën, die bij ongewijzigd beleid steeds meer een beroep zullen doen op hulp en ondersteuning van lidstaten met sterke economieën, waaronder Nederland.
Elke discussie over de euro wordt door politici en economen in het pro EU-kamp direct weersproken. Met het verweer dat we in Europa inmiddels zo met elkaar verweven zijn dat uit de euro stappen gelijk zal staan aan een economische en financiële zelfmoord. Nog meer (financiële) integratie wordt dan vaak als oplossing gezien om de positie van de euro verder te kunnen versterken en te borgen.
Ten tijde van de invoering van de euro (1 januari 1999) was de Groninger economie hoogleraar en toenmalig CDA Tweede Kamerlid Henk de Haan als een van de weinige politici fel gekant tegen invoering van de euro in de Zuid Europese lidstaten. Vooral in Griekenland. Vanwege onoverbrugbare grote verschillen in de reële economie (productie, handel en materiële goederen) van Nederland met de reële economieën in Zuid-Europese landen. Eenzelfde munteenheid in meerdere landen is feitelijk alleen geschikt voor economieën die min of meer gelijkwaardig aan elkaar zijn. Toenmalig VVD-minister Zalm van Financiën heeft om politieke redenen destijds toch bewust ingestemd met een invoering van de euro in Zuid-Europa. Een historische fout die zich moeilijk laat herstellen.
Ik heb een voorliefde voor Spanje vanwege het klimaat, de prachtige natuur, de mediterrane keuken en de uiterst vriendelijke bevolking. Ook volg ik met belangstelling de economische ontwikkelingen in dit land. Als ik in de politiek of media een discussie over de euro volg, dan komt steeds de weerstand van mijn vroegere hoogleraar bij mij bovendrijven tegen de invoering van de euro in Zuid-Europa. Hij heeft daarin naar mijn bescheiden oordeel voor meer dan 100% gelijk gehad. De massieve steun aan Zuid-Europese lidstaten om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden is mede het gevolg van zijn gelijk.
Spanje heeft ten opzichte van de Nederlandse economie een onoverbrugbaar te achten achterstand. Zichtbare achterstanden op alle wezenlijke onderdelen die van invloed zijn op het kunnen ontwikkelen van een sterke economie. Vooral veroorzaakt door een sterk gepolariseerde politieke constellatie met een weinig uitgebalanceerde sociale cohesie in de gehele samenleving. Met veel economische/financiële seinen op oranje of rood. Denk aan een massieve werkloosheid, een hoge staatsschuld, een slecht opgeleide beroepsbevolking met relatief veel laaggeletterde werknemers, een omvangrijk kostbaar overheidsapparaat en een opvallend ondermaatse ICT en online infrastructuur. Verkeerde seinen om een gewenste gezonde economische groei te kunnen realiseren.
Bekend is de immense omvang van de hardnekkige jeugdwerkloosheid in Spanje. Alsmede het voor de coronapandemie nog niet hebben opgelost van de bankencrisis van 2008 en latere jaren. Voeg daarbij een slecht onderwijssysteem voor een relatief omvangrijk laaggeletterd deel van de Spaanse beroepsbevolking. Een economische werkelijkheid waarvan vaststaat dat bij handhaving van de euromunt in Spanje en andere Zuid-Europese landen veel geld blijvend van Nederland naar Spanje zal moeten gaan om deze historische economische weeffout in stand te kunnen houden.
Lasten waar we onze kinderen en kleinkinderen wel mee opzadelen. Zonder enig vooruitzicht om ooit deze grote verschillen in economieën binnen Europa te kunnen oplossen.
Geef de Zuid-Europese landen hun eigen monetaire instrumenten om hun zwakke economieën concurrerend te maken met behulp van een eigen munt. Zodat ze zelf hun economische problemen via koersaanpassingen van een eigen munteenheid kunnen oplossen. Aangevuld met meer op maat gesneden financiële steun van andere meer welvarende EU-lidstaten. Lidstaten waarin de euro wel stabiel gehandhaafd kan worden.
Voor alle pro-EU-wensdromers kan enig economisch en financieel realisme geen kwaad. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.