"Je bent Nederlander met alle lusten en lasten. Tot de lasten behoort de erfenis van de slavernij"
Het wordt inderdaad tijd dat Keti Koti tot een nationale feest- en gedenkdag wordt. Terecht doet Bas van Weegberg, jongerenvoorzitter van GroenLinks daartoe een oproep. Tegelijk is het een veeg teken dat hij zo ongeveer de enige is. Zijn collega’s van de andere politieke jongerenorganisaties doen er tot nog toe het zwijgen aan toe, net als de leiders van de partijen in de Tweede Kamer trouwens. Bij dezen leg ik het vraagstuk bij informateur Zalm op tafel voor in het regeringsprogramma: maak van Keti Koti een nationale feest- en gedenkdag. Hoe daaraan vorm gegeven wordt is dan van later zorg. Ingetogenheid lijkt me wel gepast.
Ongemak voor witte mensen
Dat heeft te maken met de erfenis van de slavernij. Op de schouders van wie hoort die te rusten? In zijn stuk op Joop schrijft Van Weegberg:
"Het ongemak dat voor veel witte mensen komt kijken bij het onder ogen komen van de pijnlijke waarheid over het verleden, is precies wat we nodig hebben. Zonder wrijving, geen glans. "
Veel blanke Nederlanders krijgen de indruk dat hen zonder uitzondering de schuld van de slavernij in de schoenen wordt geschoven. Op het internet wemelt het van de reacties daarop. Blanke Nederlanders schrijven dat zij noch hun voorouders iets van doen hadden met het tot slaaf maken van Afrikanen of Aziaten. Integendeel, zij waren zelf rechteloze turfstekers of uitgebuite arbeiders. Bovendien stammen de nodige Nederlanders af van immigranten uit Duitsland. De kans is zelfs groot dat zij aan Pruisische vormen van lijfeigenschap probeerden te ontkomen. Dat zijn sterke argumenten. Toch kom je er niet mee weg, want je bent wel Nederlander met alle lusten en lasten. Tot de lasten behoort de erfenis van de slavernij.
Rechtsopvolger
Hoe werkt dat? De Nederlandse slavenhandel is bijna twee eeuwen lang gedreven onder auspicien van de West-Indische Compagnie, die in 1621 werd opgericht en het na een doorstart uithield tot 1792. Dit bedrijf had van de Staten Generaal – het hoogste orgaan van de Republiek der zeven verenigde provinciën – het alleenrecht gekregen op alle handel tussen Afrika en de Amerika’s. Het mocht bovendien namens de Staten Generaal gebied veroveren, de macht uitoefenen en verdragen sluiten.
Je kunt dus stellen dat het huidige Nederland de rechtsopvolger is van de West-Indische Compagnie en de Republiek die de slavenhandel toestond en zelfs bevorderde. Daarmee dient Nederland de erfenis van de slavernij te aanvaarden. Dat is zo klaar als een klontje.
Daardoor draagt iedereen die een Nederlands paspoort accepteert, de last van die erfenis mee. Etnische afkomst of huidskleur doet er niet toe. Wie zich tot Nederlander laat nationaliseren, krijgt dit stukje van de nationale erfenis erbij.
Slaafgemaakten
De laatste tijd raakt het woord slaaf in onbruik. In plaats daarvan spreekt men over slaafgemaakten of tot slaaf gemaakten. Daarmee wordt benadrukt dat slaaf zijn geen natuurlijke toestand is maar iets dat je door anderen wordt aangedaan.
Als Afrikanen een schip van de West-Indische Compagnie opgejaagd werden, dan waren zij over het algemeen al tot slaaf gemaakt. De Nederlanders roofden geen mensen, ze kochten ze van inheemse handelaren op de Afrikaanse kust die ze zelf hadden buitgemaakt. Slavernij en slavenhandel waren al eeuwen essentiële kenmerken van alle West-Afrikaanse koninkrijken. Ook daar is dus sprake van een erfenis. De rechtsopvolgers van die koninkrijken zijn de staten van nu. De Nederlanders verzamelden het merendeel van hun slaven op een aantal forten in het huidige Ghana. De hoofdzetel was in Elmina. Men heeft in de zeventiende eeuw ook een tijdje steunpunten gehad in Angola, maar daar is de West-Indische Compagnie snel verdreven. Nederlands partner in crime is dus de republiek Ghana. Je zou kunnen zeggen dat beide landen dezelfde last op hun schouders dragen.
Bijzondere verantwoordelijkheid
Het is duidelijk dat alle staten met de smet van de slavenhandel op hun blazoen nu een bijzondere verantwoordelijkheid dragen voor het scheppen van een wereld waarin iedereen vrij is om zich naar eigen inzichten en talenten te ontwikkelen, een wereld zonder dwang, democratische georganiseerd, met eerbied voor de rechten van het individu en van minderheidsgroeperingen. En daarbij dienen de deelnemende landen zoveel mogelijk in hun eigen kracht te staan.
Dit is vaag en breed op het nietszeggende af maar het geeft wel een denkrichting aan. Misschien kunnen Nederland en Ghana de koppen bij elkaar steken om te bezien hoe ze samen de bijzondere verantwoordelijkheid die het erfgoed van de slavenhandel met zich meebrengt, kunnen nemen. Tot welke concrete actie dit zou moeten leiden. Of liever gezegd: Nederlanders en Ghanezen, want het zou een ontmoeting moeten zijn van samenlevingen en niet van de politiek alleen.