Met de val van Cohen stierf het laatste restje oude politiek
Heugelijk feit of niet, ooit moest er een einde komen aan nuance en relativering. Het zal niet lang meer duren voor mijn goudvis minister-president kan worden.
Intellectuelen zijn inmiddels eng, beweren dat wij geen vrije wil hebben, verzinnen onderzoeken en vergeten de eed van Hippocrates tijdens besneeuwde hypes. Maar waar zouden we zijn met de democratie als er niet gruwelijk veel ongelijkheid bestond en wij niet op gezonde wijze op elkaar neer keken? Hoe is een homogene gemeenschap in vredesnaam te ordenen? Dingen zouden niet van elkaar te onderscheiden zijn, iedereen zou altijd op dezelfde momenten hetzelfde willen of laten.
Brugklassermentaliteit Sommigen zijn lelijker dan anderen, maar iedereen is brugklasser geweest, de één een meer fortuinlijke dan de ander. Wij die hard gestudeerd hebben weten hoe beïnvloedbaar de mogelijkheden zijn, nadat wij informatie tot ons namen werden wij rijker van geest en hingen we niet langer de dwaze, platte ideeën van vroeger aan, namen uiteindelijk voldaan ons Atheneumdiploma in ontvangst.
Ons moet de wereld toebehoren en niet het volk, dat weet niet wat goed voor hen is, dachten we toen, zij lezen de Telegraaf om de waarheid te achterhalen, sommigen misschien zelfs deze column, de meesten denken nog steeds dat Job Cohen echt bestaan heeft en wonderen kon doen, maar kruisigden hem toch nadat hij zelf koos voor dat plaatsvervangend lijden, voor ons allen. De PvdA is wars van ongelijkheid, misschien hadden ze Spekman veel eerder ten tonele moeten voeren en de partij weer als vanouds doen bestaan uit gedreven doch leeghoofdige kiezerkanonnen, want er is al veel te lang gedebatteerd met houtsnijdende argumenten.
In de ruïnes van de Tweede Kamer De Tweede Kamer lijkt inmiddels niet meer dan een rommelig, uitgewoond hok te worden, waar aandachtsjunkies zichzelf paniekerig volspuiten met voorpagina-inkt. Job Cohen is om verschillende redenen gesneuveld, er wordt beweerd dat hij zich niet wilde verlagen tot het leuterniveau van de meeste andere politici en de kans niet kreeg om zijn relativerende gedachten te profileren. Maar hoe zou het ons zijn vergaan als helden uit het verleden zich daar aan gestoord hadden? Kreeg Martin Luther King niet met een hoop laag bij de grondse ‘discussietechnieken’ te maken?
Met Cohen stortten de fundamenten van de oude politiek voorgoed in. Inmiddels regeert het volk de politici door ze als poppen voor hen te laten dansen en hun beperkte vocabulaire over te laten nemen. Een prachtig voorbeeld is de partij voor alleen de bloedeigen vrijheid, zij verwoorden de stem van mensen die dat zelf niet kunnen, omdat die te boos zijn om realistisch en geloofwaardig over te komen. Dat soort kiezers wil graag dat men beslissingen voor hen neemt, maar dat diegene daar niet hoogdravend over doet, of al te veel slimmer over komt als zijzelf.
Oude mannen zijn gek Hoe oneerlijk ook, als je tegenwoordig een betoog wilt houden moet je eerst wachten tot de andere gesprekpartners klaar zijn met elkaar te interrumperen. En het zijn meestal stoffige mannetjes die ouderwetse beleefdheden in ere willen houden, voor gek staan.
Vooral Felix Rottenberg sloeg een figuur toen hij bij DWDD Rutger Castricum lafjes in de rug aanviel en iets mompelde over het feit dat Cohen hem had moeten negeren. Misschien had Rottenberg zijn eigen advies moeten opvolgen en (zoals hij tijdens het laatste camerashot zo mooi uitdroeg) alleen maar kasteelachtig treurig moeten blijven kijken naar Rutger, naar dat ‘heldere voorbeeld van het leed dat de tijdsgeest met zich meebrengt’, als er nog – zoals vroeger – gerookt had mogen worden op tv zou Rottenberg terplekke met lucifervuur een kromme pijp hebben ontstoken.
Wat is het vervelend om de oude garde te zien versukkelen en sukkels het gesprek van de dag te zien worden. Want laten we eerlijk zijn, wanneer Rutger iemand interrumpeert door hem met een blik in het luchtledige (en van de kostbare zendtijd) te vragen ‘wie is hij?‘, legt hij de huidige omgangsvormen bloot en het soort humor waar ik in de brugklas, let wel, van het Atheneum, voor het laatst hartelijk om heb moeten lachen.