© cc-foto: Shirley de Jong / https://flic.kr/p/2eQKth
Opvallend is dat ons land ver achterloopt in het beschikbaar maken van gebarentaal, braille of grootletterpapier in rechtszittingen
Afgelopen week kwam de tiende editie van het ‘EU Justice Scoreboard 2022’ uit, een resultaat van tien jaar onderzoek naar de effectiviteit van de rechtssystemen van de EU-lidstaten. Nederland geeft per inwoner relatief veel geld uit aan rechtspraak en doet het dan ook goed in vergelijking met haar collega-lidstaten, maar toch is er nog veel ruimte voor verbetering.
Een punt waar Nederland onder andere hoog op scoort is de lengte van de processen, de doorlooptijden. Het afronden van rechtszaken kost gemiddeld zo’n honderd dagen, waar dit getal in Frankrijk bijvoorbeeld al snel boven de vijfhonderdvijftig ligt. Wel is de gemiddelde doorlooptijd door het uitstellen van zaken in de coronacrisis licht gestegen. Daarnaast scoort Nederland erg hoog op de onafhankelijkheid van de rechtspraak, kost het in Nederland relatief weinig om een rechtszaak te starten en is financiële hulp relatief goed te verkrijgen.
Opvallend is daarentegen dat ons land ver achterloopt in het beschikbaar maken van gebarentaal, braille of grootletterpapier in rechtszittingen. Ook scoort Nederland slecht op de vragenlijsten uit 2020 over de toegankelijkheid van rechtsgebouwen voor mensen met een fysieke beperking. Niet passend bij de kwaliteit rechtspraak in dit land, zou men dan moeten denken. Fysieke toegankelijkheid is een factor die we in Duitsland wel meer terugzien. Daar is al gebleken dat het aanbieden van middelen voor bijvoorbeeld slechthorenden of mensen zonder zicht de rechtspraak een stuk toegankelijker en ook eerlijker maakt.
Maar het meest opvallende punt ligt bij de digitalisering van de Nederlandse rechtspraak. Volgens de Europese Commissie moet de algehele Europese rechtspraak ten behoeve van toekomstbestendigheid verder digitaliseren. Digitalisering heeft grote voordelen: in andere landen, die de coronacrisis wel hebben aangegrepen om te digitaliseren, is volgens het Justice Scoreboard bijvoorbeeld de rechtsgang verbeterd doordat verdachten nu gebruik kunnen maken van ICT-faciliteiten om zich voor te bereiden op zittingen. Verdachten die geen toegang hebben tot een computer zouden immers een gelijke voorbereiding moeten kunnen genieten. Verder konden betrokkenen de status van hun zaak online inzien en steeds meer documenten konden online ingediend worden. Door digitalisering wordt het zo laagdrempeliger en eenvoudiger om naar de rechter te stappen, wordt de rechtspraak bestendig voor toekomstige crises en bovendien verlaagt het de doorlooptijden.
Nederland echter heeft dit licht nog niet zozeer gezien: zo is het momenteel alleen bij bepaalde zaaksoorten mogelijk deze online te volgen en is er daarnaast geen mogelijkheid om online een zaak te starten. Op die vlakken is Nederland relatief zeer laag ontwikkeld. Opmerkelijk daarbij is dat er in de periode 2020-2021 weinig vooruitgang is geweest, terwijl juist de quarantaineperiode voor andere lidstaten een moment was om veranderingen door te voeren. Weliswaar konden destijds enkele zittingen zelf online worden gehouden: deze optie is nu weer van de kaart.
Het grootste obstakel om definitief digitalisering te betrekken in de rechtspraak ligt bij de beveiliging ervan. Kwetsbaarheid is zonder twijfel een risico. Toch zijn de middelen voor een meer digitale rechtsgang er al wel. Zo bestaat er bijvoorbeeld de optie ‘veilig mailen’, waarmee berichten versleuteld kunnen worden verstuurd en is veilige communicatie ook via de websites van Mijn Rechtspraak en Mijn Strafdossier mogelijk. Een verzoekschrift of beroepschrift zou hier in de toekomst ook deel van uit kunnen maken. Deze platformen kunnen zo de basis vormen om de digitalisering verder uit te bouwen.
Onze rechtspraak staat dus, voornamelijk door de relatief hoge bestedingen, wederom in de top van de Europese lijstjes. Toch zijn fysieke en digitale toegankelijkheid zaken waar een rechtspraak van dit niveau op zou moeten aanslaan. Weliswaar zijn er ontwikkelingen gaande; in vergelijking met de rest van Europa loopt Nederland ver achter.