De Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) bracht zojuist een rapport uit met randvoorwaarden voor een toekomstbestendige en dierwaardige dierentuin. Als Dierenbescherming verwelkomen wij veel van de aanbevelingen, maar er blijven cruciale vragen hangen: hoe gaan dierentuinen deze ambities waarmaken? Zoeken ze naar manieren om alle dieren te kunnen blijven tentoonstellen? Of durven ze daarin ook moeilijke of vernieuwende keuzes te maken? De antwoorden op deze vragen zullen ook het antwoord zijn op de vraag wat de toekomst voor dierentuinen in ons land is.
Voor de Dierenbescherming zijn er op het gebied van dierenwelzijn vier onderdelen van belang: gezondheid, huisvesting, gedragsverrijking en interactie met het publiek. Deze pijlers vormen volgens ons de basis voor een omgeving waarin dieren optimaal kunnen floreren. Toch roept vooral de vrijblijvendheid rondom de genetische gezondheid vragen op. De aanbeveling om “blijvende aandacht te besteden aan de genetische gezondheid van populaties” is een stap in de goede richting, maar wat betekent dat concreet? Welke mate van inteelt is acceptabel? Welke erfelijke aandoeningen vormen een rode vlag? En wat als de genetische problemen de overlevingskansen van een populatie ondermijnen?
Dierentuinen vormen voor de Dierenbescherming een dilemma. We weten allemaal dat niet elk dier in een dierentuin het even goed heeft. Aan de andere kant hebben dierentuinen ook een meerwaarde, namelijk de fascinatie, het respect en de kennis die ze onze maatschappij bijbrengen. Wij zien dus bestaansrecht voor dierentuinen mits ze harde keuzes durven te maken, de excessen durven aan te pakken en wellicht te schrappen. Wij willen er ook eigenlijk niet achter komen wat voor gemis het zal zijn voor onze maatschappij als er geen dierentuinen meer zijn. Dat neemt niet weg dat juist deze educatieve, soms zelfs pedagogische rol van dierentuinen zo goed mogelijk ingevuld moet worden. Daar ben je als dierentuin eigenlijk toe verplicht. Het RDA-rapport adviseert ook om deze effecten te meten - daar zijn wij het roerend mee eens.
Een ander opvallend punt is de huidige regelgeving rondom dierentuinvergunningen. Die gelden nu voor onbepaalde tijd. Als men bang is de vergunning te verliezen, is er weinig prikkel om hard op de rem te trappen of juist op het gaspedaal. De aanbeveling op dit vlak van de RDA is een stap vooruit en kan rekenen op onze steun: geef de vergunningen slechts af voor bepaalde tijd én zorg dat er duidelijke en handhaafbare dierenwelzijnsnormen aan gekoppeld worden.
Dus, hebben dierentuinen een toekomst? Ja, maar die toekomst is allesbehalve vanzelfsprekend. Het pad naar een duurzame en dierwaardige dierentuin is een voortdurende zoektocht – een puzzel die alleen met de juiste samenwerking, concrete afspraken en ambitieus beleid en wetgeving, waarin dierenwelzijn centraal staat, gelegd kan worden. Dierenwelzijnsorganisaties zouden hierbij een stem moeten krijgen, wat nogal een gemis is bij de totstandkoming van dit rapport. Het zou spijtig zijn als is dit een voorbode is van hoe straks de aanbevelingen worden opgevolgd. We hopen dat toekomstige generaties kunnen blijven genieten van de leerzame en inspirerende ervaringen die een moderne dierentuin te bieden heeft. Precies die ervaringen hebben er in mijn leven ertoe geleid dat ik voor de Dierenbescherming ben gaan werken om via deze weg het welzijn van dieren te vergroten.
Beste meneer Fieggen,
Dank dat u inzichtelijk maakt hoe de Dierenbescherming denkt over dit thema. Wel betreur ik dit standpunt. Een organisatie die stelt op te komen voor de bescherming van dieren, zou op dit punt wel vooruitstrevender mogen zijn. Ik begrijp niet dat u schrijft: "Wij willen er ook eigenlijk niet achter komen wat voor gemis het zal zijn voor onze maatschappij als er geen dierentuinen meer zijn."
Wat voor 'gemis' zal dit dan precies zijn? Dieren die niet langer meer onder onnatuurlijke omstandigheden worden gehouden, terwijl families kort naar hen kijken, vervolgens naar de speeltuin gaan en een frietje met een frikandel eten? De educatieve eisen die gesteld worden aan dierentuinen zijn geenszins hoog en afgevraagd kan worden hoeveel de samenleving nu precies opsteekt van deze zogenaamde educatie. Bovendien zijn er talloze andere wijzen waarop men kennis kan nemen van andere diersoorten. Gedacht kan worden aan documentaires, en boeken.
Graag wijs ik u erop dat nog geen honderd jaar geleden ook mensen van Afrikaanse komaf in Europese dierentuinen zaten, zodat men ook naar hen kon kijken. Het concept dierentuin is bij uitstek een koloniale uitvinding, waarbij zoveel mogelijk dieren 'uitgestald' worden voor het publiek. Dat er organisaties als the Nonhuman Rights Project en Bite Back (Tralies en Tranen) zijn en er steeds meer vraagtekens bij dierentuinen worden geplaatst, zou gesteund moeten worden door DB, en niet het bestaansrecht van dierentuinen.
"Graag wijs ik u erop dat nog geen honderd jaar geleden ook mensen van Afrikaanse komaf in Europese dierentuinen zaten, zodat men ook naar hen kon kijken."
Graag de feiten achter deze boude stelling. Zoiets is wel ooit op een tentoonstelling in A'dam gebeurd, met ingehuurde inboorlingen uit Suriname, maar dat was in 1883.
Lijkt me dat dierentuinen noodzakelijk zijn om dieren die uitsterven te redden.
Dank zij ons sterven de ijsberen in het wild misschien over een tijdje uit.
Onze reactie daarop is een aantal ijsberen op te sluiten. IJsberen hebben een gigantisch territorium in het wild en lijden erg onder opsluiting.
Wat is daar precies goed aan? IJsberen help je er niet mee, want ijsberen willen liever niet lijden.
De diersoort help je er ook niet mee, want een soort heeft geen bewustzijn of een mening.
De enige die er blij van worden dat IJsberen behouden blijven zijn een aantal mensen die het leuk vinden om ongelukkige IJsberen te bekijken. Dat lijkt me een slecht argument om IJsberen in dierentuinen op te sluiten.
Overigens ben ik niet tegen het concept van dierentuinen, ik denk dat sommige diersoorten een prima leven kunnen leiden in gevangenschap. Maar een aantal andere dus niet, sluit die dan ook niet op.
Ik denk dat ik als kind mijn eerste depressie heb ervaren in een dierentuin, vreselijk leed gezien daar, en dan hebben we het wel over de jaren 70.
Dierentuinen moeten weg, of afgebouwd gaan worden en wetenschapcentra worden om het zeeleven te verbeteren. Aangezien wij uit zeeplanten onze meeste zuurstof halen, lijkt me dat wel een fijn plan.
Vleesindustrie stoppen en boetes voor dierenmishandeling met 10.000 euro laten beginnen.
In de lege kooien die vrijkomen in "Blij"dorp stoppen we politici die meer dan 50% van hun verkiezingsbelofte hebben gebroken, met de naam Liegebeest boven hun kooi.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.
Een stuk genuanceerder dan ik had verwacht, complimenten. Er is al heel veel verbeterd in de dierentuinen, en natuurlijk zijn we er nog niet.