Eens per jaar vraag je de consument om bezorgers in het zonnetje te zetten. Verder duw je jaar in jaar uit op lagere tarieven en pakketten. Hoe lang belonen we uitbuiting nog met wegkijken?
co-auteur: Pieter Paul Slikker
Vandaag is het de Dag van de Pakketbezorger. De dag waarop de nationale pakketreus u vraagt om blokfluit te spelen voor uw bezorger, de koffie klaar te zetten of een gedichtje voor te dragen. Het is ook de dag waarop zelfstandige bezorgers demonstreren in Den Haag. Lubach stak er vorige week terecht de draak mee. PostNL die u vraagt om uw pakketbezorger een dagje in het zonnetje te zetten – dat is zoiets als een textielbaron uit het industriële tijdperk die vraagt om een kaarsje op te steken voor de kindertjes achter het mechanisch weefgetouw. PostNL voelt zich ergens schuldig om. Dat is duidelijk.
Iedere dag worden er twee miljoen pakketten verstuurd, een aantal dat jaarlijks met twintig procent groeit. Net zo hard groeien de misstanden. De inspectie oordeelt stelselmatig hard. Zwartwerk, het doorgeven van busjes met pakketten aan illegale chauffeurs, 12-urige werkdagen die eerder regel dan uitzondering zijn, gebrek aan pauzes, een frisdrankfles onder de bijrijdersstoel als sanitaire voorziening, aanrijdingen en korte lontjes op straat, ze zijn de resultante van een markt die niet deugt.
We voelen allemaal intuïtief wel waar ’t mis zit. ‘Morgen gratis bezorgd’ bestaat simpelweg niet. Dat weet iedereen die keer op keer een zwetende bezorger met een stationair draaiende bus de weg ziet versperren of het nieuwe koffiezetapparaat achter de klikobak aantreft. En door wíe de prijs betaald wordt is ook duidelijk. Net als bij de textielbaron is het niet de eindbaas of de consument die er bekaaid vanaf komt. Het is de laatste verschoppeling in de productieketen. De pakketbezorger van nu is de textiel-tiener van vroeger.
Waar het mis gaat in de markt is voor de doorsnee ontvanger minder duidelijk. Er bestaan twee grote misvattingen over de pakketmarkt. De eerste is dat bezorgers doorgaans in vaste dienst zijn maar slechte arbeidsvoorwaarden hebben, de tweede is dat bezorgers allemaal ZZP’ers zijn. De praktijk: tachtig procent van alle bezorgde pakketten wordt afgeleverd door een onderaannemer. Een kleine zelfstandige met een paar bussen en een paar man personeel. De hesjes en stickers voor op de busjes krijgen ze van PostNL, DHL of DPD. Die dragen ze verplicht. We denken dat PostNL aan de deur staat maar het is Pakketbedrijf J. van der Ven, gewoon hier uit ons dorp.
De onderaannemer krijgt bij PostNL zo’n 27,50 euro per uur voor het leveren van een bus en een bezorger. Uit dat tarief moeten ook de brandstof, de verzekeringen, de sociale premies, het ondernemersloon en het pensioen. Je hoeft geen econoom te zijn om te snappen dat dat simpelweg niet gaat. Dat jaarlijks de tarieven met dezelfde twintig procent verlaagd worden als dat de pakketmarkt groeit maakt de druk per bezorgjaar groter. Voor een bedrijf als PostNL betekende coronajaar 2021 een recordomzet van 3,5 miljard en een nettowinst van 277 miljoen euro. Voor een onderaannemer betekende het dalende tarieven en de bezorgers nog meer pakketten per uur laten bezorgen.
Het is niet verboden om uit te besteden. Als dat je positie in de markt versterkt, dan is dat voor een bedrijf logisch om te doen. Zo zijn de start-ups uit Silicon Valley ook groot geworden en hebben ze de markt veroverd: als het niet verboden is, gewoon doen tot iemand een wet maakt dat het niet mag.
Het is nog altijd niet gelukt dat systeem van uitbuiting aan te pakken. Jaarlijks rukt de inspectie een aantal keren uit om busjes aan de kant te zetten als de boel niet op orde is. Slechte onderaannemers zijn het haasje. De nette onderaannemers sappelen door op het bestaansminimum. Ze bouwen geen pensioen op, zijn niet verzekerd voor arbeidsongeschiktheid, rijden bussen tot op de velgen en hun medewerkers bezorgen nog altijd iedere twee minuten een pakket. Ondertussen ontspringt het malafide systeem van een bedrijf als PostNL de dans en mag het uitbesteden van corebusiness nog steeds.
Als het juridisch mag dan deugt het, zo lijkt het oude staatsbedrijf te denken. Zo lang er niet ingegrepen wordt, kan men straffeloos door op deze weg. Eens per jaar vraag je de consument om bezorgers in het zonnetje te zetten. Verder duw je jaar in jaar uit op lagere tarieven en pakketten. Hoe lang belonen we uitbuiting nog met wegkijken? Ons voorstel: stel een marktmeester in die toeziet op eerlijke tarieven, laat misstanden aangetoond door de inspectie óók gevolgen hebben voor de pakketreuzen. Het vorige kabinet keek stelselmatig weg van de problemen op de pakketmarkt, de nieuwe minister van Post én MKB Micky Adriaansens kan een nieuwe weg inslaan. In het belang van onze overwerkte bezorgers.
Mei Li Vos – Fractievoorzitter Eerste Kamer PvdA Pieter Paul Slikker – woordvoerder zelfstandige pakketbezorgers BVPD