Ik reed met Anne Fleur Dekker door Hilversum en ontvouwde de theorie dat kleine gebeurtenissen grote gevolgen kunnen hebben
De vleugelslag van een vlinder in China veroorzaakt een orkaan in Texas. Dat was zo’n populaire wijsheid uit de jaren tachtig, kleine gebeurtenissen hebben grote gevolgen. Een mantra van de chaostheorie, met de nadruk op theorie omdat de wereld indertijd redelijk geordend was. De vlinder zet de lucht in beweging met zijn vleugels, die beweging zwelt aan en uiteindelijk wordt het aan de andere klant van de planeet een orkaan. Nu de chaos overal is hoor je eigenlijk niemand meer over die theorie. Niemand zegt: Harvey, Irma en José, er hebben zeker drie vlinders rondgevlogen in Beijing, in plaats van de 9 miljoen fietsen van Katie Melua want wat zouden die dan wel niet moeten veroorzaken?
Dat is het probleem met theorieën, ze zijn onze manier om een praktijk te verklaren die zelf geen weet heeft van de theorie. Dat gaat voor alles op. Ik weet bijvoorbeeld niet of er een god bestaat, hier of in een andere uithoek van het heelal, maar ik acht de kans groot dat die god geen benul heeft van hoe wij over hem denken. Religie is immers een theorie over god. Zoals in de chaostheorie een orkaan een theorie is over een vlinder. Maar daar wilde ik het allemaal niet over hebben.
Ik begon dit relaas over de chaostheorie omdat ik er ineens aan moest denken toen ik gisteren met Anne Fleur door Hilversum reed. Ik bracht haar naar huis nadat we een podcast hadden opgenomen over het nieuwe feminisme. Het regende pijpenstelen, de kachel stond aan. Vorig jaar op deze dag was het 32 graden zei ik. Over chaos gesproken.
Ze lachte. Je moet hier naar links en dan direct naar rechts, instrueerde ze me. Het was spitstijd en we waren al twintig minuten onderweg terwijl de afstand hemelsbreed een kilometer of zo was. Maar lopen was geen optie want pijpenstelen.
Het verkeer in Hilversum, verzuchtte ze. Dat was ooit een stokpaardje van me, dus ik barstte los. Maar voor wie niet bekend is met Hilversum is het goed te weten dat het verkeerscirculatiesysteem van die stad het vreemdste ter wereld is. Met een satelliet gefotografeerd ziet het er waarschijnlijk uit als een orkaan, alle auto’s rijden in een cirkel om het centrum van de stad omdat dat gebied een spaghetti is van geforceerde eenrichtingsverkeerstraten. Van A naar B gaat in Hilversum via Q, H, S en D. Zo moet je je dat ongeveer voorstellen.
Weet je dat ik een theorie heb dat de opkomst van het populisme valt te herleiden tot het verkeersbeleid in Hilversum, zei ik tegen Anne Fleur. Nee, natuurlijk wist ze dat niet want ik had het immers nog nooit verteld. Dus legde ik het uit, zoals mensen meestal doen nadat ze ‘weet je dat’ zeggen.
In de jaren negentig landde er in Hilversum een verkeersdeskundige die was ingevlogen om het nijpende probleem van het vastlopende autoverkeer op te lossen. En die ontwierp een plan dat leidde tot een gekmakende chaos. Even langs de bakker driehonderd meter verderop werd door afsluitingen en verboden-in-te-rijden-straten plots een traject van kilometers. Linksaf op wegen betekent wachten voor een stoplicht, doorrijden, u-turn maken en weer wachten voor hetzelfde stoplicht om vervolgens rechtsaf te gaan. Dat soort geintjes.
De bevolking werd horendol.
Toen richtte VARA-medewerker Jan Nagel de partij Leefbaar Hilversum op met als inzet het verkeerscirculatieplan en behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1998 een monsteroverwinning van veertien zetels. Dat succes leidde tot Leefbaar Nederland, die mee wilde doen met de parlementsverkiezingen. Als lijsttrekker werd Pim Fortuyn aangezocht. De rest is bekend.
Jee, zei Anne Fleur.
Ik stopte op een plek waar je eigenlijk niet mag stoppen, want je mag niet alleen nergens rijden in Hilversum, je mag er ook nergens stilstaan. Anne Fleur groette me, opende het portier en spurtte weg tussen de regenstralen.
Toen bedacht ik dat het verkeersbeleid van Hilversum een vlinder in China was. De ruitenwissers zwiepten, ik wilde wegrijden maar overal schitterden de rode lampen van stilstaande auto’s. Een chaos die helemaal geen theorie nodig heeft.