Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

De boer is misschien boos, maar de burger is machteloos

  •  
14-07-2022
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
4415 keer bekeken
  •  
48826378216_80763aa70c_k

© cc-foto: kees torn

De boze boeren lijken moeiteloos te worden gezien als de kinderen van de boze burgers die na de moord op Fortuyn aan de poorten van de Tweede Kamer rammelden. Ze zouden staan voor een grote groep Nederlanders die het helemaal gehad heeft met de overheid. Maar is er wel zoveel woede? Jelle van der Meer en Marcel Ham bestudeerden twintig jaar onderzoek naar de boze burger en zien vooral machteloosheid. 

De moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 en vervolgens het enorme electorale succes van zijn partij LPF heeft een grote impact gehad op politiek en samenleving. Niet voor niks heette dit al snel ‘de opstand’ en ‘de revolte’; daaruit sprak schrik en angst. Het beeld van ‘boze burgers’ was geboren. De analyses en onderzoeken kwamen onmiddellijk op gang en zijn sindsdien niet meer gestopt. Wie zijn zij, wat willen zij? Zijn ze wel boos? En zijn de boze boeren de nieuwste verschijningsvorm?

Acht jaar paarse coalitie
De eerste analyses van columnisten en opiniemakers twintig jaar geleden wezen op de immigratie, de globalisering en een politieke elite die de noden van de burgers niet meer ziet. Ze spraken over een gevaarlijk smeulend ongenoegen met revolutionaire trekken. 

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) was een stuk rustiger. Het zag vooraf en achteraf geen revolutionaire stemming. 2002 was een samenloop van omstandigheden, een flink deel van de kiezers was om verschillende redenen uitgekeken op acht jaar paarse coalitie, en een charismatische buitenstaander slaagde erin de uiteenlopende onvrede te mobiliseren. 

Onbehagen
Om de vinger aan de pols te houden, breidde het SCP zijn systematische bevolkingsonderzoek stevig uit. Wat blijkt: Nederlanders zeggen tevreden te zijn over hun eigen leven, maar dit gaat samen met onbehagen over de samenleving. Jaar op jaar, tot vandaag aan toe, is er een vrij constante meerderheid van rond de 60 procent die vindt dat het met Nederland de verkeerde kant op gaat. Het is sterker aanwezig bij lager opgeleiden, maar zeker niet alleen daar terug te vinden. Echt boos is volgens de onderzoeken met 3 á 4 procent slechts een klein deel van de bevolking.

Het grote onbehagen van die 60 procent kan in die twintig jaar niet gekoppeld worden aan boze protesten. Die protesten zijn uitingen van onvrede op een specifiek thema, zoals nu met de boeren tegen stikstof of eerder de anti-vaxers voor vrijheid. Protesten zijn van alle tijden, maar ergens in de afgelopen jaren is de ‘boze burger’ een ‘risicoburger’ geworden, waar maar beter aan toegegeven kan worden. Dat is te angstig. Protest en boosheid horen bij een democratie.

Niet gehoord, niet gezien, niet begrepen
Serieus aan het werk moeten bestuurders intussen met het onbehagen. Volgens de onderzoeken zit daaronder een gevoel van machteloosheid en van verbroken verbindingen, waaronder met de politiek. Mensen voelen zich niet gehoord, niet gezien en niet begrepen. Het antwoord is dan: ga in gesprek. Laat mensen vertellen over hun leven en hun problemen, over hun zorgen en over samenleven. Begin met het herstel van verbinding, leg een brug tussen hun leven en dat van anderen en de politiek. Doe op die manier iets aan die machteloosheid.

Spreekuren in de wijk
We maken het concreet: gemeenteraadsleden en wethouders gaan ieder minstens eenmaal per week een dagdeel spreekuur houden in een vaste buurt of wijk. Doel: luisteren, ervaringen uitwisselen, problemen leren kennen, elkaar serieus nemen. En serieus nemen betekent zo nodig ook tegenspreken. En helpen is niet per se overnemen, maar ook niet met een kluitje in het riet sturen. 

Veel zorgen zijn landelijk en dus gaan ook landelijke politici spreekuren houden op vaste plekken. Spreekuren zouden een toeslagenaffaire veel eerder aan het licht brengen. Hoe is het mogelijk dat Kamerleden niet weten hoe hun regels in de praktijk uitpakken? 

Het probleem van het onbehagen in de samenleving is het gebrek aan verbindingen. Het meest vernederende, zo schrijft de filosofe Marjan Slob in de Volkskrant begin dit jaar, is dat er niet werkelijk naar je gekeken wordt. ‘Dat je wordt genegeerd. Dat je een figurant bent in het verhaal van een ander.’ Laten we proberen om verhalen te verbinden.

Jelle van der Meer is journalist. Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Dit artikel is gebaseerd op Niet boos maar machteloos. Twintig jaar onderzoek naar de boze burger, dat onlangs verscheen bij Van Gennep.

cc-foto: kees torn 

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.