Zestig mensen op straat en we zijn te goed georganiseerd om ze onderdak te bieden
Ze zijn jong en verdwaald. De afgelopen week sjouwden ze elke dag met hun slaapzak door Amsterdam, op weg naar de volgende kerk waar ze een nacht mochten slapen. De actie heette Kille Nachten, georganiseerd door de steungroep Code Rood. Dinsdag liep die af. Woensdag bood raadslid Jazie Veldhuyzen (Bij1) ze alle zestig aan te logeren in het stadhuis, maar dat vond wethouder Rutger Groot Wassink niet goed. Uiteindelijk konden ze terecht in de gymzaal van een school. Maar nu staan ze op straat. En vormen ze een bestuurlijk probleem.
Het zijn vooral jongens uit Eritrea, die vluchtten voor de dienstplicht in het dictatoriale leger. Via Soedan, Lybië en de Middellandse Zee kwamen ze terecht in Italië, waar ze hun vingerafdruk moesten zetten. Daarmee zijn ze Dublin-claimanten: ergens anders in de EU mogen ze geen asiel meer aanvragen. Maar bij het woord Italië trekken ze bleek weg: politiegeweld in de kampen en racisme op straat. Ze vonden hun weg naar Amsterdam.
Beste manier Ons ‘knetterlinkse’ college, onder aanvoering van Groot Wassink (GroenLinks), werkt keihard aan een humane opvang voor ongedocumenteerden. Per 1 juli moet er 24-uurs onderdak voor 500 mensen zijn, waar ze onder begeleiding kunnen werken aan hun toekomst. Zo ongeveer alle goed beargumenteerde wensen van het netwerk van hulporganisaties, die op hun beurt weer zorgvuldig geluisterd hebben naar de ongedocumenteerden zelf, zijn geïncorporeerd in het nieuwe Amsterdamse beleid. Wethouders, raadsleden en ambtenaren kennen de voorwaarden uit het hoofd: niet meer om 9 uur de straat op, zoals bij de BBB; vrouwen een eigen woonruimte; LGBT’s ook; zakgeld om zelf te mogen koken; medische zorg voor de meest kwetsbaren; juridische begeleiding als er een kans is op status; geen gehamer op terugkeer; cursussen en andere vormen van activering om mensen in beweging te houden. Een luxe is dat niet. Wel de beste manier om mensen te behoeden voor uitbuiting en mensenhandel.
Meer valt er niet voor elkaar te boksen. Amsterdam doet al veel meer dan Den Haag wil. Alleen: nu kloppen de nummers 501 t/m 560 aan de deur. En zwiept het goede bestuur als een boemerang ons college in de rug.
Mensenrechten Dinsdag leidde ik in de volle Dominicuskerk een avond die een oplossing moest forceren. De Eritreërs deden hun verhaal. Ook een jongen met epilepsie. Even later lag hij te stuiptrekken. Advocaten Pim Fischer en Maartje Terpstra legden nog eens uit dat opvang en zorg mensenrechten zijn, vastgelegd in internationale verdragen bovendien, en dat de Dublin-claim onhoudbaar is in dit Europa. De zestig kregen allemaal een Sheltersuit: winterjas en slaapzak ineen. De vier aanwezige raadsleden (GroenLinks, Denk, Bij1 en ChristenUnie) kwamen met oplossingen: hou de winteropvang open na 1 april, gedoog het kraken van leegstaand gemeentelijk vastgoed, of beter nog: geef deze mensen, zolang het moet, de sleutel van een pand dat leegstaat.
Donderdag werden al die plannen in een spoedvergadering van de commissie zorg voorgelegd aan wethouder Kukenheim (D66). Maar die had de boemerang in haar rug. Zo diep zijn de voorwaarden voor humane opvang er nu ingestampt dat improvisatie niet meer lukt. Ja, de gemeente bezit panden die leegstaan. Maar die zijn niet altijd brandveilig, je moet er kunnen douchen, mensen moeten er structureel aan hun toekomst kunnen werken. Dat gaat allemaal geregeld worden, maar niet nu – en niet voor nummer 501.
En dus slapen er zometeen zestig mensen op straat. Precies het tegenovergestelde van wat het stadsbestuur wil. Ik keek op de tribune van de raadszaal naar die Eritrese jongens en vroeg me af of ze helemaal begrepen dat we alles zo goed voor ze willen organiseren dat ze nergens terecht kunnen vannacht.