Bedrijven die ruwweg 90% van de dagbladenmarkt controleren hebben niet alleen veel economische macht, ze hebben in potentie ook veel politieke macht
Lang geleden, in 1980, waren er 25 uitgevers actief op de Nederlandse krantenmarkt. Vijf jaar geleden was dat aantal gekrompen tot acht uitgevers. En nu, in september 2020, zijn de dagbladen in Nederland praktisch allemaal in handen van twee grote consortia. Ook de noordelijke media: het Dagblad van het Noorden, de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad, tientallen lokale advertentiebladen en stadsblog Sikkom zijn sinds kort eigendom van het Belgische Mediahuis. Mediahuis heeft hiermee het respectabele aantal van 25 dagbladtitels in zijn bezit.
De Nederlandse krantenmarkt is een duopolie : twee grote Belgische bedrijven hebben praktisch alle dagbladen in ons land in bezit. Dezelfde Belgische persbaronnen controleren ook de krantenmarkt in Vlaanderen en zijn in opmars in Ierland, Luxemburg en elders in Europa. We hebben het dus echt over dagbladreuzen: de Berlusconi’s van de Lage Landen.
Mediahuis bezit de Telegraaf, NRC-Handelsblad en regionale dagbladen in Noord- en Zuid-Holland en Limburg. En nu dus ook meer dan 80% van de media in Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Overijssel. De andere Belgische mediareus is de Persgroep, eigenaar van het AD, Volkskrant, Trouw, het Parool en een hele rits regionale kranten. Wat moeten we van dit duopolie denken?
Journalisten in vaste dienst bij de kranten in het noorden zullen waarschijnlijk opgelucht zijn. De eigenaars van de NDC-groep deden niet voor niets de kranten in de etalage. De financiële nood was hoog. Het bedrijf stond “onder water”: er werd met groot verlies gedraaid. De overname geeft voor de komende tijd lucht en biedt weer enig perspectief. Dat geldt ook voor de journalisten van het Friesch Dagblad, de kleinste van de drie noordelijke dagbladen, met een dagelijkse oplage van minder dan 10.000. Ook zij kunnen voorlopig even vooruit. In een interview verzekerde Mediahuis-baas Gert IJserbaert dat de noordelijke drie kranten in hun huidige vorm kunnen blijven bestaan. De oplage van het Friesch Dagblad, lijfblad van een krimpende groep orthodox-protestanten in Friesland, moet echter niet verder zakken. “Als de oplage daalt, dan wordt het kritischer. Maar als de krant voldoende mensen kan overtuigen om ze te blijven lezen, zie ik geen reden waarom deze niet zou kunnen blijven bestaan.”
De redacties van de noordelijke kanten moeten, onder het regime van Mediahuis, wel meer gaan samenwerken. “Het is goed om dingen samen te doen, zoals het delen van kopij”, zegt IJserbaert. “Dat lijkt me ook logisch, dat je kijkt wat je binnen een groep kunt doen. Zeker bij dingen die uiteindelijk toch voor iedereen hetzelfde zijn: die kun je misschien beter delen.”
IJserbaert zegt het diplomatiek maar duidelijk: voor het Friesch Dagblad is het op den duur een onhoudbare luxe om er bijvoorbeeld een eigen buitenlandredactie op na te houden. Dit gold overigens al langer voor de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Ook op andere deelterreinen zullen we binnenkort ongetwijfeld dezelfde kopij tegenkomen in de drie noordelijke kranten.
De persconcentratie leidt onherroepelijk tot redactionele verschraling: minder verschillende invalshoeken, minder pluriformiteit, minder diversiteit. Het is een proces dat al tientallen jaren gaande is maar de laatste jaren in een stroomversnelling terecht kwam. De advertentiemarkt is door de opkomst van internetgiganten als Google en Facebook ingestort. Mensen volgen het nieuws online, vaak via gratis websites van de publieke omroep. En dan is er de ontlezing: er wordt steeds minder gelezen. Minder boeken, tijdschriften en ook minder dagbladen. In onze media heerst steeds meer een beeldcultuur en weinigen kunnen de verleiding van de smartphone weerstaan.
Betwijfeld mag worden of met die redactionele verschraling de redactionele onafhankelijkheid van de drie noordelijke kranten ook echt overeind kan blijven, zoals de heren van Mediahuis verzekeren. Waarschijnlijk wordt met de overname door Mediahuis het begin van het einde ingeluid voor de onafhankelijkheid van de Leeuwarder Courant, nota bene de oudste nog steeds verschijnende krant van Nederland. De Leeuwarder Courant dateert van 1752 en is wat dat betreft deel van het Fries en Nederlands cultureel erfgoed.
De vraag is of er überhaupt een toekomst is voor papieren kranten. Sommige pessimisten geloven van niet. Derk Sauer , nota bene zelf een krantenuitgever in Rusland, denkt dat uiteindelijk de media over een paar jaar alleen nog uit nichepublicaties bestaan – zoals een yogasite of een site over voetbal of autosport – en uit wereldmerken – zoals The New York Times of de Guardian. Alles wat daartussen zit verdwijnt. Want aan advertenties valt niet genoeg meer te verdienen en het publiek is steeds minder bereid te betalen voor algemene media.
De Belgische persbaronnen geloven wel in de toekomst van de krant, maar dan vooral in de digitale krant. Uiteindelijk zal het publiek bereid zijn te betalen voor kwalitatief hoogstaande inhoud, voor content die ertoe doet, zo geloven zij. Laten we hopen dat dat waar is. Het succes van de betaalmuur van NRC-Handelsblad is misschien bemoedigend, maar kranten als het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant hebben met hun premium artikelen nog lang niet genoeg betalende lezers weten binnen te hengelen.
En dan is er nog iets.
Bedrijven die ruwweg 90% van de dagbladenmarkt controleren hebben niet alleen veel economische macht, wat sneu is voor freelancejournalisten en fotografen die daarmee in een zwakke onderhandelingspositie verkeren om op te komen voor hun rechten. De bedrijven hebben in potentie ook veel politieke macht. Bij Mediahuis en de Persgroep zitten nu misschien nette Vlaamse heren die het beste voor hebben met onze kranten. Maar wat als de volgende generatie directieleden zich ontpopt tot de Berlusconi’s van de lage landen?