In Nederland, een land dat zich trots beroept op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, zou je verwachten dat journalisten zich veilig voelen om hun werk te doen. Helaas is de realiteit voor veel van ons een andere. Ik schrijf dit niet alleen als journalist en steunbetuiging, maar ook als iemand die aan den lijve heeft ondervonden hoe bedreigingen een frustrerend effect kunnen hebben op je dagelijkse leven.
Sinds 25 september, toen Omer Altay, de bestuursvoorzitter van de Turks Islamitische Culturele Federatie (TICF), mij via Facebook bedreigde, heb ik gemerkt hoe week zelfs de meest fundamentele rechten in Nederland kunnen zijn.
Het probleem reikt dieper dan individuele bedreigingen; het weerspiegelt een systemische kwestie. Met zo’n 457 duizend mensen heeft de Turkse gemeenschap in Nederland een grote demografische en culturele invloed. Mensen met een Turkse achtergrond zijn goed betrokken in de Nederlandse samenleving op allerlei gebieden, zoals politiek, onderwijs en ondernemerschap. Ongeveer 70 duizend werkgevers dragen met hun ondernemersgeest aanzienlijk bij aan de Nederlandse economie. De betrokkenheid bij de Turkse cultuur is bewonderenswaardig, maar niet elke betrokkenheid is goed of gewenst.
TICF is geen onschuldige organisatie die zich slechts inzet voor de culturele behoeften van de Turks-Nederlandse gemeenschap. In werkelijkheid is ze nauw verweven met de Turkse regering en het Turkse Presidium voor Godsdienstzaken (Diyanet), dat de moskeeën in Nederland controleert en imams financiert. Deze organisaties verspreiden een boodschap die niet alleen anti-westers is, maar ook vrouwen onderdrukt en de vrijheid van meningsuiting ondermijnt.
De slogan 'Mijn hoofddoek, mijn keuze' is een veelgehoord argument dat wordt gebruikt om kritiek op vrouwenonderdrukking in de islamitische cultuur te smoren. Maar zoals met zoveel retoriek die vrijheid pretendeert te verdedigen, verbergt het een diepere waarheid: vrouwen worden vaak gedwongen om te zwijgen over de misstanden die hen worden aangedaan, en dat zwijgen wordt afgedwongen door een ideologie die macht en controle boven vrijheid plaatst. Wraak voor aangetaste eer, een fundamenteel concept binnen de politieke islam, heeft niets met liefde te maken, maar alles met macht. Hetzelfde geldt voor de manier waarop deze ideologie vrouwen reduceert tot symbolen van eer, en journalisten die daarover schrijven tot doelwitten van geweld en intimidatie.
Andere schrijvers en journalisten zijn ook al slachtoffer geworden van doorgeschoten nationalisme en onderdrukking. Mehmet Ulger, Lale Gul en Ebru Umar werden bedreigd en aangevallen omdat zij kritisch waren op de politieke islam en de Turkse nationalistische ideologie. Het wordt tijd dat Nederland erkent dat deze organisaties en hun leiders, zoals Altay, een reële bedreiging vormen voor de vrijheid en de rechten in ons grondrecht. De Balie verplaatst herdenking Theo van Gogh naar binnen: ‘Leidseplein voelde niet prettig’, kopte Het Parool vrijdag.
Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid) heeft onlangs stappen ondernomen door psychisch geweld strafbaar te stellen. Dat is een belangrijke stap, maar het is niet genoeg. VVD en D66 hebben ook voorstellen gedaan voor een afzonderlijk meldpunt voor femicide en klachten over intimidatie, treiteren en vernederen. Toch is de vraag: hoe effectief zullen deze plannen zijn? Is er voldoende capaciteit en wilskracht om deze initiatieven daadwerkelijk ten uitvoer te brengen?
Mijn eigen ervaring met de Nederlandse autoriteiten laat zien dat er nog een lange weg te gaan is. Mijn melding van de dreiging werd aanvankelijk niet serieus genomen door de politie. Pas na aandringen werd mijn zaak opgepakt. Dit lijkt een vicieuze cirkel van bureaucratische vertragingen en gebrek aan urgentie. Een vrije en onafhankelijke pers is essentieel voor een gezonde democratie, en elk obstakel dat die persvrijheid belemmert, moet met kracht worden aangepakt.
TICF en Diyanet moeten onder de loep worden genomen. Hun invloed op de Turkse gemeenschap in Nederland, en vooral op vrouwen, is zorgwekkend. Deze organisaties horen op de lijst van instanties die extremistische denkbeelden verspreiden en vrouwenonderdrukking bevorderen. De overheid moet niet wegkijken, maar actie ondernemen om de vrijheid van meningsuiting en de rechten van vrouwen te beschermen. Vrouwen die zich niet bedekken volgens de islamitische voorschriften en eten tijdens ramadan mogen zich niet bezwaard voelen op straat. We leven in Europa, niet in de Sahara.
Ik kan niet aanzien hoe conservatieve krachten en politieke islam zich in Nederland verspreiden. We moeten de waarheid onder ogen zien en ervoor zorgen dat Nederland een land blijft waar vrijheid van meningsuiting en gelijkheid voorop staan.
Meer over:
politiek, vrouwenonderdrukking, femicide, patriarchaat, opinie, de balie, theo van gogh, islamisme