Nederland zou zich hard moeten maken voor een zo eerlijk en duurzaam mogelijk beleid van nieuwe bank AIIB
Donderdag 19 novemeber debatteert de Tweede Kamer over de ratificatie van het oprichtingsverdrag van de nieuwe Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB). Ook op de agenda staat de beoogde Nederlandse bijdrage van 1,03 miljard dollar aan het startkapitaal, waarvan 80% een garantie is en 20% direct moet worden overgemaakt. Het zou mooi zijn als de Kamer de oprichting van deze nieuwe bank niet als een hamerstuk behandelt, maar verbindt aan een goede inhoudelijke beoordeling.
De AIIB heeft beloofd om groen te zijn, efficiënt en vrij van corruptie (“green, lean and clean”), maar hoe dat moet gebeuren is nog niet duidelijk vastgelegd. De bank is momenteel druk bezig met het formuleren van zijn eigen regels en beleid. De Kamer heeft met het debat een unieke kans om te zorgen dat het oprichtingsverdrag van de nieuwe bank aan de hoge verwachtingen voldoet.
Investeringen in infrastructurele werken hebben grote invloed op economie, maar ook op milieu, maatschappij en mensenrechten. Nederland moet er op aandringen dat het beleid van de AIIB mens en milieu afdoende beschermt en garanties bedingen dat de bank een maatschappelijk verantwoorde economische ontwikkeling stimuleert. Het zou niet meer dan logisch zijn dat vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen in de gebieden waar investeringen worden gepland, vanaf het begin kunnen meepraten en beslissen. Dat kan alleen als investeringsplannen vooraf in lokaal relevante talen moeten worden vertaald en beschikbaar gemaakt. Voor het geval er problemen ontstaan, moeten daarvoor heldere klachtenprocedures worden ontwikkeld met bemiddeling door onafhankelijke instanties.
Nederland moet duidelijk maken dat de AIIB de beoordeling van projecten niet aan haar klanten kan overlaten. Ervaringen uit de hele wereld, denk maar aan onze eigen HSL, leren dat infrastructuurprojecten die eenmaal op een verkeerde manier zijn begonnen heel moeilijk tijdens het proces kunnen worden bijgestuurd. Met voldoende onafhankelijke, externe beoordeling vooraf, wordt ook het gevaar van corruptie en vriendjespolitiek verminderd. Keer op keer bovendien blijken bedrijven, die de voornaamste klanten van de AIIB zullen zijn, volstrekt onvoldoende toegerust om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te beschermen tegen een dagelijkse druk van aandeelhouders.
Nederland moet zich bij de ratificatie van het oprichtingsverdrag hard maken voor de invoering van duidelijke, scherpe regels en een stevig toezicht bij de AIIB. De Nederlandse bewindvoerder bij de nieuwe bank moet toegang tot alle benodigde informatie krijgen om dergelijk toezicht handen en voeten te kunnen geven. Duidelijke waarborgen zijn nodig opdat Nederland niet alleen lid wordt van wéér een nieuwe bank, maar van een nieuwe bank die juist beter scoort in haar bijdrage aan duurzame ontwikkeling dan bestaande ontwikkelingsbanken als de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB) of de Wereldbank.