Het is dringend geboden dat Europa en de VS de confrontatie met het nederzettingenbeleid aangaan
Herzl Halevi, het hoofd van Israëls militaire inlichtingendienst, heeft deze week Israëlische parlementariërs gewaarschuwd : Gaza dreigt te ontploffen. Volgens Halevi doet de Hamas-regering haar best om escalatie te voorkomen. Maar de belangrijkste voorwaarde voor deëscalatie is Gaza’s economisch herstel, aldus Halevi.
Na de verwoestende Israëlische aanval in de zomer van 2014 liggen grote delen van Gaza nog steeds in puin. Bijna honderdduizend burgers zijn nog ontheemd. De wederopbouw stagneert door de desastreuze verdeeldheid aan Palestijnse zijde maar de hoofdreden is de aanhoudende Israëlische blokkade.
Israël maakt uit of Gaza economisch kan herstellen dan wel zal ontploffen. Natuurlijk dragen Palestijnse strijdgroepen in Gaza verantwoordelijkheid. Zij moeten het oorlogsrecht respecteren. Hun verfoeilijke beschietingen op burgerdoelen in Israël zijn gelukkig sterk afgenomen. Die vormen een fractie van het aanhoudende Israëlische geweld tegen Gaza.
Een haven voor Gaza Gaza is twee keer zo groot als Texel. Na drie grote Israëlische aanvallen in zes jaar is de meerderheid van de 1,8 miljoen inwoners ernstig getraumatiseerd. 80 procent van de bevolking is afhankelijk van humanitaire hulp.
In zijn overleg met Israëlische parlementariërs citeerde Herzl Halevi een VN-rapport uit september 2015. Dat bevatte de waarschuwing dat Gaza in het jaar 2020 onbewoonbaar dreigt te worden, mede omdat de drinkwatervoorziening en waterzuivering dan niet meer werken. Om Gaza te redden zal structureel iets moeten veranderen. Een belangrijk deel van de oplossing is dat Gaza een haven krijgt. Met Nederlands ontwikkelingsgeld werd in 2000 met de bouw van die haven begonnen. Israël verwoestte de bouwlocatie in 2001.
Dat Gaza een haven krijgt, bepleiten hooggeplaatste Israëlische legerofficieren. Maar de Israëlische premier Netanyahu en minister van defensie Ya’alon willen dat verhinderen. Aangespoord door het kabinet-Rutte en geflankeerd door Amerika moet Europa nu de Israëlische regering onder druk zetten om die economische levensader voor Gaza te laten stromen. Europa zou bovendien tegen ander wanbeleid in verzet moeten komen: Israëls vernielingen van Palestijnse huizen op de bezette Westelijke Jordaanoever. In 2016 zijn die vernielingen sterk toegenomen. Daarbij verwoest de Israëlische regering steeds vaker gebouwen en projecten die met Europees ontwikkelingsgeld zijn gefinancierd.
Netanyahu creëert ‘één-staat realiteit’ Natuurlijk is het ook dringend geboden dat Europa de confrontatie met het nederzettingenbeleid aangaat. Onlangs concludeerde de Israëlische vredesorganisatie Peace Now in haar rapport over 2015:
"De regering van Netanyahu begraaft de visie van twee naties en creëert een één staat werkelijkheid "
In gezamenlijke conclusies spraken de 28 EU-lidstaten, waaronder Nederland, in januari weer harde woorden over het nederzettingenbeleid:
"De nederzettingen zijn illegaal volgens het internationaal recht, fungeren als een obstakel en dreigen een tweestatenoplossing onmogelijk te maken. De EU herhaalt haar sterke oppositie tegen het Israëlische nederzettingenbeleid. Zij verzoekt Israël om alle nederzettingen te verwijderen … en is sterk gekant tegen alle handelingen die afbreuk doen aan de levensvatbaarheid van de tweestatenoplossing … De EU zal de ontwikkelingen op het terrein en de bredere implicaties van nabij volgen en zal met het oog op de levensvatbaarheid van de twee-staten-oplossing, die voortdurend wordt ondermijnd door nieuwe acties, alles in de gaten houden. "
Anti-BDS offensief is campagne vóór bezetting Maar concrete maatregelen blijven uit. Erger, in plaats van de nederzettingen op de korrel te nemen, richten steeds meer landen hun pijlen op de internationale BDS-beweging. BDS staat voor: boycotacties, desinvesteringen en sancties – tot Israël het internationaal recht naleeft. De beweging is voortgekomen uit vreedzaam verzet van Palestijnen tegen de Israëlische bezetting en kan wereldwijd op steeds meer maatschappelijk draagvlak rekenen – juist omdat regeringen niets tegen de bezetting doen.
Lang heeft de Israëlische regering de BDS-beweging genegeerd en geridiculiseerd. Maar nu trekt zij er agressief tegen ten strijde. Daarbij krijgt ze hulp van politieke bondgenoten in Europa. De gemeenteraad van Parijs nam onlangs twee moties aan die BDS categorisch afwijzen. De Britse regering vaardigde zelfs een verordening uit dat overheidsinstanties en andere instellingen die publieke middelen ontvangen Israëlische bedrijven en producten – óók uit nederzettingen – niet mogen boycotten.
Over deze stigmatisering en criminalisering van politiek activisme tegen de Israëlische bezetting publiceerde The Intercept onlangs het artikel “ Greatest Threat to Free Speech in the West. ” In Amerika maken ze het nog bonter. In 21 staten zijn nieuwe wetten aangenomen of in voorbereiding die BDS veroordelen of criminaliseren.
De politieke agenda achter diverse wetten reikt verder dan het verzwakken van BDS: daarmee proberen de initiatiefnemers de nederzettingen te legitimeren. Zij willen het officiële Amerikaanse beleid slinks veranderen en de internationale consensus over de illegaliteit van de nederzettingen breken.
Dat ontmaskert het anti-BDS offensief: dat is in wezen een campagne vóór de Israëlische bezetting. Volgend jaar duurt die bezetting een halve eeuw.