Maandag publiceerde de Volkskrant een artikel over hoe Wopke Hoekstra zich in bochten wringt om de Europese fracties te overtuigen van zijn groene intenties. Zelden zat er meer verhaal in de spanning tussen de kop en de foto. De recent verjaarde opportunisten-politiek in een notendop.
Op het eerste gezicht zet de ex-minister, ex-lijsttrekker, ex-kroonprins van het CDA zijn daadkrachtige woorden kracht bij met een daadkrachtig hoofd. Echter, als je ook maar een klein beetje beter kijkt zie je hoe hij uit alle macht zijn gezicht in de plooi probeert te houden. Zelfbewust van het bizarre pleidooi dat hij zojuist gedaan heeft. Gespeeld, vastbesloten om zijn toneelstuk tot het bittere eind vol te houden. Zelfs als het decor wordt afgebroken, het zaallicht aangaat en alle Europarlementariërs al lang en breed hun drankjes drinken in de foyer, staat Wopke nog te pleiten voor vliegtax en tegen fossiele subsidies. Voor het geval dat er nog een suppoost op het derde balkon de kauwgom van de armleuningen aan het krabben is.
Als je nog beter naar het hoofd van Hoekstra kijkt, zie je waarom hij dat doet. Het is erop of eronder. Het breekpunt in zijn carrière. Of in ieder geval het breekpunt voor zijn publieke geloofwaardigheid. Zijn liegexamen. Als hij zich hier doorheen liegt, heeft hij zich bewezen als politicus. Dat voelt hij. Als hij zich er niet doorheen liegt is zijn politieke carrière waarschijnlijk voorbij. Dan gaan de spotlight en de camera uit. Dan komt de trein tot stilstand. Wopke ziet zijn politieke carrière als een film voorbijflitsen. Wopke heeft een bijna-politiek-doodervaring.
Maar als je heel goed kijkt zie je nog iets anders. Hoekstra gelooft zichzelf niet meer. Hij gelooft er niks meer van. Hij heeft het gezicht opgezet dat hij al zo vaak heeft opgezet wanneer hij het beleid van zijn bedrijf of de lijn van zijn partij of onderbuikgevoelens van zijn electoraat verdedigde. Maar hij overtuigt zichzelf niet meer. Dat moet even schrikken geweest zijn toen hij dat gezicht oefende in die hotelkamer in het centrum van Brussel. Ook voor zijn voorlichter. Dit was het beste wat hij nog had. Ze moesten het ermee doen. Had hij het maar niet gezien, aan zichzelf in de spiegel. Dan hadden wij het waarschijnlijk niet gezien op deze foto.
Zo staat hij daar op een mooie maandag in Straatsburg met dat gezicht dat boekdelen spreekt. En iedereen ziet het. Iedereen weet het. Zelfs Wopke. En dus zit er maar één ding op. Houd je gezicht in de plooi zo goed en zo kwaad als het gaat, zo lang als je kunt en hoop dat de Groenen en de Sociaal Democraten op een gegeven moment het gevoel krijgen dat ze hun punt gemaakt hebben. Hoop dat er snel iets nog belangrijkers gebeurt, ergens in de wereld, waarover men nog makkelijker en fijner verontwaardigd kan zijn. Wopke Hoekstra, houd vol!