Begin oktober mag Laura Gemser haar 70-jarige verjaardag vieren. Ze is een welbekend gezicht uit de jaren '70 en '80 die talrijke kijkers rode oortjes bezorgde.
Ik moet een jaar of 10 zijn geweest. Omdat ik tijdens een logeerpartij de slaap niet kon vatten, strompelde ik op een late avond naar de televisie in de woonkamer. Deze stond nog aan, maar de kamer was verstoken van menselijk leven. Enkel een wegdommelende hagedis in een terrarium was getuige. Ik maakte het mezelf aangenaam op de bank en keek naar wat er zich op de televisie afspeelde. Wat me van het vervolg is bijgebleven, is haar lichaam. Nee, dat is onwaar. Natuurlijk: ze had een prachtig lijf: lange benen, haar donkere teint, tedere huid, hoge jukbeenderen en een achterwerk waar je verlegen van werd wanneer een deel daarvan prompt op het scherm verscheen. En die lange, eindeloze, zwarte haren. Het was niet haar lichaam. Eigenlijk lag de magie besloten in de wijze waarop ze zich voortbewoog. En hoe ze stilstond. Wat ze uitstraalde door die donkere ogen. Ze had lippen die een belofte in zich droegen. Ze dirigeerde de wereld met haar zinnelijke oogopslag, waarachter iets verborgen lag dat ongrijpbaar was voor de gewone sterveling. Ze was vleesgeworden verfijning. Gedecideerd en verleidelijk hypnotiseerde ze me. De ervaring op de bank laat zich niet optekenen met dit hoopje superlatieven. Maar de sensatie was sterk genoeg om mijn mond te doen openhangen en mijn ogen uitdrogen (omdat ik vergat te knipperen). Daar stond ik als kind, starend naar het scherm waarop zij langs me heen keek. De sensualiteit knalde van het scherm. Ik had niet eens in de gaten dat dit type films me schaamte zou moeten inboezemen, in plaats daarvan werd ik subiet verliefd op Black Emmanuelle.
In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw waren de ‘exploitation-films’ nog populair. Was er een Hollywood-film die succes oogste, dan werd het door een scala aan B-filmmakers dunnetjes overgedaan. “Conan, the Barbarian” was een succes, dus onmiddellijk werden er vele films geproduceerd met hetzelfde thema, met eenzelfde sfeer als het voorbeeld, maar dan met een paar nullen minder in de begroting. Zo ging het ook met “Mad Max”, “Alien”, “Star Wars”, “Indiana Jones” en noem ze maar op. Eigenlijk bestaat er geen kaskraker uit die tijd die niet gekopieerd is. Soms combineerden de makers met filmhits in één en dezelfde film: de zombies geïnspireerd door “Dawn of the Dead”, de martial artists uit “Enter the Dragon” en fluffige aliens uit “Gremlins” kwamen samen in een uitbarsting van flamboyantie. Het kon allemaal. Vaak met een knipoog. En een enkele keer zelfs best onderhoudend. Een scala aan acteurs in deze films had nog nooit voor een camera gestaan. Een handjevol anderen hadden wat meer ervaring. En dan was er nog een minimaal percentage van de cast dat ervaring had met zogenoemde ‘Soft Core’: erotische films waarin niet veel meer gebeurde dan een vrouw die zich ontdeed van haar lingerie, waarna het repetatief wrijven begon tussen dit vrouwelijk bovenlijf met een (besnorde) mannelijke versie. Wat saxofoonmuziek, enkele gesloten ogen, wat gekreun. Meer was het niet. In de roerige jaren ’70, waar men de seksuele revolutie achter de rug had, ontstond er ruimte voor “Emmanuelle”. Sylvia Kristel speelde in deze lome, erotische films de verpersoonlijking van de Westerse begeerte. Maar de exploitation liet niet lang op zich wachten. “Black Emmanuelle” werd gerealiseerd. Het was een aanvulling op het genre, namelijk die van de erotische diversiteit. Het origineel en de exploitation-versie deden overigens niet voor elkaar onder in opnamekwaliteit. Ze waren net zo krakerig en korrelig.
Maart 2019. Ik zie een vlog-recensie van een potsierlijke film uit 1990. Onbetwist een exploitation-film. Er wordt gezegd dat de actrice naast de rol van slechterik ook het kostuumontwerp voor de film realiseerde. ‘Iets dat ze voor veel films heeft gedaan,’ klinkt de nonchalante voice-over. Ik zie de hoge jukbeenderen van de vrouw en meen haar te herkennen. Iets in me roert zich, herkent die oogopslag. Laura Gemser, lees ik op de welbekende database van internationale films. En ja hoor: ik ken haar inderdaad. Zij is het. Black Emmanuelle. Wikipedia heeft zelfs een pagina aan haar gewijd: ze is – net als mijn vader – geboren in Indonesië. Op jonge leeftijd – net als mijn vader – naar Nederland gegaan. Ze studeerde in Utrecht als mode-ontwerpster en via modellenwerk stond ze al gauw op filmsets (dat is mijn vader niet gelukt overigens). Uiteindelijk kwam ze in een filmproject haar zielsverwant tegen. De twee trouwden, met twee decennia aan leeftijdverschil. De echtgenoot overleed rond 1991. Laura besloot de filmwereld vaarwel te zeggen en zich te vestigen in het land van haar overleden man: Italië.
Heeft het zien van Black Emmanuelle in die onverstoorde avond zo lang geleden een aandeel in mijn ontwikkeling gehad? Hangt haar hoedanigheid als icoon in de kamer van mijn verbeelding? Het had volledig anders kunnen uitpakken wanneer ik mevrouw Gemser die avond niet aanschouwd had. Maar zo is het niet gelopen. En daar ben ik wel opgetogen om.