De vierkoppige D66-fractie in Dordrecht is uiteengevallen nadat een van de raadsleden vorige maand in Nieuwsuur vertelde over het racisme binnen de partij. De scheuring levert twee raadsleden aan de ene kant op, en twee aan de andere. Het lastige: beide partijen willen door als D66. Dat meldt het AD.
De ruzie ontstond toen raadslid Osman Bosuguy in maart te gast was in Nieuwsuur. Daar vertelde hij over het racisme waarmee hij te maken kreeg toen hij drie jaar geleden verkozen werd. Bosuguy stond samen met collega Ahmet Polat – allebei van Turkse afkomst – op een ogenschijnlijk onverkiesbare plaats. Allebei wisten ze voldoende voorkeursstemmen te behalen, tot grote onvrede van een deel van D66 Dordrecht. Tijdens een bijeenkomst zou iemand binnen de partij tegen Bosuguy hebben gezegd dat hij ‘zijn Turkse zetel’ moest meenemen. In Nieuwsuur had Bosuguy een heldere boodschap voor partijleider Sigrid Kaag : racisme komt ook binnen de eigen partij voor.
Dat optreden werd Bosuguy niet in dank afgenomen door collega’s Dirk Loekemeijer en Paul Tiebosch. Volgens hen heeft Bosuguy de fractie niet vooraf geïnformeerd en had hij dat wel gedaan, zou hij geen toestemming hebben gekregen om naar Nieuwsuur te gaan. Volgens het tweetal heeft Bosuguy de samenwerkingsafspraken en de vertrouwensrelatie geschonden en moet hij weg. Polat koos daarop de kant van Bosuguy die samen ook gewoon doorgaan als D66.
Volgens het AD rommelt het al jaren binnen de Dordtse D66-fractie. Zo zou na de verkiezingen van 2018 een bestuursverkiezing gekaapt zijn door 25 nieuwe leden die hun lidmaatschap cadeau hadden gekregen. Een onderzoek door het landelijke partijbestuur concludeerde dat de nieuwe leden als doel hadden nieuwe mensen in het lokale bestuur te krijgen.