Onze leiders zijn ten prooi gevallen aan typisch menselijke gebreken bij het uitvoeren van hun plannen: uitstellen, vaag houden – het bekende verschil tussen woord en daad. Op dit niveau hebben die gebreken grootschalige en vaak onomkeerbare gevolgen.
Politici zijn mensen, met typisch menselijke gebreken. We kennen bijna allemaal wel de neiging om lastige taken uit te stellen, te sjoemelen met onze goede voornemens, toekomstige ontwikkelingen te optimistisch in te schatten zodat we het nog best ‘even kunnen aankijken’. Veel psychologisch onderzoek (ik schreef er een heel boek over ) laat zien hoe we onszelf voor de gek houden – met als gevolg dat we vaak onze eigen waarden en idealen verloochenen. We wíllen het heus wel, maar het komt nu even niet zo goed uit. Stoppen met roken of drinken, gezonder eten, meer bewegen, opruimen, het roer omgooien, meer tijd voor onszelf maken, beter voor onszelf opkomen: het voelt altijd alsof het later makkelijker zal gaan.
Wees lief voor je toekomstige zelf Dat is een illusie: het ongemak voelt lichter domweg doordat het verder weg in de tijd ligt. Ons toekomstige zelf zal dezelfde behoeftes hebben die we nu hebben, dezelfde angsten en dezelfde weerstand om gewoontes op te geven waaraan we gehecht zijn. Ons toekomstige zelf zal ook niet meer tijd hebben voor alles wat nu niet goed uitkomt, of in betere conditie zijn om ongemak te verdragen. Integendeel, de hoeveelheid beschikbare tijd en onze conditie worden alleen maar minder, zeker zolang we schadelijke gewoontes continueren. Mijn advies is dan ook: wees lief voor je toekomstige zelf, doe het nu.
Hetzelfde geldt voor ons als soort en als samenleving. Natuurlijk willen we ook lief zijn voor onze kinderen en kleinkinderen. We kunnen ervan uitgaan dat zij dezelfde behoeftes zullen hebben als wij, en dezelfde tegenzin om hun comfort op te geven. Maar als gevolg van onze labbekakkerige houding ziet het ernaar uit dat zij het aanzienlijk moeilijker zullen krijgen. Ze zullen meer te maken krijgen met natuurrampen, droogte, hitte, overstromingen, mogelijk zelfs voedselschaarste en de noodzaak om te emigreren. Ze zullen harder moeten vechten tegen klimaatopwarming, vervuiling en uitputting van de aarde, want de schade wordt alleen maar groter.
Morgen doe ik weer aan de lijn Als samenleving gedragen we ons net als iemand die wil afvallen maar voorlopig nog even het calorierijke dieet continueert en dikker wordt, met als gevolg later afvallen een veel grotere opgave wordt. Onze CO2-uitstoot is nog nooit zo groot geweest als sinds we de effecten ervan kennen. We zijn doorgegaan met bossen kappen, broeikasgassen en stikstof uitstoten, plastic produceren, wetend wat de gevolgen zijn. Later zou het vast makkelijker zijn om het op te lossen, met ‘nieuwe technologie’. Er werden wel plannen gemaakt en doelen gesteld, maar die lagen ver weg. De stikstofcrisis ontstond doordat ‘maatregelen’ overoptimistisch vooruitliepen op toekomstige vermindering van de uitstoot. Ging het over de klimaatdoelen van Parijs, dan zei Rutte: we hebben nog alle tijd. In Glasgow was zijn eerste reactie op het plan te stoppen met fossiele investeringen: Dat is meer iets voor het volgende kabinet.
Het is pregnant dat hij de woorden ‘action’ en ‘implementation’ in de mond nam, want daar heeft hij wél gelijk in: psychologisch onderzoek laat zien dat mensen aanzienlijk vaker tot uitvoering van hun plannen komen wanneer ze een zogenoemde implementatie-intentie maken, een plan van aanpak waarin staat gespecificeerd wat ze precies gaan doen, wanneer, waar, hoe, met wie. Het voornemen ‘minder eten’ is bijvoorbeeld veel te vaag, net als het doel ‘over een jaar 20 kg minder wegen’. Op het moment dat je het besluit voelt het wel goed, maar bij de uitvoering biedt het heel veel uitwegen en geen enkel houvast (‘Morgen doe ik weer aan de lijn’). De kans op succes is veel groter met een specifiek plan over wat je wel en niet eet en wat je doet in moeilijke situaties, bijvoorbeeld als je aan verleiding blootstaat of als je even bent vergeten waarom je dit ook alweer wilde.
Action action action = bla bla bla Hetzelfde geldt voor de klimaatplannen van onze regeringsleiders. De doelen van Parijs waren te vaag en vrijblijvend. Dat beseffen ze nu, en hopelijk gebeurt dat niet weer in Glasgow. Maar helemaal gerust ben ik er niet op. Zo werd nu afgesproken om in 2030 te stoppen met bossen kappen. Anders gezegd, tot 2030 gaan we ermee door, 27 voetbalvelden per minuut. Hoeveel is er dan nog over? Geen bindende regelgeving, geen plan om nu al te beginnen met afbouwen. Er is enkel een doel gesteld, de daadwerkelijke uitvoering is uitbesteed aan toekomstige regeringen. Ons ‘toekomstige zelf’. Op die manier zijn de woorden ‘action action action’ alleen maar woorden: bla bla bla.
Of mensen doelen bereiken hangt niet af van hoe gemotiveerd ze zijn, met hoeveel overtuiging ze hun doel formuleren of hoe hoog ze de lat leggen; het hangt er primair vanaf of ze de weg ernaartoe goed in kaart brengen, met specifieke actieplannen, met alle hobbels en valkuilen die ze tegen kunnen komen en als-dan-plannen voor hoe ze reageren wanneer dat gebeurt. De kunst is dus niet om, zoals Rutte zegt, de ambities groter te maken. Dat heet ‘positief denken’ of ‘focussen op je doel’ en daarvan is uit onderzoek gebleken dat het mensen niet dichterbij hun doel brengt. De kunst is om de ambities concreter in te vullen, zodanig dat zittende regeringen er direct mee aan de slag kunnen; weten wat ze morgen, volgende week, volgende maand en volgend jaar precies moeten doen en hoe; een plan van uitvoering hebben, een plan voor worst-case scenario’s en een plan B voor als plan A mislukt. Dat is het simpele geheim van doelen omzetten in daden, zowel voor individuele mensen als voor de wereld.