De aardbeving en humanitaire ramp heeft een internationale uitbarsting van empathie en solidariteit met Syrië teweeggebracht. Akram Saud, Fouad Hallak, Oula Osman Abou en Zaid Muhammad vrezen dat dictator Assad het momentum zal misbruiken om meer desinformatie te verspreiden en zijn positie op het wereldtoneel verder te normaliseren.
Terwijl het dodenaantal na de aardbeving in noordwest Syrië blijft toenemen, ontstaat in het online domein een smerige modderpoel van onjuiste en misleidende informatie. In grote aantallen worden berichten gedeeld over door Europa en de Verenigde Staten opgelegde sancties die hulp aan Syrië onmogelijk zouden maken. Humanitaire hulporganisatie The White Helmets wordt belasterd van steun aan terroristen en het ensceneren van gifgasaanvallen.
Deze informatie is misleidend en onjuist. De ingestelde sancties door de Europese Unie en de Verenigde Staten richten zich namelijk op zakenlui die banden met het Assad-regime onderhouden en het regime zelf. Deze sancties sluiten de levering van voedsel, medicijnen en humanitaire hulp uit. De verdachtmakingen aan het adres van The White Helmets zijn te herleiden naar curieuze bronnen, bots en manipulatie. Volgens recent onderzoek door de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) is er voldoende bewijs dat de strijdkrachten van Assad verantwoordelijk zijn voor aanvallen met chemische wapens.
Maar in het online universum verliezen feiten het razendsnel van onwaarheden en populistische sentimenten. De wijze waarop social media-platforms ingericht zijn, versterkt de impact. Mede daardoor kan onjuiste en onvolledige informatie het grote publiek bereiken. Geen wonder dat ongenuanceerde en verbolgen reacties ons in groten getale om de oren vliegen.
Geraffineerde desinformatiecampagne
Syriërs in Nederland zijn bekend met de geraffineerde desinformatiecampagnes door het Assad-regime en Rusland. Met lede ogen zien wij aan hoe een deel van de Nederlanders het narratief van het regime na-echoot. Sommige Nederlandse vrienden en kennissen fungeren (onbedoeld) als verlengstukken van propaganda-inspanningen die de politieke agenda van het Assad-regime heimelijk dienen.
Gezien de kwakkelende economie die is verwoest door 12 jaar van massamoord, politieke vernietiging, uithongering en marteling door het regime van Assad, heeft de dictator er alle belang bij om zijn internationale imago verder op te poetsen. Inspelen op de internationale empathie en solidariteit met Syriërs in het rampgebied biedt daarvoor de uitgelezen kans. De symptomen daarvan zijn al zichtbaar.
Assad’s vlag
Om medeleven te betuigen aan de aardbevingsslachtoffers in het noordwesten van Syrië hees de Arnhemse burgemeester Marcouch de rood-wit-zwarte vlag. Een goedbedoeld gebaar, maar toch steekt het ons dat juist deze vlag wordt gehesen. De rood-wit-zwarte vlag is namelijk verbonden aan het Assad-regime en is na de start van de vreedzame Syrische revolutie een vijandig symbool geworden.
Mede om die reden wappert in de zwaar getroffen gebieden in noordwest Syrië de groen-wit-zwarte vlag. Sinds de onafhankelijkheid in 1946 is dit de traditionele vlag van Syrië en een belangrijk symbool van vrijheid en zelfbeschikking. Uiteraard begrijpen wij dat de meeste Nederlanders dit niet weten, maar burgemeesters en andere politieke ambtsdragers hebben een bijzondere verantwoordelijkheid. Zij dienen zich zeer bewust te zijn van de symboliek die zij omarmen, de politieke implicaties daarvan en de gevoeligheden die daarmee samenhangen.
Acties van politieke ambtsdragers zoals in Arnhem ervaren wij om die reden als nodeloos kwetsend. In het beste geval beschouwen wij het hijsen van de rood-wit-zwarte vlag als een poging om onze legitieme politieke strijd te depolitiseren door deze te reduceren tot slechts een “humanitaire tragedie”. In het slechtste geval beschouwen wij het gebaar als een duidelijk teken van partij kiezen voor het Assad-regime. Dat gezegd hebbende, dragen beide gevallen bij aan verdere normalisatie van Assad op het wereldtoneel.
Eenzijdige fixatie op sancties
Een week na de aardbeving riep Bouthaina Shabaan, speciaal adviseur van de Syrische dictator, de internationale gemeenschap op om de sancties op te schorten. Volgens Shabaan beletten internationale sancties het regime om hulp te bieden in het rampgebied. Shabaan is niet de eerste die op misleidende wijze inspeelt op de internationale uitbarsting van empathie en solidariteit. Met deze eenzijdige fixatie op internationale sancties werpen Shabaan en andere loyalisten van het regime een rookgordijn op om de verantwoordelijkheid van het Assad-regime te verdoezelen.
Wie alleen focust op de internationale sancties, mist namelijk de impact van de bredere en politieke context die in Syrië bepalend is. Al in de eerste dagen na de aardbeving landden vliegtuigen met humanitaire hulpgoederen uit onder andere Pakistan, Iran en Oman in Damascus en Aleppo. Dat hulp het rampgebied in noordwest Syrië niet bereikt is daarom bovenal een politieke keuze van het Assad-regime zelf.
Daarbij dient men zich te realiseren dat het Assad-regime een lange geschiedenis kent met het verhinderen van hulp aan Syriërs vanwege hun politieke standpunten en vermeende loyaliteit aan politieke tegenstanders en zelfverrijking van het regime. Met politieke steun van Rusland en China werpt het Assad-regime namelijk al jarenlang reële praktische en beleidsmatige obstakels op voor de distributie van humanitaire hulp en hulpgoederen. Ondanks de internationale sancties wordt het regime van Assad (indirect) gefinancierd met geld uit Europa en de Verenigde Staten, vooral via de Verenigde Naties.
Kortom, het is een misvatting dat opschorting van de internationale sancties ervoor zal zorgen dat hulpgoederen en humanitaire hulp via het Assad-regime bij alle aardbevingsslachtoffers in Syrië terecht zal komen. Het is immers zeer ongeloofwaardig dat een regime dat onlangs nog woonwijken, scholen en ziekenhuizen in noordwest Syrië bombardeerde, nu beweert mensen onder het puin te willen redden. Daarom vinden wij dat het vraagstuk over het opschorten van de sancties los gezien moet worden van de aardbeving en de daaropvolgende humanitaire crisis.
Normalisatie draagt bij aan de afwezigheid van gerechtigheid
Slachtoffers van oorlog en onderdrukkende regimes weten dat de geschiedenis niet alleen door de overwinnaar wordt geschreven, maar evengoed door massa’s mensen die bereid zijn om het narratief van de agressor te geloven en omarmen. Wij vrezen dat normalisatie van het Assad-regime op het wereldtoneel de toch al lange weg naar internationaal strafrechtelijke vervolging en gerechtigheid verder zal bemoeilijken. Dat is een schoffering jegens de duizenden politieke gevangenen die in martelgevangenissen verdwenen, dehonderdduizenden doden en hun nabestaanden en miljoenen ontheemde Syriërs.
Akram Saud, Fouad Hallak, Oula Osman Abou en Zaid Muhammad zijn Syrische activisten:
Oula Osman Abou (31) is een Syrische student. Sinds 2017 woont zij in Nederland.
Fouad Hallak (33) is een Syrische activist en fotograaf uit Aleppo. Sinds 2016 woont hij in Nederland.
Zaid Muhammad (31) is een Palestijnse-Syrische politicologie student. Sinds 2017 woont hij in Nederland.
Akram Saud (33) is een Syrische activist. Sinds 2016 woont hij in Nederland.