Creatieve destructie
• 05-03-2020
• leestijd 3 minuten
© cc-foto: James Lee
Afbraak van onze sociaal georiënteerde samenleving door het kapitaal is bijna voltooid
Creatieve destructie is een in de economie bekende term. Het houdt in dat bepaalde industrieën door nieuwe industrieën en technieken worden overvleugeld en daarom wel moeten verdwijnen. Maar of dat ook voor een politiek systeem geldt, lijkt mij maar zeer de vraag. Vooral als het om basis- en zingevingsvragen gaat.
Ik geef er de voorkeur aan te leven in een rechtstaat en onder een grondwet die mij en alle andere burgers basisrechten garandeert. En juist aan deze grondwet wordt gemorreld. Veertje voor veertje wordt deze rechtstatelijke sierduif geplukt door de vredehaters en kapitaalaanbidders.
Het sociaal contract staat onder druk want wat voor gewone burgers geldt, geldt niet langer voor de rijken. Het wordt tijd voor een creatieve destructie door hen die de Verlichting een goed hart toedragen, want de grondwet is het beschermen waard.
De schending van de letter van grondwet en ook die van de geest is ernstig maar ik hoor hier weinig politici over. Er klinkt een oorverdovende stilte.
Ik kan misschien dingen te zwaar aanzetten maar in drie gevallen wordt aan de Grondwet gemorreld en dat is een niet te miskennen signaal.
Wonen is een mensenrecht, staat genoemd in artikel 22 van onze Grondwet. Huisvesting wordt steeds meer beschouwd als handelswaar, maar is in de kern een mensenrecht. Uit alles blijkt dat de opeenvolgende neoliberale regeringen het mensenrecht van wonen beschouwen als een inspanningsverplichting voor de overheid. En die inspanningsverplichting wordt vormgegeven door de markt zijn werk te laten doen en marktverstorende elementen (corporaties en andere collectieve arrangementen) kalt te stellen , met alle gevolgen van dien. Het lijkt mij toe dat de politiek druk moet uitoefenen om de inspanningsverbintenis tot een resultaatsverbintenis te maken.
Belastingheffing via wetten, niet via rulings. Grondwetsartikel 103: belasting wordt geheven bij wet, geen belasting heffing zonder wettelijke grondslag.
Het “niet heffen” van belasting dient naar mijn overtuiging ook wettelijke basis hebben. Uitleg van artikelen, door een afdeling van de belastingdienst in Rotterdam, kan niet resulteren in het niet heffen van enorme belastingbedragen van multinationals en heel rijke families. Dat is in strijd met de Grondwet. Bovendien kan men als belastingdienst door constructies heenkijken, dat wil zeggen ze kunnen ze negeren, maar of dat in deze gevallen gebeurt, is voor mij een vraag.
Het maatschappelijk belang wordt niet meegewogen bij rulings en dat lijkt mij tegen de geest van de grondwet in. Beoordeling zou door een onafhankelijk politiek orgaan moeten gebeuren op afstand van de Belastingdienst.
Dat het belastingstelsel regressief is lijkt niet alleen in strijd te zijn met de Nederlandse opvattingen over rechtvaardigheid, maar mogelijk ook met de Grondwet. (artikel 20.1).
Terwijl de ongelijkheid van bezit in Nederland bijna Amerikaanse proporties aanneemt, zou de inkomensongelijkheid hier slechts gematigd zijn. Bij een nadere beschouwing van de statistieken blijkt die stelling echter onhoudbaar. Belangrijke bronnen van inkomen worden niet meegerekend. In het kort: – De inkomensstatistieken nemen inkomen uit vermogenswinst niet mee, en verminderen het inkomen met rentebetalingen. – Bijna de helft van het inkomen van de hoogste inkomensgroep is onzichtbaar. Mét dat inkomen is het belastingstelsel regressief. – Zowel een statistische herdefinitie van inkomen als een herberekening van inkomensongelijkheid is hard nodig.
Tot zover Alman Metten.
Niet alleen blijkt uit deze gevallen de onmacht van de overheid, maar misschien ook wel de verborgen agenda. Daarnaast zijn er ook nog de farmaceutische bedrijven, de banken en de gewone witteboorden-criminaliteit die bijkans ongemoeid hun gang kunnen gaan.
Naar mijn overtuiging dienen nationalisatie en onteigening opnieuw ontwikkeld te worden als instrument ten dienste van de burger. Toe te passen in die gevallen wanneer de markt het algemeen belang te veel schade toebrengt. Daar kunnen de parlementariërs zich dan een oordeel over vormen en na opgedane bevindingen handelen.
Zo niet, dan blijven we als gewone burger weerloos tegenover het kapitaal. Het is maar dat u het weet.