Drie paradoxen die in verband kunnen worden gebracht met het virus en de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht
Wereldwijd treffen landen verregaande maatregelen om de verspreiding van corona te voorkomen, van het verzamelen van locatiedata via telefoons tot het bestraffen van ‘coronahoesten’. Leven we daardoor straks in een surveillancestaat? In plaats van kristallen bollen te raadplegen, kunnen we voor de toekomst beter kijken naar wat nu relevant is.
Er wordt dezer dagen veel geschreven hoe de wereld eruit zal zien ná de coronacrisis. Zo zou de crisis het einde zijn van de geglobaliseerde wereldeconomie en kansen bieden om duurzamer te leven. Mij lijkt het veel te vroeg om voorspellingen te doen.
Drie paradoxen rondom corona Wat we wel kunnen doen, is het virus gebruiken om een aantal ontwikkelingen in onze samenleving te bekijken, zelfs als de uitkomsten daarvan nog niet helemaal helder zijn. Op die manier krijgen we een breder begrip van de coronacrisis en de manier waarop ze doorwerkt in onze maatschappij. Zo worden langzaam maar zeker drie paradoxen zichtbaar die in verband kunnen worden gebracht met het virus en de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht.
Paradox 1: Corona is democratisch én discrimineert Corona is democratisch, ze maakt iedereen gelijk. Net als smog krijgt iedereen ermee te maken. Daarmee maakt de coronacrisis de notie van risicomaatschappij van de Duitse socioloog Ulrich Beck opnieuw relevant. Het gaat er niet om dat we risicovoller zijn gaan leven of dat de bedreigingen nu veel groter zijn dan in de Middeleeuwen. Maar dat we voor nieuwe problemen staan, die de belangrijkste instituties van onze samenleving onvoldoende de baas kunnen. Niemand kan zich bijvoorbeeld verzekeren tegen corona, sla de voorwaarden in je polis er maar op na.
Tegelijk is het te gemakkelijk om te stellen dat het virus corona klassenonafhankelijk zou zijn en iedereen in hetzelfde schuitje zit. Terwijl premier Mark Rutte aan alle mensen vraagt om ‘hun eigen verantwoordelijkheid te nemen’, wordt het verschil tussen rijk en arm steeds zichtbaarder.
De pandemie, waarin παν (pan) geheel betekent en δῆμος (dêmos) volk, werkt namelijk ook asymmetrisch. Zo trekken de allerrijksten zich terug in bunkers en hamsteren beademingsapparaten voor het geval zij zelf ziek worden. Zit de middenklasse veilig thuis en geeft hun kinderen les op de iPad. Maar werken de laagstbetaalden (zorg, openbaar vervoer, afvalverwerking) in de frontlinie om de maatschappij draaiende te houden.
Laten we ook niet vergeten dat ‘social distancing’ – ‘physical distancing’ zou een betere term zijn – slechts een privilege is van de welgestelden op deze planeet. Voor mensen in overvolle vluchtelingenkampen of die wonen in dichtbevolkte en uitpuilende miljoenensteden als Lagos en Bombay is afstand houden en thuis werken onmogelijk.
Paradox 2: De wereld staat stil én verandert razendsnel Corona heeft de wereld tot stilstand gebracht. Van de wereldeconomie en de porno-industrie tot de sportwereld, in vrijwel alle landen is de bedrijvigheid grotendeels plat komen te liggen of draait ze op een lager pitje. Onderzoekers nemen een daling van het gebrom van de aarde waar als gevolg van het stopzetten van menselijke activiteiten. In schril contrast hiermee staat de wereld van veiligheid.
Naast een flinke daling van criminaliteit (woninginbraken, fietsendiefstallen) en het aantal verkeersongevallen doordat mensen thuisblijven, is het duidelijk dat criminelen hun werkwijze razendsnel hebben aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Criminaliteit volgt onze dagelijkse routines. Zo proberen internetcriminelen persoonsgegevens te bemachtigen door massaal phishing-mails te sturen met daarin nepnieuws over het coronavirus.
Doordat we meer thuis zitten stijgt het aantal meldingen van huiselijk geweld en seksueel misbruik. Ook de vraag naar online kinderporno groeit. Tegelijk kun je in de cel belanden voor gedragingen die voor de coronacrisis als onbeschoft zouden worden gezien, zoals hoesten of spugen in iemands gezicht.
Tot slot worden in een ijltempo digitale surveillancemiddelen in werking gesteld en allerlei fundamentele mensenrechten aan banden gelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting. Wat de ratel ooit was voor de bestrijding van de pest, is de smartphone voor het coronavirus. Zo kan aan de hand van de locatiegegevens van je smartphone worden gezien of personen samenscholen.
Critici als de historicus Yuval Noah Harari waren er als de kippen bij om te waarschuwen voor de totalitaire surveillancestaat waarin we zijn verworden tot een homo transparantus. De geschiedenis bewijst dat een tijdelijke oplossing niet zelden leidt tot een permanente situatie. Een goed voorbeeld hiervan was de Franse noodtoestand die twee jaar duurde, vijf keer werd verlengd, en uiteindelijk eindigde in verruimde en aangescherpte antiterrorismewetgeving. Schrijver Arnon Grunberg stelt dan ook terecht dat de oorlog tegen virussen op dezelfde manier oneindig is als die tegen terrorisme.
Paradox 3: Corona is mondiaal én de natiestaat het centrum Vooral bij deze crisis hangt de gezondheid van iedere aardbewoner af van de gezondheid van andere bewoners. Je kunt zeggen dat we onszelf moeten beschermen om anderen te beschermen, zelfs de personen die we nooit zullen aanraken, zodat we beter in staat zijn om onszelf te beschermen.
De logische veronderstelling zou dan zijn dat de coronacrisis gemeenschappelijk wordt aangepakt en dat mondiaal ingrijpende maatregelen worden genomen om het coronavirus tegen te gaan. Te beginnen door de Europese Unie. Maar het tegenovergestelde gebeurt. In plaats van samen te werken, nemen landen eenzijdige acties en regelen ze hun eigen steun. Zo stelde de Amerikaanse president Donald Trump de Europese landen niet eens op de hoogte toen hij de grenzen sloot voor reizigers uit een groot deel van Europa.
In tijden van corona geldt het elk-land-voor-zichzelf adagium en is de staat weer in één klap de baas over onze samenleving. De sterke staat leidt ertoe dat het laatste restje democratie als sneeuw voor de zon verdwijnt. Zoals in Hongarije, waar het parlement is ontbonden. Het andere uiterste gebeurt in Wit-Rusland en Brazilië. Daar ontkennen de leiders het bestaan van het virus (‘het is slechts een griepje’), wat in Brazilië ertoe leidt dat de drugskartels in de favela’s de verantwoordelijkheid van de staat voor haar burgers overnemen.
In het nieuwe coronationalisme geeft de staat aan burgers het gevoel dat zij controle heeft over hun lot. Binnen de nationale staat vinden we geborgenheid, voelen we ons weer thuis, en groeit de behoefte om zich achter een sterke leider te scharen. Want waar is de Europese Unie als je haar nodig hebt?
De tragiek van hetzelfde De coronacrisis zet onze wereld op zijn kop. Tegelijk is het tegenovergestelde ook waar. Het onthult wat onze samenleving is geworden in jaren van groeiende inkomensongelijkheid, securitisering en de opkomst van het populistische nationalisme. Net als het virus maken we een versnelling mee van die ingrijpende ontwikkelingen. De pandemie laat zo nog duidelijker zien wat er al gaande was en tragisch hetzelfde is gebleven.