Zij is de enige die begrijpt hoe je een lasteraar als Markuszower moet aanpakken
Het Kamerlid Gidi Markuszower heeft het niveau van de Kamerdebatten op een zelfs in deze ruwe eeuw ongekend laag niveau gebracht. Hij had de brutaliteit minister Kaag ervan te beschuldigen dat zij zich omringde met terroristen. Uit de context van wat in zijn ogen ongetwijfeld doorging voor een betoog, blijkt dat hij daarbij aan IS dacht.
Verscheidene Kamerleden vroegen plaatsvervangend voorzitter Martin Bosma Markuszower tot de orde te roepen. Het was ook niet niks. Hij beschuldigde Sigrid Kaag ervan samen te zweren met terroristen. Dat is op zijn minst landverraad. Dat komt in de buurt van oorlogsmisdaden. Althans dat wordt altijd gezegd als het erom gaat IS-bruiden buiten de grenzen te houden. Wat Markuszower naar voren bracht, was vuige smaad en laster. Hij beschuldigde de minister indirect van misdaden waarop de zwaarste straffen staan. Martin Bosma meende echter dat hij zijn aantijgingen in het kader van de vrijheid van meningsuiting vrijelijk naar voren mocht brengen. Als dat zijn norm is, zal hij geen bezwaar hebben tegen deze bewering: Bosma zat zich het hele debat te verkneukelen, hij was in zijn fantasie Hermann Göring, die in 1933 als voorzitter van de Duitse Rijksdag zijn partijgenoten ruim baan gaf om hun verbale gifpijlen af te vuren.
Je kunt ook vinden dat dergelijke onbewezen aantijgingen in een debat niet thuishoren, maar Bosma zelf ondersteunt die gedachte niet. Hij moet dus even hebben wat er bij staat.
Nu ter zake.
Uiteindelijk was Corinne Ellemeet van GroenLinks het enige Kamerlid dat de gebutste democratische tradities van het Nederlandse parlement hoog hield. Zij verdomde het op dit niveau te discussiëren. Zij paste ervoor de leugens en laster van Markuszower ook nog eens te weerleggen. Zij trok zich terug uit het debat en verliet de vergaderzaal. De overige Kamerleden bleven braafjes zitten zodat Markuszower weg kwam met zijn smeerlapperijen.
Als ik minister Kaag was, zou ik in de Kamer zeggen: “Meneer de voorzitter, De heer Markuszower heeft mij er zojuist van beschuldigd dat ik met terroristen samenwerk. Ik eis dat hij deze lasterlijke aantijging hier en nu terugneemt”. Dan zijn er twee mogelijkheden. Ten eerste: Markuszower neemt het terug. Zand erover. Zijn vragen en opmerkingen worden beantwoord. Ten tweede: Markuszower neemt het niet terug. Dan zou ik zeggen: “Meneer de voorzitter, de heer Markuszower blijft bij zijn smaad en laster jegens mijn persoon. Daarom zal ik de communicatie met hem staken. U mag niet verwachten dat ik verder op zijn vragen en opmerkingen in ga”. Als ik in een vrolijke bui was zou ik daaraan meteen toevoegen: “Wij zijn hier niet in het Britse parlement onder Walpole of Pitt. Een duel behoort niet langer tot de mogelijkheden”. Daarna zou ik Markuszower volstrekt negeren. Eventuele protesten van andere Kamerleden zou ik meteen naast mij neer leggen. En als een meerderheid tot het niveau van die Markuszower wil afdalen, dan brengen ze me maar ten val met hun allen, de helden op sokken en de heldinnen op kousevoetjes. Rutte- Hoekstra- en Grapperhaus-achtige types die me komen vertellen dat ik toch de wijste moest wezen, gooi ik mijn kantoor uit. Als die Markuszower zijn aantijgingen terugneemt en belooft dat het niet weer zal gebeuren, is alles vergeten en vergeven. Anders kan iedereen mijn kaarsrechte rug op.
Wie een mildere houding aanneemt, laat de democratie verrotten aan de wortel. Besef wel: dat met Markuszower was geen incident of een uitglijder. Het was de consequentie van een debatstrategie die aan de rechterzijde steeds meer veld wint: discussieer niet op inhoud. Probeer je tegenstanders zoveel mogelijk als mens te beschadigen.
Corinne Ellemeet staat daarom in het parlement op eenzame hoogte.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit het publieke debat mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.