De Britse premier Boris Johnson heeft een stemming in zijn partij over zijn positie overleefd maar met wel opvallend weinig steun. NRC schrijft:
Van de 359 Tories spraken 211 hun vertrouwen in hem uit. Dat komt neer op 59 procent van de fractie die Johnson nog steunt, minder dan de laatste Britse premier die zo’n stemming onderging. Theresa May behield in 2018 63 procent steun. Ze bleef aan, maar raakte beschadigd en vertrok een half jaar later alsnog.
De uitslag betekent dat er binnen de partij een jaar lang geen nieuwe stemming kan worden gehouden om hem weg te sturen. Dat wil overigens niet automatisch zeggen dat hij nog zo lang blijft zitten. Johnson dankte na de bekendmaking van de uitslag de parlementariërs van zijn partij en zei te hopen dat de verdeeldheid nu verleden tijd zou zijn. Dat laatste lijkt op z'n minst een kwestie van wishful thinking, een specialiteit van Johnson.
The Guardian meldt dat tegenstanders van Johnson hebben aangekondigd de strijd niet op te geven en zullen blijven proberen hem kwijt te raken. Binnen de Conservatieve partij heerst de - terechte - vrees dat de partij zetels gaat verliezen bij tussentijdse verkiezingen die met enige regelmaat in districten worden gehouden, bijvoorbeeld als er parlementsleden al dan niet gedwongen opstappen.
De komende weken onderzoekt het parlement op Johnson de volksvertegenwoordiging heeft misleid over Partygate. Als dat wordt aangetoond moet hij hoogstwaarschijnlijk alsnog vertrekken.