Vandaag wordt het Burgerinitiatief “Abortus is geen misdaad” van het Humanistisch Verbond en BNN/VARA in de Tweede Kamer besproken. Marene Elgershuizen bemerkte vorig jaar al bij het debat over de verwijdering van de vaste bedenktijd, dat zowel de christelijke als de liberale fracties weer een conservatieve terugval hadden gemaakt. Nu doet zij een oproep aan de huidige confessionele Kamerleden hun meer progressieve voorgangsters te eren: voltooi hun strijd van bijna 50 jaar geleden en haal abortus voorgoed uit het Strafrecht.
Progressieve tijden gaan altijd gepaard met conservatieve weerstand. In 1911 stevende Nederland gestaag af op algemeen kiesrecht, maar belandden zowel homoseksualiteit als abortus in ons Strafrecht. Ook in 1976 probeerde Dries van Agt abortuskliniek Bloemenhove nog te sluiten, terwijl PvdA Kamerleden Jan Lamberts en Hein Roethof reeds in 1970 een wetsvoorstel presenteerden dat abortus weer wettelijk toegankelijk moest maken. Naast Els Veder-Smit van de VVD zagen meer Kamervrouwen de noodzaak voor een goede regeling en voegden zij zich vanaf 1976 bij de sociaal-democraten. Het waren Dien Cornelissen (KVP), Hanske Evenhuis (CHU) en Hannie van Leeuwen (ARP) die de confessionele sleutelrol hadden bij de totstandkoming van de Wet Afbreking Zwangerschap (Wafz).
Straaljager-Hannie confronteerde tijdens spreekbeurten in het land haar geloofsgenoten met de realiteit en vroeg hen: “Dacht u nou dat Onze-Lieve-Heer de gemiddelde rooms-katholieke vrouw zoveel vruchtbaarder heeft gemaakt dan de gemiddelde protestantse vrouw?” Evenhuis en Cornelissen namen hun mannelijke fractiegenoten mee naar drie abortusklinieken om te laten zien hoe zorgvuldig het er daar aan toe ging. Sprookjes die Van Agt over Bloemenhove had verspreid, maakten plaats voor informatieve gesprekken met de uitvoerende artsen. Op de manier boden de Kamervrouwen met vooral medische argumenten een eigen alternatief voor het baas-in-eigen-buik feminisme.
Met het compromis van 1981 bleef het kernprobleem echter in stand. Slechts een paar voorwaarden scheiden arts en vrouw van de blijvende dreiging van het Strafrecht. Nog altijd moet de Officier van Justitie erbij worden gehaald, wanneer zorgzame artsen vanuit al hun medische expertise moeten besluiten dat een zwangerschap van meer dan 24 weken vanwege ernstige en verdrietige complicaties afgebroken moet worden. Het lichaam van de vrouw staat door onze huidige wetgeving nog altijd onder curatele. De “nee, tenzij”-constructie en de bedenktijd waren voor de christelijke Kamervrouwen slechts manieren om het wantrouwen van hun mannelijke fractiegenoten jegens vrouwen te ondervangen. Nu extremisme weer wereldwijd de kop op steekt, zien we dat deze groep het zwaarbevochten zelfbeschikkingsrecht van vrouwen opnieuw aanvalt. Cornelissen, Evenhuis en Van Leeuwen zouden ervan gruwen.
We zien dat in landen als Canada, waar abortus niet in het Strafrecht staat, abortussen veel minder voorkomen. Politici van religieuze partijen zeggen dat zij zo min mogelijk abortussen willen, maar proberen dat te bereiken door met de huidige juridische stok te slaan. Anticonceptiemiddelen kunnen vrouwen echter nog altijd niet 100% beschermen tegen het zaad van hun mannenbroeders. Het sluitstuk abortus wordt bovendien vooral opgezocht door vrouwen met een voor hen compleet gezin. Maar deze hoeksteen van de samenleving wordt in het parlement niet meer zo doortastend bediend zoals in de jaren zeventig.
Vrouwen als Cornelissen, Evenhuis en Van Leeuwen waren grootse politici. Hun intelligente strategieën bewezen hoe zij met hun politieke talent en doortastendheid mannen wisten aan te pakken. Het waren vrouwen die hun mond niet hielden en het welzijn van de vrouw centraal stelden. Door van zich te laten horen, bedienden ze hun achterban en de christen-democratie het best. De huidige generatie parlementariërs van het CDA en de CU zouden de politieke erfenis van deze helden niet moeten verloochenen. Oprechte caritas vereist een diepgevoeld besef van medemenselijkheid. Met de verwijdering van abortus uit het Strafrecht kunnen deze politici hun ideologie het beste in ere houden en wederom een eerbare sleutelrol ambiëren in onze gezamenlijke rechtsgeschiedenis.
Marene Elgershuizen is kandidaat-Eerste Kamerlid PvdA