Draagvlak begint nu eenmaal ook in de portemonnee.
Door: Jan Daenen en Siebren Buist
Het eigendomsrecht, uitgevonden door de Romeinen, is een grondvereiste voor een goedlopende kapitalistische economie. Het zorgt ervoor dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun bezit en het zo gebruiken dat er maatschappelijke waarde toegevoegd wordt. Het eigendomsrecht voor grond is dan ook goed gedefinieerd in Nederland. Hoewel het in juridische termen een absoluut recht is, wordt het een tikje beknot door bijvoorbeeld het gegeven dat er over dat eigendom belasting moet worden betaald, dat je je als eigenaar moet dulden dat de overheid op je grond kan komen voor een inspectie, dat je moet toestaan dat er een kabel of lantaarn moet worden geplaatst op je eigendom of dat je planschade moet betalen aan je buren als je veranderingen aanbrengt. Die planschade komt echter alleen andere eigenaren toe, omwonende niet-eigenaren komen er tot op heden bekaaid van af. Daar moet verandering in komen.
Omdat het eigendomsrecht absoluut is komt de opbrengst van de grond dus alleen de eigenaar toe. Als een grondeigenaar zijn of haar grond beschikbaar stelt voor het opwekken van energie, via windmolens of een zonneweide, levert dat die persoon en de externe investeerder vaak veel geld op door de grote vraag naar duurzame energie. Echter zorgen dergelijke ontwikkelingen ervoor dat de waarde van bezittingen van omwonenden negatief beïnvloed wordt. Hiervoor kennen we het begrip planschade en de bijbehorende planschadevergoeding. Dat is de vergoeding waarmee belanghebbende eigenaren (en niet de huurders van die bezittingen) rondom de ontwikkeling worden gecompenseerd voor de schade aan het eigendom door de veroorzaker. Op die manier worden omwonende eigenaren, zo is de gedachte, geen slachtoffer van de lucratieve projecten van een ander. Deze logica is echter naïef. Eigenaren van bezit rondom het project die de last niet dagelijks hoeven te ervaren worden namelijk wél gecompenseerd, terwijl hurende omwonenden met lege handen achterblijven.
In deze moderne tijd waar we vanwege klimaatverandering grote ingrepen moeten plegen staan er, voornamelijk in het buitengebied, veel grote ontwikkelingen op stapel. Rijk, gemeenten en provincies willen dat er meer duurzame energie opgewekt wordt. Grondbezitters en investeerders staan handenwrijvend te wachten op de buit: dit is logischerwijs een uitgelezen kans om de opbrengsten van hun grond flink op te waarderen. Omwonende eigenaren krijgen in dat geval dus nog planschadevergoeding, maar andere omwonenden dan eigenaren vissen volledig achter het net; hun belangen tellen niet.
Nu kun je zeggen: de huurder heeft het voordeel dat die flexibel is. Echter blijkt dat in de praktijk allerminst het geval. De woningmarkt zit, als gevolg van beroerd overheidsbeleid, muurvast. Tevens zijn huurders vaak voor hun werk en maatschappelijke bijdrage bij bijvoorbeeld lokale verenigingen wel degelijk verbonden aan hun woonplek. Ze zijn in feite dus grondgebonden, zonder dat ze aanspraak kunnen maken op de rechten die bij die grond horen. Daarnaast wordt deze tijd van transitie gekenmerkt door het NIMBY (Not In My Backyard)-gedrag waar velen mee behept zijn. Mensen willen wel duurzame veranderingen maar willen er zelf geen last van hebben. Als je als omwonende niet wordt gecompenseerd is de bijbehorende NIMBY-woede nog veel groter.
Eerdergenoemde twee moeilijk te verenigen punten, de niet te vermijden noodzaak van duurzame energie op grote schaal en de schade voor omwonende niet-eigenaren, nopen tot een herbezinning op het fenomeen eigendom. Het eeuwenoude begrip mag daarom een eigentijdse update krijgen: niet-eigenaren moeten ook in aanmerking komen voor planschadevergoeding. Dat kan positief uitpakken doordat alle omwonenden persoonlijk financieel belang gaan krijgen bij de broodnodige ontwikkelingen van zonneweides en windmolens. Het draagvlak voor dergelijke grote projecten zal daardoor toenemen omdat lusten en lasten eerlijker worden verdeeld tussen eigenaren en niet eigenaren. Dit vraagt om een ingrijpende aanpassing van het eigendomsrecht wat minder absoluut zal worden. Een dergelijk wijzigingstraject van de wet vraagt normaliter een behoorlijk lange tijd, maar gezien de klimaatdoelen zich uitstrekken tot 2050 hebben we er nog jaren profijt van.
Kortom, een nieuwe ruimere juridische definitie van eigendom kan participatie in alle gevallen afdwingbaar maken in plaats van het krampachtig moeten hopen op de goodwill van de investeerder of gemeente zoals het nu vaak gaat. We zijn pas aan het begin van de energietransitie en de kranten staan wekelijks al vol met woede onder omwonenden. Het volgende kabinet zal met een plan moeten komen om de energietransitie voor iedereen acceptabel te maken en de herdefiniëring van eigendom is daartoe een stap in de goede richting. Draagvlak begint nu eenmaal ook in de portemonnee.
Jan Daenen, Statenlid PvdA Gelderland Siebren Buist, voorzitter PvdA Heerde